De Egeïsche muurhagedis (Podarcis erhardii) is een kleine hagedis uit de familie echte hagedissen (Lacertidae).
De wetenschappelijke naam van de Egeïsche muurhagedis werd voor het eerst voorgesteld door Jacques von Bedriaga in 1882 als Lacerta muralis subsp. fusca var. erhardii. De hagedis werd lange tijd tot de halsbandhagedissen uit het geslacht Lacerta gerekend maar dit wordt beschouwd als verouderd. De soortaanduiding erhardii is een eerbetoon aan de Duitse natuuronderzoeker D. Erhard. De hagedis wordt hierdoor ook wel Erhards muurhagedis genoemd.
Er worden 21 ondersoorten erkend, die voornamelijk verschillen in uiterlijk en verspreidingsgebied. De verschillende ondersoorten zijn in de onderstaande tabel weergegeven, met de auteur en het verspreidingsgebied.
De Egeïsche muurhagedis is moeilijk te onderscheiden van de muurhagedis Podarcis muralis, maar heeft een relatief kleine en iets bredere kop. De mannetjes hebben in de paartijd een blauwe buik en groenige flanken en ook de vlektekening op de rug en flanken is wat helderder. Er zijn 21 ondersoorten die in uiterlijk kunnen verschillen. De lichaamslengte is ongeveer zeven centimeter, de staart is twee keer zo lang.
Deze hagedis komt voor in het zuidoosten van Europa en leeft in de landen Albanië, Bulgarije, Griekenland en Macedonië. De hagedis is aangetroffen op een hoogte van zeeniveau tot ongeveer 2000 meter boven zeeniveau.
De habitat bestaat uit open, rotsachtige plaatsen met enige vegetatie zoals ruïnes, steenhopen, kliffen, duinen en onder omgevallen bomen. Deze soort komt niet voor op Melos (Milos) en bijbehorende eilanden omdat hij daar verdrongen is door de miloshagedis (Podercis milensis). Aan deze soort en aan de karsthagedis (Podarcis melisellensis) is de Egeïsche muurhagedis sterk verwant.
De hagedis is overdag actief en leeft voornamelijk op enige hoogte, zoals in planten en op muren. Op het menu staan kleine ongewervelden zoals insecten. De vrouwtjes zetten eieren af, per legsel worden één tot vijf eieren geproduceerd.