Noord-afrikaanse olifantspitsmuis
De Noord-Afrikaanse olifantspitsmuis (Petrosaltator rozeti) is een zoogdier uit de familie van de springspitsmuizen (Macroscelididae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Georges Louis Duvernoy in 1833. De soort werd tot 2016 tot het geslacht Elephantulus gerekend, maar werd naar nieuw eigen geslacht verplaatst: Petrosaltator, omdat het nauwer verwant bleek aan Petrodromus en Macroscelides dan aan Elephantulus. De afsplitsing met Petrodromus vond waarschijnlijk plaats tijdens het Mioceen.
Cr
CrepusculairEen schemeractief dier of crepusculair dier is een dier dat in de schemering actief zijn, maar niet 's nachts. In feite zijn zelfs veel dieren die ...
Da
DagdierenVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
In
InsectenetersEen insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
Cu
Cursoriale dierenTo
TorporaalTorpor is een toestand van verminderde fysiologische activiteit die wordt waargenomen bij enkele kleine zoogdieren en vogels. Het wordt over het al...
Sp
Springende dierenTe
TerrestrischeViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Mo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
So
Solitaire dierenGe
Geen migrantN
begint metDe Noord-Afrikaanse olifantspitsmuis heeft een knaagdierachtig uiterlijk, met een klein lichaam, grote oren en een lange staart. Het weegt ongeveer 50 gram, wat erg licht is in vergelijking met andere springspitsmuizen. De totale lengte is 24 tot 38 centimeter, waarvan de staart 13 tot 16 centimeter lang is. De vachtkleur van de rug varieert van geelbruin tot bleek roze, de buik is altijd wit. Het heeft een lange flexibele snuit, wat typisch is voor springspitsmuizen, die het rond kan bewegen. De neusgaten bevinden zich richting het puntje van de snuit, waar ook lange snorharen uit groeien. De achterpoten zijn langer dan de voorpoten, waardoor ze goed kunnen rennen en springen. Noord-Afrikaanse olifantspitsmuizen gebruiken goed ontwikkelde klieren, die onder de staart zijn geplaatst, om territorium te markeren. Een volwassen exemplaar heeft 42 tanden, met een tandformule van 3.1.4.23.1.4.3.
De soort komt voor in Algerije, Libië, Marokko, Tunesië en de Westelijke Sahara. Het is de enige soort uit de Afrotheria die voorkomt in het Atlasgebergte.