De zandloperdolfijn (Lagenorhynchus cruciger) is een zeldzame dolfijn die voorkomt in de zeeën rond Antarctica, bij een watertemperatuur van 1 tot 10 °C. Deze soort is zeer slecht bekend; er zijn maar weinig exemplaren bekend en ook foto's zijn zeldzaam. Waarschijnlijk is deze soort van alle dolfijnen het beste aan het leven in de open zee aangepast.
Da
DagdierenVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Vi
VisetersPiscivoor betekent visetend, en is een term in de biologie die gebruikt wordt voor carnivore dieren die vrijwel uitsluitend leven van vissen. Het g...
We
WeekdiereterWa
WaterdierenEen aquatisch dier of waterdier is een in het water levend dier, dus direct afhankelijk van water. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld landdieren...
Pr
Precociale dierenRo
RoofdierenPredatie is het vangen, doden en opeten door een organisme, meestal een dier, van een ander dier, het prooidier. Predatoren worden ook natuurlijke ...
No
NomadischLe
LevendbarendViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
So
Sociale dierenMi
MigrerendH
begint metDeze dolfijn heeft een zwarte rug en een witte buik. De flanken zijn zwart, op twee grote witte stukken na. Het eerste stuk begint net boven de ogen en loopt door tot iets voor de rugvin. Achter de rugvin begint het tweede stuk, dat tot vlak bij de staart loopt. Tussen deze twee stukken loopt een smalle witte streep. Dit kleurpatroon lijkt op een zandloper; dat is ook waar dit dier zijn naam aan te danken heeft. Ook de staart en de vinnen zijn zwart. De vrij lange, taps toelopende vinnen zijn gebogen van vorm. Ook de grote rugvin is gebogen. De kop-romplengte bedraagt 1,63 tot 1,83 m. Vrouwtjes zijn wat groter dan mannetjes. Gemiddeld zitten er 28 tanden in elke kaakhelft.
Waarschijnlijk eet het dier koppotigen en kleine vissen. Het dier komt voor in relatief kleine scholen; er zijn geen groepen van meer dan zes dieren waargenomen. De zandloperdolfijn kan snel zwemmen en springt als hij op de vlucht is niet vaak uit het water.