Poelkikker
Koninkrijk
Fylum
Klasse
Volgorde
Familie
SOORTEN
Pelophylax lessonae

De poelkikker of kleine groene kikker (Pelophylax lessonae, vroeger Rana lessonae) is een kikker die behoort tot de familie echte kikkers (Ranidae) en het geslacht van de groene kikkers (Pelophylax).

Laat meer zien

De poelkikker heeft een groene kleur, de populaties in het noorden van het verspreidingsgebied hebben echter een meer bruine kleur. Het is een kleine soort, kleiner dan de middelste groene kikker of bastaardkikker Pelophylax kl esculentus, die nog weer wat kleiner is dan de meerkikker Pelophylax ridibundus. Deze bastaardkikker is een zichzelf op een bijzondere manier voortplantende kruising tussen poelkikker en meerkikker en heeft daarom eigenschappen die tussen de oudersoorten in liggen.

De poelkikker is een Centraal-Europese soort die niet voorkomt in zuidelijk Europa rond het Middellandse Zeegebied en ook op het Iberisch Schiereiland komt de soort niet voor. Het is in België een zeldzame soort, in Nederland is de poelkikker algemener.

De poelkikker leeft van kleine ongewervelden en sommige kleinere gewervelde dieren, zoals kleinere kikkers. De poelkikker heeft daarnaast dezelfde vijanden als andere groene kikkers, vooral vogels zoals de blauwe reiger, de ringslang en zoogdieren als de bunzing jagen actief op kikkers. De poelkikker is een warmteminnende soort die zich ophoudt in zonbeschenen, voedselarme en plantenrijke wateren.

Laat minder zien

Uiterlijk

De poelkikker heeft een groene kleur en bereikt een lengte van ongeveer 5 tot 6 centimeter. De mannetjes blijven kleiner dan de vrouwtjes en worden zo'n 45 tot 55 millimeter lang, maximaal 70 mm. De vrouwtjes worden ongeveer 55 tot 65 millimeter lang met uitschieters tot 80 mm.

Laat meer zien

De lichaamskleur van de poelkikker is net als andere groene kikker die een groot verspreidingsgebied hebben zeer variabel. De kikker is dan ook gemakkelijk met andere soorten te verwarren, zie ook onder onderscheid met andere soorten. De basiskleur van de poelkikker is net als de andere Pelophylax- soorten meestal groen, in het noordelijke deel van het verspreidingsgebied komen meer bruine variaties voor. De groene kleur is echter eveneens variabel, de meeste exemplaren zijn grasgroen tot donkergroen, mannetjes krijgen in de paartijd een lichtere kleur die het paarkleed wordt genoemd. Ze worden dan lichtgroen tot geelgroen en zijn duidelijk te onderscheiden van de vrouwtjes. De dorsale (rug)zijde is in de regel donkerder dan de flanken en de buik is altijd zeer licht en neigt naar wit. De rug is bruin tot donkergroen met lichtere strepen en lichtgroene flanken; op het midden van de rug is een lichte streep aanwezig. De dorsolaterale lijsten zijn bruin en steken hiermee af tegen de meestal groene basiskleur. De poten en flanken zijn bedekt met zwarte of donkerbruine vlekken. De snuit is relatief spits, de klierlijst die van het oog naar het tympanum loopt is vaak minder geprononceerd dan bij de gelijkende meerkikker. De kwaakblazen van de poelkikker zijn wit en enigszins transparant.

De eiklompen van poelkikkers bevatten wat minder eieren per klomp dan bij meerkikkers en bastaardkikkers. De dooier is tweekleurig, bruin en beige-wit, waarbij de donkere kant naar boven draait (zie foto van amplex). De zinkende eieren zakken tussen de vegetatie en zijn lang niet zo opvallend als de grote drijvende klompen met zwarte kernen die de bruine kikker en heikikker afzetten vlak na de winter, wanneer de waterplanten nog niet zijn uitgegroeid. De larven van groene kikkers zijn niet direct van elkaar te onderscheiden.

Laat minder zien

Verdeling

Geografie

In zuidelijk Europa komt de poelkikker niet voor, maar wel zijn hier andere groene kikkers te vinden die tot het geslacht Pelophylax behoren. Op het Iberisch Schiereiland komt de Iberische meerkikker (Pelophylax perezi) voor. In de Balkan en het gebied ten zuiden hiervan komen de Albanese poelkikker (Pelophylax shqipericus) en de Griekse poelkikker (Pelophylax epeiroticus) voor. In het zuidelijke deel van Italië, waar de poelkikker eveneens ontbreekt, worden de Italiaanse poelkikker (Pelophylax bergeri) en de Italiaanse middelste groene kikker (Pelophylax kl hispanica) gevonden.

Laat meer zien

omt de Iberische meerkikker (Pelophylax perezi) voor. In de Balkan en het gebied ten zuiden hiervan komen de Albanese poelkikker (Pelophylax shqipericus) en de Griekse poelkikker (Pelophylax epeiroticus) voor. In het zuidelijke deel van Italië, waar de poelkikker eveneens ontbreekt, worden de Italiaanse poelkikker (Pelophylax bergeri) en de Italiaanse middelste groene kikker (Pelophylax kl hispanica) gevonden.

