Land

Filipijnen

2324 soorten

De Filipijnen, officieel de Republiek der Filipijnen, is een republiek in Zuidoost-Azië.

Klimaat

De Filipijnen hebben een tropisch klimaat, dat wordt gekarakteriseerd door een hoge gemiddelde temperatuur, een hoge luchtvochtigheid en overvloedige regenval. Van maart tot en met mei is het in grote delen van de Filipijnen erg warm. Daarna valt van mei tot oktober in grote delen van het land veel regen als gevolg van de moesson. Van december tot en met februari is het op veel plekken juist droger en koeler. De warmste maand is mei en de koelste maand januari. De gemiddelde temperatuur op zeeniveau is 26,6° Celsius, maar in de bergen is de gemiddelde temperatuur lager. Zo is de gemiddelde temperatuur in Baguio, dat op zo'n 1500 meter hoogte ligt, slechts 18,3 °C. Deze stad is daarom een populair toevluchtsoord geworden gedurende de hete maanden. De gemiddelde hoeveelheid neerslag in de Filipijnen is in tegenstelling tot de temperatuur erg afhankelijk van de locatie en varieert van 1000 tot 5000 millimeter per jaar. Een groot deel van de Filipijnen bevindt zich in de zogenaamde tyfoongordel, een gebied waarlangs elk jaar vele tropische stormen en zo'n negentien tyfoons vanaf de Stille Oceaan langs de Filipijnen naar het noordwesten trekken. Gemiddeld trekken acht à negen tyfoons direct over Filipijns grondgebied. De schade van dergelijke tyfoons is vaak groot, als gevolg van de enorme windsnelheden en regenval in korte tijd. Dit veroorzaakt, met name in ontboste gebieden, overstromingen en modderstromen, die hele dorpen kunnen wegvagen. Ook grote delen van Metro Manilla en andere stedelijke gebieden komen regelmatig blank te staan ten gevolge van de tyfoons. Davao en het grootste deel van Mindanao liggen zuidelijk van de tyfoongordel en worden dus niet rechtstreeks getroffen.

In 2013 trok de supertyfoon Haiyan over de Filipijnen met zeer grote schade en duizenden doden tot gevolg, onder meer in de stad Tacloban.

Biodiversiteit

De flora en fauna van de Filipijnen worden gekenmerkt door een hoge biodiversiteit. Gunstige landschappelijke en klimatologische omstandigheden hebben geleid tot de aanwezigheid van veel verschillende planten- en diersoorten. De geïsoleerde ligging van de eilandengroep heeft er bovendien voor gezorgd dat een relatief groot deel van de in de Filipijnen voorkomende dieren en planten zich sterk heeft gespecialiseerd. Veel van deze endemische planten- en diersoorten worden echter ernstig bedreigd. Een van de belangrijkste oorzaken hiervoor is de grootschalige ontbossing van de Filipijnen door (illegale) houtkap, mijnbouw en landbouw. Rond 1900 was nog zo'n 210.000 km² (70%) van het land bedekt door oerwouden. In 2009 was dat gebied met een factor tien afgenomen tot 21.000 km² (7%). Vanwege de hoge biodiversiteit en de grote afname van de natuurlijke leefomgeving van veel soorten werden de Filipijnen door Conservation International uitgeroepen tot een van de 25 biodiversiteit-hotspots van de wereld.

De flora van de Filipijnen is nauw verwant aan de soorten in omringende landen van de Indische Archipel. Het totale aantal boom- en plantensoorten in de Filipijnen bedraagt meer dan 14.500. Daarvan komt naar schatting 30 tot 40% endemisch voor in de Filipijnen, wat wil zeggen dat ze nergens anders ter wereld voorkomen. Onder de vaatplanten is de endemie nog hoger. Van de ongeveer 9250 soorten is ongeveer 65% Filipijns endemisch. Veel van deze soorten zijn te vinden in de nog resterende stukken tropisch regenwoud. In 2009 was 21.000 km² (7%) van de Filipijnen bedekt met tropisch regenwoud. In dergelijke regenwouden leven tussen de 2500 en 3000 boomsoorten. De laaglandregenwouden (tot een hoogte van zo'n 1000 meter boven zeeniveau) worden veelal gedomineerd door de tientallen boomsoorten uit de Dipterocarpaceae-familie. Diverse soorten uit deze familie worden gebruikt voor de productie van Filipijns mahonie. Ook groeit daar Pterocarpus indicus, de Filipijnse nationale boom. In de hoger gelegen gebieden, zoals het Cordillera Central en de Sierra Madre in Noord-Luzon vindt men veel dennenbossen, eiken en rododendrons. Naast de duizenden boomsoorten komen op de Filipijnen ongeveer 8000 soorten bedektzadigen voor, waaronder ongeveer 1000 soorten orchideeën. Van deze 1000 soorten komt ongeveer 70% alleen voor in de Filipijnen.

