De grijze junco (Junco hyemalis) is een Noord-Amerikaanse zangvogelsoort uit de familie van de gorzen. De wetenschappelijke naam van de soort werd als Fringilla hyemalis in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. Het verspreidingsgebied van de grijze junco beslaat bijna heel Noord-Amerika, op het midden en zuiden van Mexico na. Er worden diverse ondersoorten onderscheiden, elk met een iets andere kleuring.
Da
DagdierenAl
Allesetende dierenEen omnivoor of alleseter is een dier dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel kan eten om te overleven.Een overwegend carnivoor dier dat ten min...
Bo
BoombewonendeTe
TerrestrischeAl
Altrische dierenZo
ZoochoryTe
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Ei
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Mo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
So
Sociale dierenSa
SamenscholendeDo
Dominantie hiërarchieGe
Gedeeltelijke migrantD
begint metDe grijze junco wordt ongeveer 13 tot 17 cm lang. De vogel heeft een grijze kop en bovenzijde van de borst, een witte buik en donkerdere, grijsbruine vleugels. De toppen van de staartveren zijn wit, waarmee de vogel bij het vliegen goed herkenbaar is. De snavel is vaalroze van kleur.
De kleuring is bij de mannetjes over het algemeen duidelijker ontwikkeld dan bij de vrouwtjes. Jongen hebben tot 3 maanden oud vale strepen, waardoor ze verward kunnen worden met avondgorzen (Pooecetes gramineus). De jongen van de grijze junco hebben echter al een duidelijk donkerdere kop dan de rest van het lichaam, ook is de kop meer effen gekleurd dan bij de avondgors.
De grijze junco leeft in gemengd bos en naaldbos van de gematigde zone. De vogel komt veel voor in parken en tuinen, vooral als in de winter door mensen bijgevoerd wordt. Het verspreidingsgebied beslaat vrijwel de gehele Verenigde Staten, inclusief Alaska, Canada, en een deel van het noorden van Mexico. De noordelijke populaties trekken in de winter naar het zuiden om in het gebied rond de Golf van Mexico te overwinteren. In de zomer komen de dieren ook voor tot ver in de arctische zone, in het noorden van Canada, waar ze naartoe trekken om te broeden. Soms komen grijze junco's 's winters als dwaalgast op de Britse Eilanden terecht. Het vogeltje is in 2015 – ook als dwaalgast – gefotografeerd in Groningen.In maart 2018 werd één volwassen mannetje waargenomen in de buurt van Gent in Oost-Vlaanderen.
De grijze junco foerageert op de grond, waar het dier insecten en zaden zoekt.
In het broedseizoen vormen de vogels paartjes, die samen van plukken haar of planten een schaalvormig, ongeveer 10 cm groot nest bouwen. Het nest bevindt zich in de lagere takken van bomen of struikgewas of op de grond, goed verstopt onder planten of struiken. Tijdens het broedseizoen kan een vrouwtje meerdere malen eieren leggen, meestal gebeurt dit twee keer per jaar. Per keer worden meestal vier eieren gelegd. De eieren zijn grijzig tot lichtblauw van kleur en bruin tot grijs bespikkeld. Ze komen uit na ongeveer 12 tot 13 dagen broeden. De jongen vliegen uit na 11 tot 14 dagen.