De donkere kangoeroemuisgoffer (Microdipodops megacephalus) is een zoogdier uit de familie van de wangzakmuizen (Heteromyidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Merriam in 1891.
Gr
GranivoorPl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Een insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
Fo
Fossoriale dierenSp
Springende dierenTe
TerrestrischeViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Een graafgang is een holte of een tunnel die een dier in de grond heeft gegraven als tijdelijk verblijf, als schuilplaats of als bijproduct van ond...
Po
PolygynandriePo
Polygame dierenPolygamie is een huwelijksvorm waarbij één persoon tegelijkertijd gehuwd is met twee of meer personen.
So
Solitaire dierenIn
In winterslaapDe winterslaap, ook wel hibernatie is een staat van voortdurende hypothermie. Deze kan een lange periode duren, een aantal dagen, enkele weken en s...
Ge
Geen migrantD
begint metDe rugzijde is grijsbruin, de buik zuiver wit. Het dier heeft grote ogen en oren, een lange snuit, donkerbehaarde lange achterpoten, een dikke staart en een grote bos snorharen. De lichaamslengte bedraagt 6,5 tot 7,5 cm, de staartlengte 6,5 tot 10,5 cm en het gewicht 10 tot 17 gram.
De soort komt plaatselijk algemeen voor in het zuidwesten van de Verenigde Staten.
Deze kleine solitair levende goffer heeft een nachtelijke levenswijze. Het dier huppelt en springt graag over de zandduinen in zijn droge habitat. Dit dier maakt opportunistisch gebruik van al wat de natuur en de seizoenen hem te bieden heeft. In de zomer bestaat zijn voedsel uit insecten, in de winter uit zaden, die in zijn uitwendige wangzakken worden overgebracht naar zijn burcht. Het dier maakt ook vetreserves aan in de dikke staart.
Mannetjes bezitten soms territoria van 6000 m², die moeten worden verdedigd tegen soortgenoten. Vrouwtjes moeten het met minder doen, zo’n 400 m².
Vrouwtjes krijgen meestal 2 tot 7 jongen per worp.