Regio

Californië

475 soorten

Californië is een van de staten van de Verenigde Staten van Amerika.

Klimaat

Vooral door de enorme oppervlakte, de topografie en de nabijheid van de oceaan kent Californië grote verschillen in klimaat. De temperatuur van de oceaan wordt bepaald door de California Current, een koude stroming langs de Amerikaanse westkust. In de zomer veroorzaakt deze vaak mist langs de kust. De oceaan zorgt tevens voor zachte, natte winters en geeft de kuststrook in het noorden een zeeklimaat (Cfb in de klimaatclassificatie van Köppen) en in het midden en zuiden (ongeveer vanaf Cape Mendocino) een Mediterraan klimaat (Csb volgens Köppen). Ook is de oceaan verantwoordelijk voor neerslag, die vooral wordt opgevangen door de westelijke hellingen van de Pacific Coast Ranges en de Sierra Nevada. Op sommige plekken in de Coast Ranges valt meer dan 2500 mm neerslag per jaar. In het binnenland en in het zuiden wordt het klimaat droger. Van de kust af worden ook de temperatuursverschillen groter: het klimaat is in het binnenland continentaler.

De Central Valley heeft een warm Mediterraan klimaat (Csa volgens Köppen), met subtropisch warme droge zomers en zachte natte winters. In grote delen van het zuiden en midden van de staat heerst in het binnenland een steppeklimaat (BSk volgens Köppen), met aanmerkelijk koudere winters en hetere zomers. In de kuststrook rond San Diego in het uiterste zuidwesten heerst een warm steppeklimaat (Köppen: BSh), terwijl veel gebieden in het binnenland van het zuiden van de staat een woestijnklimaat hebben (Köppen: BWh). In Death Valley zijn de hoogste temperaturen ooit op het westelijk halfrond gemeten. Op 10 juli 1913 rees het kwik daar tot 57 °C. In juli bedraagt de gemiddelde dagtemperatuur in Death Valley 38 °C.

De hooggebergten, zoals de Sierra Nevada, de Cascades en de Klamath Mountains, hebben een hooggebergteklimaat (Köppen: EH) met veel sneeuwval in de winter en gematigd warme zomers. Het gebied in de regenschaduw ten oosten van de Sierra Nevada heeft een droog woestijnklimaat.

Californië wordt in tegenstelling tot het zuidoosten van de Verenigde Staten vrijwel nooit door orkanen getroffen, ondanks de nabijheid van de oceaan. Dit komt door de koude California Current en vanwege het feit dat orkanen zich op het noordelijk halfrond meestal westwaarts verplaatsen.

Flora en fauna

Als gevolg van de grote verschillen in klimaat en de topografie heeft Californië een zeer diverse ecologie. De staat ligt in het Nearctisch gebied en omvat een aantal sterk verschillende ecoregio's en biomen. Californië heeft een groot aantal endemische soorten, soorten die nergens anders voorkomen, zowel planten als dieren. Daaronder zijn zowel relictsoorten als soorten die ontstaan zijn door aanpassing aan lokale omstandigheden, zoals de plant Ceanothus. De flora van de gebieden ten westen van de regenschaduw kan gezien worden als een eigen florarijk, de California Floristic Province.

De gebieden in het oosten, in de regenschaduw van de hoge bergketens, bestaan uit woestijn en xerofytisch struikgewas. De laaggelegen gebieden van het zuidoosten van Californië zijn onderdeel van de ecoregio van de Sonorawoestijn, die ook delen van Arizona beslaat. Verder naar het noorden vormt de Mojavewoestijn een ecoregio die tussen die de Sonorawoestijn en de struiksteppe van het Great Basin in zit.

De zuidelijke en centrale kustgebieden kennen een begroeiing met savanne, eikenbos, naaldbos, chaparral, saliebos en -struikgewas en grasland, afhankelijk van de wind, hoeveelheid lichtinval, neerslag en het bodemtype. Deze begroeiing gaat in het zuiden door in het noordwesten van Baja California en vormt een ring om de Central Valley, waarbij het de onderste ecozone van de westelijke hellingen van de Sierra Nevada vormt. De Central Valley zelf zou in natuurlijke omstandigheden zijn bedekt met grasland. Tegenwoordig zijn de inheemse meerjarige soorten gras echter op de meeste plekken verdreven door geïmporteerde eenjarige exoten, die de landbouw ten goede kwamen. Oorspronkelijk werden de graslanden van de Central Valley begraasd door wapiti's (Cervus canadensis) en gaffelbokken (Antilocapra americana). De gaffelbok komt tegenwoordig alleen nog voor op het Modoc Plateau, terwijl de wapiti vrijwel geheel is verdwenen.

Veel trekvogels gebruiken Californië als plek om te overwinteren of trekken elk jaar door de staat op weg naar overwinteringsgebieden verder naar het zuiden. In de Central Valley overwinteren grote aantallen eenden en ganzen. Langs de kust lopen trekroutes van reigers en aalscholvers.

