De harlekijnkoraalslang (Micrurus fulvius) is een slang uit de familie koraalslangachtigen (Elapidae).
Da
DagdierenVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Te
TerrestrischePr
Precociale dierenFo
Fossoriale dierenEi
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Ro
RoofdierenPredatie is het vangen, doden en opeten door een organisme, meestal een dier, van een ander dier, het prooidier. Predatoren worden ook natuurlijke ...
Ze
Zeer giftigSo
Solitaire dierenIn
In winterslaapDe winterslaap, ook wel hibernatie is een staat van voortdurende hypothermie. Deze kan een lange periode duren, een aantal dagen, enkele weken en s...
Ge
Geen migrantE
begint metDe harlekijnkoraalslang bereikt een lichaamslengte van 51 tot 76 centimeter met uitschieters tot iets meer dan 120 cm. De kop is lastig te onderscheiden van het lichaam door het ontbreken van een duidelijke insnoering.
De slang doet denken aan een kruipende zuurstok door de zwarte basiskleur met brede, rode banden die weer dun geel omzoomd zijn en over het gehele lichaam lopen, zelfs op de buikzijde. De snuitpunt is altijd zwart en hierachter is een brede, gele band gelegen. Achter de nek begint het echte kleurpatroon; brede zwarte en rode banden met daartussen steeds een smalle, gele band. De eerste zwarte band vanaf de voorzijde bezien raakt de pariëtale schub niet, wat een belangrijk onderscheid is met gelijkende soorten. Op de rode banden zijn zwarte vlekjes aanwezig die soms samensmelten tot een grotere zwarte vlek. Dit kleurpatroon wordt door verschillende koningsslangen (geslacht Lampropeltis) geïmiteerd omdat koraalslangen zeer giftig zijn. Het imiteren van giftige soorten door niet-giftige soorten wordt wel mimicry genoemd.
Deze soort komt voor in delen van Noord-Amerika en leeft endemisch in de Verenigde Staten. De slang is hier aangetroffen in de staten Texas, Louisiana, Arkansas, Mississippi, Alabama, Georgia, Florida, South Carolina en North Carolina. De habitat bestaat uit gematigde bossen en scrublands.
Het voedsel bestaat uit langwerpige hagedissen en kleinere slangen. Het zijn kruipende slangen die echter goed kunnen klimmen, zoals in bomen of hutten. De vrouwtjes zetten eieren af, de jongen lijken al direct op de ouderdieren en zijn 18 tot 23 centimeter lang als ze het ei verlaten. Als de slang wordt verstoord richt het dier zijn staart op en krult deze op zodat een aanvaller denkt dat het de kop betreft.
Zoals bij veel slangen bepaalt niet alleen het soort gif, maar ook de hoeveelheid is relevant voor de giftigheid van een soort. Omdat de harlekijnkoraalslang het gif direct in een lichaamsader kan spuiten, en niet zoals veel andere slangen eerst een kauwbeweging moet maken, is dit dier erg gevaarlijk. Het is geen agressieve soort die alleen bijt als hij in het nauw gedreven wordt. Een typisch kenmerk van de harlekijnkoraalslang is de zwarte snuitpunt in plaats van een rode bij de onschuldige soorten, het beste is echter om alle slangen voor de zekerheid met rust te laten. Hoewel het rationeel beter lijkt om de slang na een beet mee te nemen naar het ziekenhuis ter bepaling van de soort, vallen juist bij het vangen of doden van de dieren de meeste slachtoffers.