De poelkikker komt voor in de landen België, Denemarken, Duitsland, Engeland, Estland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Rusland, Servië, Slovenië, Slowakije, Zweden, Tsjechië, Wit-Rusland en Zwitserland.

In Engeland is de soort inmiddels bijna geheel verdwenen. In het zuidoostelijk gelegen graafschap Norfolk is nog een populatie bekend maar deze dieren zijn geïntroduceerd. Tot recentelijk was er waarschijnlijk nog een relictpopulatie aanwezig maar vanaf 1999 zijn er geen waarnemingen meer gedaan. In 2005 werden 100 kikkervisjes en 50 jonge en volwassen kikkers gevangen in Zweden en uitgezet in Norfolk, later zijn nog meer dieren uitgezet.

Habitat

Deze soort komt voor in matig voedselarme poelen, vijvers en vennen op zandgronden en in hoogveengebieden. De kikker is te vinden in de vegetatie- of strooisellaag rond kleine wateren. Voorbeelden van geschikte leefomgevingen zijn elzenbroeken, hoogveenmoerassen en veedrinkpoelen.

De poelkikker is een terrestrische (op de bodem levende) soort die niet kan klimmen. De kikker is meer op het land te vinden in vergelijking met andere groene kikkers en overwintert over het algemeen ook op het land, en niet op de bodem van het water zoals veel andere soorten. In de voortplantingstijd kwaken de mannetjes in grote groepen in door waterplanten bedekte wateren. Als de voortplantingstijd voorbij is bevinden de kikkers zich op het land, alleen bij droogte wordt het water opgezocht.De poelkikker is voornamelijk een bewoner van laaggelegen gebieden. In Oostenrijk is de kikker aangetroffen op een hoogte van 1550 meter boven zeeniveau maar meestal wordt de kikker gevonden op een hoogte van minder dan 600 meter boven zeeniveau.

Laat minder zien

Gewoonten en leefwijze

De poelkikker overwintert over het algemeen op het land in losse bosgrond. Hij wordt later actief dan de bruine kikker en begint eind april aan de voortplanting bij een warm voorjaar.

Laat meer zien

De poelkikker is zowel dagactief al nachtactief. 's Nachts bij regenachtig weer maken de poelkikkers tochten waarbij ze nieuwe leefgebieden kunnen vinden, terwijl ze overdag actief foerageren.

Laat minder zien
Leefwijze

Dieet en voeding

Paringsgewoonten

In de lente vindt de voortplanting plaats, waarbij de mannetjes zich vanaf maart maar meestal in april en mei in het water verzamelen. Op geschikte plekken vormen zich vaak grote kwaakkoren, waarbij er zich meer dan tien exemplaren op een vierkante meter kunnen bevinden. De mannetjes lokken de vrouwtjes, ze gaan in het water zitten kwaken tot er zich een geschikte partner aandoet. Het gekwaak van de mannetjes is regelmatig, vrij langdurig en monotoon. Andere groene kikkers hebben meer hortende en stotende geluiden.

Laat meer zien

De bevruchting vindt plaats in het water, vaak binnen de kwaakkoren, dit geschiedt over het algemeen 's nachts. Het mannetje klemt een wijfje vast met de voorpoten en zodra zij haar eieren afgeeft -waarbij ze haar lichaam strekt- loost het mannetje zijn zaad. Wijfjes produceren ongeveer 600 tot 3000 eitjes per seizoen, die in verschillende klompen worden afgezet. De eiermassa's van de poelkikker blijven niet drijven zoals de eieren van andere groene kikkers, maar zinken naar de bodem.

Het embryonale stadium vindt in het ei plaats, hierbij ontwikkelen de embryo's kleine kieuwen. De duur van het eistadium varieert tussen 4 en 7 dagen, de temperatuur moet tussen 11 °C en 37 °C graden liggen. De larven zijn wormachtig als het ei wordt verlaten. Ze hebben dan een lichaamslengte van ongeveer 5 tot 8 millimeter. Kleine groene kikkerlarven zijn herkenbaar aan een lichte vlekken bij de ogen (masker). Ze groeien gedurende enkele maanden door naar een lichaamslengte van 50 tot 75 mm. Net als bij andere kikkers overwinteren de larven soms bij ongunstige omstandigheden. Ze worden dan aanmerkelijk groter, dergelijke larven worden reuzenlarven genoemd en kunnen een lichaamslengte bereiken van 130 mm inclusief staart.

De metamorfose van de larven vindt meestal eind juli plaats, waarbij de ontwikkelingstijd ongeveer acht tot twaalf weken bedraagt. De poelkikker wordt geslachtsrijp op een leeftijd van één tot twee jaar. De poelkikker kan in de vrije natuur tot twaalf jaar oud worden.

Laat minder zien

Populatie

Referenties

1. Poelkikker artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Poelkikker
2. Poelkikker op de IUCN Rode Lijst-site - https://www.iucnredlist.org/species/58643/86643256

Meer fascinerende dieren om over te leren