De hogere westelijke hellingen van de Sierra Nevada en de bergen van het noorden van Californië zijn bedekt met naaldbos. In de Sierra Nevada groeien reuzensequoia's (Sequoia giganteum), de dikste bomen ter wereld. Daarnaast groeien in de Coast Ranges van het noorden van Californië de hoogste bomen ter wereld, dit zijn kustsequoia's (Sequoia sempervirens). Het naaldbos van de Klamath Mountains heeft een bijzonder grote diversiteit aan coniferensoorten. De grizzlybeer (Ursus arctos horribilis), het symbool van Californië, is in de hele staat uitgeroeid, maar de kleinere zwarte beer (Ursus americanus) komt nog steeds in de Sierra Nevada en de noordelijke berggebieden voor. Net als de coyote (Canis latrans), de rode lynx (Lynx rufus) en de vos (Vulpes vulpes), die in de 18e eeuw door de Europese kolonisten geïntroduceerd werd, komen zwarte beren soms voor in de buurt van menselijke nederzettingen, waar ze geleerd hebben in het afval naar voedsel te zoeken. Andere opvallende soorten zoogdieren zijn de zilverdas (Taxidea taxus), de Canadese bever (Castor canadensis), de grijze eekhoorn (Sciurus carolinensis) en verschillende martersoorten (waaronder de zeldzame vismarter (Martes pennanti)).

De oceaan en de stranden worden bewoond door verschillende soorten zeehonden, zeeolifanten (Mirounga angustirostris) en zeeleeuwen. Langs de kust loopt de jaarlijkse trekroute van de grijze walvis (Eschrichtius robustus). Tot de roofvogels van Californië behoren de steenarend (Aquila chrysaetos) en de bedreigde Californische condor (Gymnogyps californianus).

In Californië komen 48 soorten slangen voor, waarvan er zeven behoren tot de ratelslangen. Er komen 12 soorten schildpadden voor, vijf hiervan zijn zeeschildpadden en komen alleen aan land om hun eieren af zetten. Van de 47 soorten hagedissen is vooral de Oostafrikaanse driehoornkameleon (Trioceros jacksonii) een bekende soort. De ondersoort Trioceros jacksonii xantholophus is uitgezet door de mens. De amfibieën worden vertegenwoordigd door 30 soorten kikkers. Van twee andere kikkersoorten die oorspronkelijk in Californië voorkwamen wordt vermoed dat ze zijn uitgestorven. Er komen ten slotte 43 soorten salamanders voor in Californië, die behoren tot vijf verschillende families. De Californische tijgersalamander (Ambystoma californiense) is endemisch in deze staat en komt nergens anders ter wereld voor.

laat minder zien

Californië is een van de staten van de Verenigde Staten van Amerika.

Klimaat

Vooral door de enorme oppervlakte, de topografie en de nabijheid van de oceaan kent Californië grote verschillen in klimaat. De temperatuur van de oceaan wordt bepaald door de California Current, een koude stroming langs de Amerikaanse westkust. In de zomer veroorzaakt deze vaak mist langs de kust. De oceaan zorgt tevens voor zachte, natte winters en geeft de kuststrook in het noorden een zeeklimaat (Cfb in de klimaatclassificatie van Köppen) en in het midden en zuiden (ongeveer vanaf Cape Mendocino) een Mediterraan klimaat (Csb volgens Köppen). Ook is de oceaan verantwoordelijk voor neerslag, die vooral wordt opgevangen door de westelijke hellingen van de Pacific Coast Ranges en de Sierra Nevada. Op sommige plekken in de Coast Ranges valt meer dan 2500 mm neerslag per jaar. In het binnenland en in het zuiden wordt het klimaat droger. Van de kust af worden ook de temperatuursverschillen groter: het klimaat is in het binnenland continentaler.

De Central Valley heeft een warm Mediterraan klimaat (Csa volgens Köppen), met subtropisch warme droge zomers en zachte natte winters. In grote delen van het zuiden en midden van de staat heerst in het binnenland een steppeklimaat (BSk volgens Köppen), met aanmerkelijk koudere winters en hetere zomers. In de kuststrook rond San Diego in het uiterste zuidwesten heerst een warm steppeklimaat (Köppen: BSh), terwijl veel gebieden in het binnenland van het zuiden van de staat een woestijnklimaat hebben (Köppen: BWh). In Death Valley zijn de hoogste temperaturen ooit op het westelijk halfrond gemeten. Op 10 juli 1913 rees het kwik daar tot 57 °C. In juli bedraagt de gemiddelde dagtemperatuur in Death Valley 38 °C.

De hooggebergten, zoals de Sierra Nevada, de Cascades en de Klamath Mountains, hebben een hooggebergteklimaat (Köppen: EH) met veel sneeuwval in de winter en gematigd warme zomers. Het gebied in de regenschaduw ten oosten van de Sierra Nevada heeft een droog woestijnklimaat.

Californië wordt in tegenstelling tot het zuidoosten van de Verenigde Staten vrijwel nooit door orkanen getroffen, ondanks de nabijheid van de oceaan. Dit komt door de koude California Current en vanwege het feit dat orkanen zich op het noordelijk halfrond meestal westwaarts verplaatsen.

