Californische zeeleeuw
Koninkrijk
Fylum
Onderstam
Klasse
Volgorde
Onderorde
Monofyletische groep
Familie
Soort
SOORTEN
Zalophus californianus
Grootte van de populatie
387,646
Levensduur
17-30 years
Top snelheid
40
25
km/hmph
km/h mph 
Gewicht
50-400
110-880
kglbs
kg lbs 
Lengte
1.5-2.5
4.9-8.2
mft
m ft 

De Californische zeeleeuw (Zalophus californianus) is een zeeleeuw die voorkomt langs de Pacifische kust van Noord-Amerika. Het is een vrij intelligente soort, die ook in de buurt van mensen voorkomt en eenvoudig te dresseren is. Hij is hierdoor regelmatig te zien in dolfinaria en dierentuinen. Naast de Galápagoszeeleeuw (Z. wollebaeki) en de uitgestorven Japanse zeeleeuw (Z. japonicus) behoort de Californische zeeleeuw tot het geslacht Zalophus; de drie soorten worden soms als ondersoorten van Zalophus californianus gezien.

Uiterlijk

De Californische zeeleeuw is een middelgrote oorrobbensoort. De vacht van mannetjes is donker chocoladebruin van kleur, alhoewel sommige mannetjes licht blijven op de kop en rond de snuit, en op de flanken, de achterzijde en de buik. De vacht van vrouwtjes en juveniele dieren is geelbruin. Nat lijkt de vacht zwart van kleur. Het gezicht is lichter van kleur, en wordt bij mannetjes bleker naarmate hij ouder wordt. Het mannetje heeft dikke zwarte manen, die bij het vrouwtje ontbreken. De manen zijn echter niet zo dik als bij de Stellerzeeleeuw en de manenrob. De kop is kegelvormig en eindigt spits. Hij wordt gedragen door een lange, krachtige, beweeglijke hals. De oorschelpen zijn klein. De voorpoten zijn krachtig in vergelijking tot de achterpoten. Nagels zitten enkel aan de tweede, derde en vierde teen van de achterpoten, de voorpoten zijn nagelloos.

Laat meer zien

Mannetjes zijn veel groter dan vrouwtjes. Het mannetje kan 200 tot 390 kg zwaar worden en een lengte van 2 tot 2,4 m bereiken. Het vrouwtje wordt 45 tot 110 kg zwaar en 1,5 tot 2 m lang. Een volwassen mannetje heeft een verdikking van de schedel op zijn kop, de voorhoofdsbult. De soort dankt daar zijn wetenschappelijke naam aan. Lophus is Grieks voor voorhoofd en het voorvoegsel za- benadrukt wat erachter komt. Deze voorhoofdsbult ontbreekt bij vrouwtjes en jongere mannetjes.

De kiezen en valse kiezen zijn niet van elkaar te onderscheiden en hebben een enkele, kegelvormige punt. Drie snijtanden zitten in iedere zijde van de bovenkaak, twee in die van de onderkaak.

Laat minder zien

Video

Verdeling

Geografie

De Californische zeeleeuw leeft in de kustwateren in het centraaloostelijke gedeelte van de Grote Oceaan. Hij waagt zich zelden verder dan 16 km uit de kust. De soort brengt het grootste deel van zijn leven in het water door, maar komt regelmatig aan land, ook buiten de paartijd. Ze zijn voornamelijk te vinden op rotseilanden en langs zand- of rotsstranden. Soms zijn ze te vinden in beschutte riviermondingen, bij grotten in rotskliffen, en bij jachthavens, pieren en werven.

Laat meer zien

Deze soort komt langs de westkust van Noord-Amerika voor in twee subpopulaties. Een subpopulaties leeft van de Straat van Georgia, Brits-Columbia (Canada) via Washington, Oregon en Californië (Verenigde Staten) tot het schiereiland Neder-Californië en de Rocas Alijos en een tweede in de Golf van Californië (Mexico). De voortplantingsgebieden liggen op eilandjes in het zuiden van het verspreidingsgebied, op de Californische Kanaaleilanden en in de Golf van Californië. De grootste kolonies zijn te vinden op San Miguel. Buiten de voortplantingstijd zijn de meeste mannetjes te vinden in het noorden van het verspreidingsgebied, terwijl de vrouwtjes zich meer in het zuiden bevinden.

Rond de Galápagoseilanden leeft de verwante Galápagoszeeleeuw (Zalophus wollebaeki). Deze soort wordt, net als de waarschijnlijk uitgestorven Japanse zeeleeuw (Zalophus japonicus), beschouwd als ondersoorten van de Californische zeeleeuw.

