Dwerg-, Lisztaap, Katoentamarin
Het pinchéaapje (Saguinus oedipus), ook wel dwerg- of lisztaap of katoentamarin, is een aap uit de onderfamilie klauwaapjes (Callitrichinae). De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 als Simia oedipus gepubliceerd door Carl Linnaeus. De dieren leven meestal in groepen en worden zo'n 10–13 jaar oud. Hun grootste bedreiging is de mens omdat deze hun leefgebied versnippert. Hierdoor heeft het aapje de status Kritiek.
Da
DagdierenEen schemeractief dier of crepusculair dier is een dier dat in de schemering actief zijn, maar niet 's nachts. In feite zijn zelfs veel dieren die ...
Al
Allesetende dierenEen omnivoor of alleseter is een dier dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel kan eten om te overleven.Een overwegend carnivoor dier dat ten min...
Bo
BoombewonendeAl
Altrische dierenTe
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Te
TerrestrischeViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Mo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
So
Sociale dierenDo
Dominantie hiërarchieGe
Geen migrantC
begint metHet pinchéaapje is gemakkelijk te herkennen door de grote bos lang wit haar op hun kop. De mannetjes en vrouwtjes zijn even groot en hebben op het eerste gezicht geen uiterlijke verschillen.
Het pinchéaapje heeft een klein verspreidingsgebied in het noorden van Colombia. Hier leven ze voornamelijk in vochtige tropische bossen en droge loofbossen. Ze bevinden zich meestal hoog in de bomen, maar het kan voorkomen dat ze op de grond tussen de bladeren naar voedsel gaan zoeken.
Pinchéaapjes leven in groepen van tien tot twaalf dieren, waarvan één mannetje en één vrouwtje seksueel actief zijn. Alle andere dieren in de groep zijn hun nakomelingen. Zelfs als deze dieren volwassen zijn, vertonen zij in de groep geen seksueel gedrag. Dit wordt onderdrukt via de geurstoffen van de twee seksueel actieve dieren. Deze geurstoffen worden verspreid door met hun genitaliën over de takken te strijken. Als een van de ouders sterft valt de groep uit elkaar. Dan worden namelijk de volwassen dieren van dezelfde sekse als het dier dat gestorven is seksueel actief en gaan met elkaar vechten.
In de natuur bestaat het dieet van de pinchéaapjes voornamelijk uit insecten, fruit en plantenextracten als gom, latex en sappen. Daarnaast wil het nog weleens voorkomen dat ze kleine amfibieën of reptielen eten.In de dierentuin krijgen pinchéaapjes onder andere fruit en insecten te eten. Ter verrijking wordt regelmatig gom in een boomstammetje gestopt waar de dieren de gom uit kunnen halen.
Pinchéaapjes zijn monogaam, dit betekent dat zij een paartje voor het leven vormen. De draagtijd is gemiddeld 145 dagen en meestal worden er twee jongen geboren. De paartijd is in september/oktober en februari/maart. Door speciale geurstoffen af te zetten laat het vrouwtje merken dat ze vruchtbaar is. Voor de paring likt het vrouwtje het mannetje in het gezicht. Tijdens de paring rolt ze haar staart op. Een paartje kan twee- à driemaal per jaar twee jongen krijgen. Als het vrouwtje drachtig is, is zij dominant, terwijl normaal het mannetje dominant is. De geboorte vindt 's nacht plaats in een holle boom. De hele groep zorgt voor de jongen. Het vrouwtje draagt de jongen alleen als ze gevoed worden, verder zorgt het mannetje samen met de oudere jongen voor de pasgeboren jongen. De twee oudste nakomelingen blijven meestal zeer lang bij de ouders. De andere jongen verlaten de oudergroep als ze volwassen zijn. Ze zijn dan ongeveer twee jaar oud.