Ook het aantal endemische diersoorten is groot, dergelijke soorten komen buiten de Filipijnen nergens anders ter wereld voor. De lijst van zoogdieren in de Filipijnen bijvoorbeeld telt zeker 215 voornamelijk kleine zoogdiersoorten, waarvan 61% endemisch is. Bijna twee derde van de zoogdierensoorten zijn vleermuizen (80 soorten) of knaagdieren (81 soorten). De Filipijnse Muridae vormen de grootste familie binnen de klasse van de zoogdieren.

In tegenstelling tot de zoogdieren, waarvan nog met enige regelmatig nieuwe kleine soorten worden ontdekt, zijn de meeste in de Filipijnen voorkomende vogelsoorten al lang geleden beschreven. Ook deze groep kent een relatief hoge graad van endemie. Ongeveer 30% van de bijna 600 in de Filipijnen waargenomen vogelsoorten, komt nergens anders ter wereld voor. De grootste groep zijn de ongeveer honderd endemische zangvogels. Ook komen er zestien unieke duivensoorten voor, waaronder de vijf soorten dolksteekduiven. Een veel opvallendere groep vogels zijn de Filipijnse neushoornvogels. Deze grote luidruchtige vogels worden zoals veel van de Filipijnse diersoorten bedreigd door de snelle achteruitgang van hun leefgebied. De nationale vogel van de Filipijnen is de Filipijnse apenarend. Deze arend is een van de grootste vogels ter wereld en leeft slechts nog in enkele grote stukken overgebleven oerwoud op Luzon en Mindanao.

In de Filipijnen leven verder ruim 380 soorten reptielen en amfibieën, waaronder diverse giftige soorten, zoals de gevaarlijke Filipijnse brilslang. Ook komen er diverse wurgslangen voor, zoals de netpython, een van de grootste slangen ter wereld. In het zuidoosten van Luzon leeft diep teruggetrokken in de Filipijnse bossen, Grays varaan. Deze soort kan zo'n twee meter lang worden en is een van de grootste en zeldzaamste varanensoorten van de wereld. Van de 102 amfibieën is 74% endemisch, de meeste amfibieën behoren tot de kikkers. De reptielen kennen een vergelijkbaar percentage endemische soorten.

laat minder zien

De Filipijnen, officieel de Republiek der Filipijnen, is een republiek in Zuidoost-Azië.

Klimaat

De Filipijnen hebben een tropisch klimaat, dat wordt gekarakteriseerd door een hoge gemiddelde temperatuur, een hoge luchtvochtigheid en overvloedige regenval. Van maart tot en met mei is het in grote delen van de Filipijnen erg warm. Daarna valt van mei tot oktober in grote delen van het land veel regen als gevolg van de moesson. Van december tot en met februari is het op veel plekken juist droger en koeler. De warmste maand is mei en de koelste maand januari. De gemiddelde temperatuur op zeeniveau is 26,6° Celsius, maar in de bergen is de gemiddelde temperatuur lager. Zo is de gemiddelde temperatuur in Baguio, dat op zo'n 1500 meter hoogte ligt, slechts 18,3 °C. Deze stad is daarom een populair toevluchtsoord geworden gedurende de hete maanden. De gemiddelde hoeveelheid neerslag in de Filipijnen is in tegenstelling tot de temperatuur erg afhankelijk van de locatie en varieert van 1000 tot 5000 millimeter per jaar. Een groot deel van de Filipijnen bevindt zich in de zogenaamde tyfoongordel, een gebied waarlangs elk jaar vele tropische stormen en zo'n negentien tyfoons vanaf de Stille Oceaan langs de Filipijnen naar het noordwesten trekken. Gemiddeld trekken acht à negen tyfoons direct over Filipijns grondgebied. De schade van dergelijke tyfoons is vaak groot, als gevolg van de enorme windsnelheden en regenval in korte tijd. Dit veroorzaakt, met name in ontboste gebieden, overstromingen en modderstromen, die hele dorpen kunnen wegvagen. Ook grote delen van Metro Manilla en andere stedelijke gebieden komen regelmatig blank te staan ten gevolge van de tyfoons. Davao en het grootste deel van Mindanao liggen zuidelijk van de tyfoongordel en worden dus niet rechtstreeks getroffen.

In 2013 trok de supertyfoon Haiyan over de Filipijnen met zeer grote schade en duizenden doden tot gevolg, onder meer in de stad Tacloban.