Flora en fauna

Als gevolg van de grote verschillen in klimaat en de topografie heeft Californië een zeer diverse ecologie. De staat ligt in het Nearctisch gebied en omvat een aantal sterk verschillende ecoregio's en biomen. Californië heeft een groot aantal endemische soorten, soorten die nergens anders voorkomen, zowel planten als dieren. Daaronder zijn zowel relictsoorten als soorten die ontstaan zijn door aanpassing aan lokale omstandigheden, zoals de plant Ceanothus. De flora van de gebieden ten westen van de regenschaduw kan gezien worden als een eigen florarijk, de California Floristic Province.

De gebieden in het oosten, in de regenschaduw van de hoge bergketens, bestaan uit woestijn en xerofytisch struikgewas. De laaggelegen gebieden van het zuidoosten van Californië zijn onderdeel van de ecoregio van de Sonorawoestijn, die ook delen van Arizona beslaat. Verder naar het noorden vormt de Mojavewoestijn een ecoregio die tussen die de Sonorawoestijn en de struiksteppe van het Great Basin in zit.

De zuidelijke en centrale kustgebieden kennen een begroeiing met savanne, eikenbos, naaldbos, chaparral, saliebos en -struikgewas en grasland, afhankelijk van de wind, hoeveelheid lichtinval, neerslag en het bodemtype. Deze begroeiing gaat in het zuiden door in het noordwesten van Baja California en vormt een ring om de Central Valley, waarbij het de onderste ecozone van de westelijke hellingen van de Sierra Nevada vormt. De Central Valley zelf zou in natuurlijke omstandigheden zijn bedekt met grasland. Tegenwoordig zijn de inheemse meerjarige soorten gras echter op de meeste plekken verdreven door geïmporteerde eenjarige exoten, die de landbouw ten goede kwamen. Oorspronkelijk werden de graslanden van de Central Valley begraasd door wapiti's (Cervus canadensis) en gaffelbokken (Antilocapra americana). De gaffelbok komt tegenwoordig alleen nog voor op het Modoc Plateau, terwijl de wapiti vrijwel geheel is verdwenen.

Veel trekvogels gebruiken Californië als plek om te overwinteren of trekken elk jaar door de staat op weg naar overwinteringsgebieden verder naar het zuiden. In de Central Valley overwinteren grote aantallen eenden en ganzen. Langs de kust lopen trekroutes van reigers en aalscholvers.

De hogere westelijke hellingen van de Sierra Nevada en de bergen van het noorden van Californië zijn bedekt met naaldbos. In de Sierra Nevada groeien reuzensequoia's (Sequoia giganteum), de dikste bomen ter wereld. Daarnaast groeien in de Coast Ranges van het noorden van Californië de hoogste bomen ter wereld, dit zijn kustsequoia's (Sequoia sempervirens). Het naaldbos van de Klamath Mountains heeft een bijzonder grote diversiteit aan coniferensoorten. De grizzlybeer (Ursus arctos horribilis), het symbool van Californië, is in de hele staat uitgeroeid, maar de kleinere zwarte beer (Ursus americanus) komt nog steeds in de Sierra Nevada en de noordelijke berggebieden voor. Net als de coyote (Canis latrans), de rode lynx (Lynx rufus) en de vos (Vulpes vulpes), die in de 18e eeuw door de Europese kolonisten geïntroduceerd werd, komen zwarte beren soms voor in de buurt van menselijke nederzettingen, waar ze geleerd hebben in het afval naar voedsel te zoeken. Andere opvallende soorten zoogdieren zijn de zilverdas (Taxidea taxus), de Canadese bever (Castor canadensis), de grijze eekhoorn (Sciurus carolinensis) en verschillende martersoorten (waaronder de zeldzame vismarter (Martes pennanti)).

De oceaan en de stranden worden bewoond door verschillende soorten zeehonden, zeeolifanten (Mirounga angustirostris) en zeeleeuwen. Langs de kust loopt de jaarlijkse trekroute van de grijze walvis (Eschrichtius robustus). Tot de roofvogels van Californië behoren de steenarend (Aquila chrysaetos) en de bedreigde Californische condor (Gymnogyps californianus).

In Californië komen 48 soorten slangen voor, waarvan er zeven behoren tot de ratelslangen. Er komen 12 soorten schildpadden voor, vijf hiervan zijn zeeschildpadden en komen alleen aan land om hun eieren af zetten. Van de 47 soorten hagedissen is vooral de Oostafrikaanse driehoornkameleon (Trioceros jacksonii) een bekende soort. De ondersoort Trioceros jacksonii xantholophus is uitgezet door de mens. De amfibieën worden vertegenwoordigd door 30 soorten kikkers. Van twee andere kikkersoorten die oorspronkelijk in Californië voorkwamen wordt vermoed dat ze zijn uitgestorven. Er komen ten slotte 43 soorten salamanders voor in Californië, die behoren tot vijf verschillende families. De Californische tijgersalamander (Ambystoma californiense) is endemisch in deze staat en komt nergens anders ter wereld voor.

laat minder zien