De Papoeaanse varaan (Varanus salvadorii) is een hagedis uit de familie varanen (Varanidae).
Da
DagdierenVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Aa
AaseterEen aaseter is een dier dat leeft van dierlijke resten, en niet zelf op voedsel jaagt. Aaseters kunnen groot of klein zijn. Veel insecten zijn bijv...
In
InsectenetersEen insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
Bo
BoombewonendeTo
Top roofdierenHo
Holbewonende dierenEen graafgang is een holte of een tunnel die een dier in de grond heeft gegraven als tijdelijk verblijf, als schuilplaats of als bijproduct van ond...
Ei
Eiland endemischTe
TerrestrischeOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Po
PolygynandrieOv
Over het algemeen solitaire dierenSo
Solitaire dierenGe
Geen migrantC
begint metDe Papoeaanse varaan zou een lengte van bijna 5 meter bereiken, sommige Papoea-stammen zouden zelfs dieren van meer dan zes meter lang hebben gezien. Het langste exemplaar dat wetenschappelijk is beschreven was echter 2,44 meter, en daarmee blijft de soort duidelijk kleiner dan de komodovaraan (3,1 meter). De Papoeaanse varaan blijft bovendien veel slanker dan de komodovaraan. De staart is ongeveer twee keer zo lang als de lichaamslengte.
Het dier heeft een gedeeltelijk dicht overgroeide schedel waarvan de oogkassen en andere delen goed beschermd worden door een verbeend fragment, ook zijn kaak is zeer sterk ontwikkeld. De snuit is sterk afgerond en stomp waaraan de soort makkelijk is te herkennen. Zoals alle varanen heeft ook de Papoeaanse varaan een dunne, gevorkte tong. Hij heeft lange, scherpe tanden die hem in staat stellen om zijn prooi stevig in de bek te houden terwijl hij in een boom klimt, en hij heeft scherpe klauwen. De staart wordt gebruikt als balans maar ook voor de verdediging. De lichaamskleur van de Papoeaanse varaan is zwart, met witte vlekken of stippen.
De Papoeaanse varaan komt voor op het eiland Nieuw-Guinea, zowel het westelijke deel dat tot Indonesië behoort als het oostelijke deel dat behoort tot Papoea-Nieuw-Guinea. De varaan verblijft bij voorkeur in bomen, en hij wordt dan ook voornamelijk hoog in de bomen van tropische bossen gevonden.
Er wordt jacht gemaakt op de varaan voor zijn huid; deze wordt verwerkt tot leer voor kleding en traditionele objecten zoals het vel voor rituele trommels. Daarnaast wordt ook het vlees gegeten door de inheemse bevolking. Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is de beschermingsstatus 'veilig' toegewezen (Least Concern of LC).
De Papoeaanse varaan staat bovenaan de voedselketen en samen met de komodovaraan en de reuzenvaraan is dit een van de weinige varanen die een mogelijk gevaar kunnen vormen voor mensen in zijn buurt. Op het menu staan voornamelijk vogels, gewervelden als reptielen en knaagdieren en ongewervelden, zoals grotere insecten; maar ook aas wordt gegeten. Er doen verhalen de ronde dat de Papoea-stam Dani de dieren vreest en vereert en zelfs offers brengt aan de Papoeaanse varaan.
De varaan kiest er bij gevaar voor om te vluchten en niet om te vechten. Toch is het geen ongevaarlijk dier: wanneer hij in het nauw wordt gedreven kan hij met zijn staart lelijke verwondingen aanbrengen. Als huisdier wordt de hagedis in veel delen van de wereld gehouden doordat hij vrij eenvoudig te domesticeren is.
Het is niet makkelijk om mannetjes te onderscheiden van vrouwtjes. Exemplaren waarvan in gevangenschap werd gedacht dat het mannetjes waren, bleken later toch eieren af te zetten. Een legsel bestaat uit maximaal 12 eieren, die het vrouwtje meestal afzet in een nest dat zich een klein eindje boven de grond bevindt. Gedurende de broedtijd is het vrouwtje extreem agressief jegens indringers in haar territorium. Het vrouwtje kan tot drie legsels per jaar produceren. De Papoeaanse varaan kan in gevangenschap twaalf tot twintig jaar oud worden.