Biodiversiteit

De flora en fauna van de Filipijnen worden gekenmerkt door een hoge biodiversiteit. Gunstige landschappelijke en klimatologische omstandigheden hebben geleid tot de aanwezigheid van veel verschillende planten- en diersoorten. De geïsoleerde ligging van de eilandengroep heeft er bovendien voor gezorgd dat een relatief groot deel van de in de Filipijnen voorkomende dieren en planten zich sterk heeft gespecialiseerd. Veel van deze endemische planten- en diersoorten worden echter ernstig bedreigd. Een van de belangrijkste oorzaken hiervoor is de grootschalige ontbossing van de Filipijnen door (illegale) houtkap, mijnbouw en landbouw. Rond 1900 was nog zo'n 210.000 km² (70%) van het land bedekt door oerwouden. In 2009 was dat gebied met een factor tien afgenomen tot 21.000 km² (7%). Vanwege de hoge biodiversiteit en de grote afname van de natuurlijke leefomgeving van veel soorten werden de Filipijnen door Conservation International uitgeroepen tot een van de 25 biodiversiteit-hotspots van de wereld.

De flora van de Filipijnen is nauw verwant aan de soorten in omringende landen van de Indische Archipel. Het totale aantal boom- en plantensoorten in de Filipijnen bedraagt meer dan 14.500. Daarvan komt naar schatting 30 tot 40% endemisch voor in de Filipijnen, wat wil zeggen dat ze nergens anders ter wereld voorkomen. Onder de vaatplanten is de endemie nog hoger. Van de ongeveer 9250 soorten is ongeveer 65% Filipijns endemisch. Veel van deze soorten zijn te vinden in de nog resterende stukken tropisch regenwoud. In 2009 was 21.000 km² (7%) van de Filipijnen bedekt met tropisch regenwoud. In dergelijke regenwouden leven tussen de 2500 en 3000 boomsoorten. De laaglandregenwouden (tot een hoogte van zo'n 1000 meter boven zeeniveau) worden veelal gedomineerd door de tientallen boomsoorten uit de Dipterocarpaceae-familie. Diverse soorten uit deze familie worden gebruikt voor de productie van Filipijns mahonie. Ook groeit daar Pterocarpus indicus, de Filipijnse nationale boom. In de hoger gelegen gebieden, zoals het Cordillera Central en de Sierra Madre in Noord-Luzon vindt men veel dennenbossen, eiken en rododendrons. Naast de duizenden boomsoorten komen op de Filipijnen ongeveer 8000 soorten bedektzadigen voor, waaronder ongeveer 1000 soorten orchideeën. Van deze 1000 soorten komt ongeveer 70% alleen voor in de Filipijnen.

Ook het aantal endemische diersoorten is groot, dergelijke soorten komen buiten de Filipijnen nergens anders ter wereld voor. De lijst van zoogdieren in de Filipijnen bijvoorbeeld telt zeker 215 voornamelijk kleine zoogdiersoorten, waarvan 61% endemisch is. Bijna twee derde van de zoogdierensoorten zijn vleermuizen (80 soorten) of knaagdieren (81 soorten). De Filipijnse Muridae vormen de grootste familie binnen de klasse van de zoogdieren.

In tegenstelling tot de zoogdieren, waarvan nog met enige regelmatig nieuwe kleine soorten worden ontdekt, zijn de meeste in de Filipijnen voorkomende vogelsoorten al lang geleden beschreven. Ook deze groep kent een relatief hoge graad van endemie. Ongeveer 30% van de bijna 600 in de Filipijnen waargenomen vogelsoorten, komt nergens anders ter wereld voor. De grootste groep zijn de ongeveer honderd endemische zangvogels. Ook komen er zestien unieke duivensoorten voor, waaronder de vijf soorten dolksteekduiven. Een veel opvallendere groep vogels zijn de Filipijnse neushoornvogels. Deze grote luidruchtige vogels worden zoals veel van de Filipijnse diersoorten bedreigd door de snelle achteruitgang van hun leefgebied. De nationale vogel van de Filipijnen is de Filipijnse apenarend. Deze arend is een van de grootste vogels ter wereld en leeft slechts nog in enkele grote stukken overgebleven oerwoud op Luzon en Mindanao.

In de Filipijnen leven verder ruim 380 soorten reptielen en amfibieën, waaronder diverse giftige soorten, zoals de gevaarlijke Filipijnse brilslang. Ook komen er diverse wurgslangen voor, zoals de netpython, een van de grootste slangen ter wereld. In het zuidoosten van Luzon leeft diep teruggetrokken in de Filipijnse bossen, Grays varaan. Deze soort kan zo'n twee meter lang worden en is een van de grootste en zeldzaamste varanensoorten van de wereld. Van de 102 amfibieën is 74% endemisch, de meeste amfibieën behoren tot de kikkers. De reptielen kennen een vergelijkbaar percentage endemische soorten.

laat minder zien