Laat minder zien
Californische zeeleeuw leefomgevingskaart

Klimaatzones

Californische zeeleeuw leefomgevingskaart
Californische zeeleeuw
Attribution-ShareAlike License

Gewoonten en leefwijze

De Californische zeeleeuw is een sociale soort, die ook buiten het voortplantingsseizoen in los groepsverband leeft. Deze groepen kennen geen stabiele organisatie als een hiërarchie. Het sociale instinct van de soort zorgt ervoor dat Californische zeeleeuwen op de kust zeer dicht op elkaar liggen. Bij verstoring, zoals de verschijning van een groot dier, verandering van het weer of een onbekend geluid, vluchten alle dieren tegelijk het water in.

Laat meer zien

De Californische zeeleeuw besteedt het grootste deel van de tijd aan slapen. Over het algemeen ligt hij lang uitgestrekt, meestal met hun kop op het lichaam van een andere zeeleeuw, maar hij kent ook andere rusthoudingen. Ze kunnen bijvoorbeeld ook staand slapen, rustend op de voorpoten met de neus in de lucht. Soms slaapt hij zelfs in zee, dicht bij de kust. Hij ligt dan op een zij, met een vinpoot opgeheven.

De zeeleeuw brengt een groot deel van de dag in zee door. Hij zoekt de zee op voor voedsel, maar ook voor afkoeling en om in te spelen. Tijdens het spel achtervolgen zeeleeuwen elkaar, laten ze zich meevoeren op de golven of maken ze pirouettes om elkaar heen. Ook gooien ze objecten op uit het water, om deze weer met de snuit op te vangen.

Het vrouwtje krijgt een jong na een draagtijd van 11 tot 11½ maanden, meestal in juni. Meestal krijgt een vrouwtje slechts een jong, tweelingen zijn zeldzaam. Bij de geboorte is het jong ongeveer 75 tot 80 cm lang en 6 tot 9 kg zwaar. De ogen zijn dan blauw. De zwartbruine geboortevacht verliest het jong na een maand. Het jong wordt met de kop naar voren geboren. De geboorte zelf duurt slechts twee tot drie minuten. Een pasgeboren jong zal eerst wat rillen, en probeert daarna zich voort te bewegen. Na enkele pogingen kruipt het jong al snel rond.

Het vrouwtje herkent haar jong aan de geur en het geluid: vreemde jongen zal ze niet bij zich dulden. Direct na de geboorte zal het moederdier haar jong besnuffelen en schoonlikken. Ze verwijdert restjes van de placenta uit zijn vacht en tilt het voorzichtig op met haar tanden. Een kwartier lang wisselen moeder en jong geluiden naar elkaar uit. Gedurende de rest van de dag wordt dit herhaald. Op deze manier leren ze elkaars geluid herkennen.

Op de dag van de geboorte vindt het jong de vier intrekbare tepels van zijn moeder. De melk van de moeder is zeer vet, het heeft een vetpercentage van 53%. Het jong wordt per keer dertig minuten lang gezoogd, waarbij hij regelmatig van tepel wisselt. De zoogperiode kan sterk variëren: van drie maanden tot een jaar, bij de geboorte van het volgende jong. Gemiddeld duurt de zoogtijd ongeveer acht maanden. Gedurende deze zoogperiode zal de jonge zeeleeuw ook leren vis te eten.

Het vrouwtje blijft de eerste drie tot acht dagen lichamelijk contact houden met het jong. Daarna zal de band minder sterk worden, totdat moeder en jong elkaar alleen opzoeken bij het zogen. De eerste keer dat het vrouwtje het jong alleen laat om te foerageren, blijft ze twee dagen weg, daarna drie of vier dagen. Bij terugkomst blijft de moeder dertig tot zeventig uur bij het jong, om daarna weer voedsel te zoeken. Dit patroon zet zich voort tot het jong gespeend wordt.

Het jong brengt de eerste tijd alleen door, maar na twee tot drie weken vormen de jonge zeeleeuwen groepjes. In zo'n groep ontwikkelt het dier zijn sociale gedrag en gaat het verschillende geluiden voortbrengen. Ook wordt er in een groep veel geslapen. Vanaf half juli zal de groep zich regelmatig in het water wagen. Het leven in een rookery is bijzonder gevaarlijk voor het jong, omdat de volwassen mannetjes meer aandacht schenken aan het verdedigen van het territorium dan aan de jongen. Af en toe wordt hierbij een jong verpletterd door het gewicht van een volwassen mannetje. De groepjes jongen bevinden zich daarom voornamelijk aan de rand van de rookery, waar de mannetjes zich minder territoriaal gedragen.

Laat minder zien
Seizoensgebonden gedrag

Dieet en voeding

De Californische zeeleeuw gaat 's nachts op jacht. Hij jaagt in het water op koppotigen als pijlinktvissen en octopussen en verscheidene soorten vissen, waaronder ansjovis, haring, zalm, Pacifische heek, jonge gestreepte zeebaars, gevlekte makreel en regenboogforel. Daarnaast jaagt hij ook op schelpdieren als mosselen en zeeoren, zeevogels als alkachtigen en op kreeftachtigen, en soms grijpt hij het jong van een noordelijke zeebeer. Hij jaagt meestal alleen. Bij het jagen op een grote school vissen of pijlinktvissen werkt de zeeleeuw samen met andere zeeleeuwen, soms ook met bruinvissen of een andere diersoort.

