Een omnivoor of alleseter is een dier dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel kan eten om te overleven.Een overwegend carnivoor dier dat ten min...
Te
TerrestrischeNo
NomadischOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
H
begint metDe vogel is 13 tot 15 cm lang. Het is een leeuwerik met een gedrongen uiterlijk, met een korte, stevige snavel. Opvallend is de vrij brede, lichte oogstreep die contrasteert met de licht roodbruine oorstreek. Er loopt een smalle, lichte kraag die het bruin op de kop scheidt van de nogal donkere rug, die bruin en zwart gestreept is. Ook de kruin is zwart gestreept. De keel is wit, de borst en buik zijn lichtbruin tot oker.
De vogel komt voor in Australië en een groot deel van Zuidoost-Azië, Zuid-Azië, het Arabisch schiereiland en de Sahelzone in Afrika. Het totale verspreidingsgebied van de vogel bedraagt ongeveer 73.900.000 km².
De soort telt 20 ondersoorten:
Het leefgebied bestaat uit grasland met Acacia (savanne), maar ook in agrarisch gebied, mits daar korte, dicht opeen staande gewassen worden geteeld. Het is een vogel van laagland en heuvels en bergland tot op 2900 m boven zeeniveau.
De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd. Deze leeuwerik is vaak nog algemeen en soms talrijk. Er zijn geen aanwijzingen dat de populaties in hun bestaan worden bedreigd. Om deze redenen staat de oosterse struikleeuwerik als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.