De kleine toepaja (Tupaia minor) is een zoogdier uit de familie van de echte toepaja's (Tupaiidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Günther in 1876.
Da
DagdierenAl
Allesetende dierenEen omnivoor of alleseter is een dier dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel kan eten om te overleven.Een overwegend carnivoor dier dat ten min...
Bo
BoombewonendeZo
ZoochoryTe
TerrestrischeTe
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Viviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Do
Dominantie hiërarchieGe
Geen migrantP
begint metDe rugvacht is olijf- of roodbruin gestippeld. Ze worden 11,5 tot 13,5 cm lang plus een staart van 13 tot 17 cm en wegen ongeveer 30 tot 70 gram. Het dier kan goed horen, zien en ruiken. De lange staart wordt gebruikt voor het bewaren van zijn evenwicht tijdens het rennen en klimmen.
Deze kleine toepajasoort is beter dan de meeste verwanten bestand tegen het kappen van bossen, omdat deze behendige klimmer zich ook kan handhaven in plantages, parken en tuinen. Zijn voedsel zoekt het overdag in bomen en struiken, tussen liggend hout en onder stenen en bestaat uit zaden, vruchten, aas en kleine dieren, dat ze net als eekhoorns tussen de voorpoten vasthouden.
De draagtijd is ongeveer 50 dagen, waarna er 2 of 3 jongen worden geboren, die worden achtergelaten in een bladernest in een boom. Af en toe keert de moeder terug om de jongen te zogen.