Laat meer zien

De Californische zeeleeuw is zeer beweeglijk onder water, en kan gemakkelijk van richting veranderen. Kleinere prooien slikt hij direct in, grotere bijt hij eerst aan het wateroppervlak in stukken.

De Californische zeeleeuw duikt tijdens de jacht minder diep dan een zeehond. Een duik duurt gemiddeld twee tot drie minuten, maximaal twaalf, en gaat niet dieper dan 26 tot 74 m. Grotere dieren kunnen langer duiken dan kleinere, doordat ze meer zuurstof kunnen opslaan.

Laat minder zien

Paringsgewoonten

PARINGSGEDRAG

De zeeleeuw plant zich op land voort. De paartijd duurt van mei tot augustus, september. In het voorjaar komen alle mannetjes aan land, waarna ze, in afwachting van de vrouwtjes, zich langs de vloedlijn verdelen. In deze periode zijn mannetjes zeer agressief. Ieder mannetje verdedigt zijn territorium, een klein stukje strand die tien tot vijftien meter van andere territoria af ligt. Zo'n territorium wordt een rookery genoemd. De mannetjes zonder territorium verzamelen zich op aparte stukken strand, de zogenaamde hauling grounds. Zeeleeuwen leven in harems, en ieder mannetje zal proberen om zo veel mogelijk vrouwtjes om zich heen te verzamelen. Gemiddeld heeft een mannetje veertien vrouwtjes in zijn harem. Dit is echter geen vaste harem: vrouwtjes houden zich niet aan territoriumgrenzen en het mannetje doet geen pogingen de vrouwtjes bij elkaar te houden.

Laat meer zien

Zodra een mannetje een territorium heeft veroverd, verdedigt hij hem fel tegen andere mannetjes. Indringers worden soms voor korte tijd getolereerd, maar meestal probeert de harembaas de indringer weg te jagen door met zijn kop te schudden en harde geluiden te maken. Als de indringer niet geïmponeerd is, werpt de harembaas indringende blikken naar hem toe, om ten slotte in een gevecht te eindigen. Bij deze gevechten proberen de dieren in elkaars voorpoten te bijten.

De grenzen van het territorium liggen niet vast en worden niet afgebakend, waardoor de grootte van het territorium per moment kan verschillen. Tijdens het zwaartepunt van de paarperiode, in juni en juli, verdedigt de harembaas zijn territorium het felst. Hij komt dan niet aan eten toe, en kan soms wel zeventig dagen lang vasten. In deze periode leeft hij van zijn opgebouwde vetlaag. De grootste mannetjes met de dikste vetlaag kunnen dus hun territorium het beste verdedigen. Minder sterke mannetjes lopen een grote kans uit hun territorium gejaagd te worden. Het komt regelmatig voor dat een territorium iedere twee weken in de handen komt van een ander mannetje.

Als het vrouwtje naar het voortplantingsgebied gaat, is zij nog drachtig van vorig jaar. Het vrouwtje vestigt zich meestal een dag voor de worp in de rookery. Vier dagen tot twee weken na de worp wordt het vrouwtje bronstig. Het vrouwtje maakt dit kenbaar aan het mannetje door zich voor hem op te richten, haar lichaam tegen hem aan te drukken, zich in kronkels te wringen en zich uit te rekken. Hierbij kijkt ze hem steeds aan. De paring kan zowel in het water als op het land plaatsvinden. Het duurt meer dan een uur, onderbroken door periodes van rust. Na de paring laten het mannetje en het vrouwtje elkaar weer met rust.

Aan het eind van de zomer, in augustus of september, verlaten de volwassen en halfwas mannetjes de rookery's en trekken noordwaarts tot Brits-Columbia, om pas in het voorjaar weer terug te keren. De vrouwtjes met jongen blijven het gehele jaar door rond de voortplantingsstranden, of trekken naar het zuiden. Vrouwtjes keren waarschijnlijk altijd weer terug naar het strand waarop ze geboren zijn.

De Californische zeeleeuw is na vier tot vijf jaar geslachtsrijp. Vrouwtjes planten zich meestal voort als ze vier jaar oud zijn, maar mannetjes krijgen pas de kans als ze groot genoeg zijn om een territorium te kunnen verdedigen.

Laat minder zien

Populatie

Bedreigingen van de bevolking

De Californische zeeleeuw wordt gemiddeld vijftien jaar oud. Het record staat op 31 jaar. De belangrijkste natuurlijke vijanden zijn de orka en grotere haaiensoorten als de witte haai, de hamerhaai en de blauwe haai.

Coloring Pages

Referenties

1. Californische zeeleeuw artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Californische_zeeleeuw
2. Californische zeeleeuw op de IUCN Rode Lijst-site - http://www.iucnredlist.org/details/41666/0

Meer fascinerende dieren om over te leren