De subantarctische grote jager (Stercorarius antarcticus) is een vogel uit de familie Stercorariidae.
Te
TerrestrischeCo
CongregatoirOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Zeevogel is een informele biologisch-ecologische term voor die soorten vogels die zich hebben aangepast op een leven langs of in de buurt van de ku...
So
Sociale dierenMi
MigrerendB
begint metDe subantarctische grote jager heeft een bruine kop met gelige strepen op hun nekveren. De bovenzijde is donkerbruin. De onderzijde eveneens, maar iets grijzer. De vleugels zijn zwartbruin met witte vlekken. De staart is donkerbruin, de snavel en poten zwartgrijs. Dit is voor beide geslachten gelijk. De lichaamslengte bedraagt 52 tot 64 cm, het gewicht 1 tot 2 kg en de spanwijdte 120 tot 160 cm.
Deze soort komt voor rondom het ganse Antarctische continent. Broeden doen ze voornamelijk in sub-Antarctisch gebied, maar ook op het Antarctisch Schiereiland tot 65° zuiderbreedte.
De soort telt drie ondersoorten:
Hun voedsel bestaat uit zeedieren, pinguïneieren en –kuikens en aas, maar ook scheepsafval is welkom. Het zijn rovers, die het vooral hebben voorzien op jonge vogels en eieren. Ook vertonen ze piratengedrag, dat zich uit in het achtervolgen van aalscholvers en sterns, die ze bij hun vleugels of staart grijpen en ze dwingen hun voedselvangst te laten vallen. Ook in pinguïnkolonies zijn ze niet welkom vanwege hun roofgedrag. Kleine kuikens worden ter plaatse opgegeten.
Jagers nestelen niet, ze leggen hun eieren gewoon op de grond en verdedigen het fel tegen indringers. Einde oktober, begin november strijken ze neer in hun broedplaatsen. Het vrouwtje legt tussen einde november en begin januari twee eieren, die gedurende 30 dagen bebroed worden. Vanaf einde maart zijn de jonge vogels zelfstandig.