Gevlekte hyena
Koninkrijk
Fylum
Onderstam
Klasse
Volgorde
Onderorde
Familie
Soort
SOORTEN
Crocuta crocuta
Grootte van de populatie
27-47 Thou
Levensduur
20-40 years
Top snelheid
60
37
km/hmph
km/h mph 
Gewicht
40.5-64
89.1-140.8
kglbs
kg lbs 
Hoogte
70-91.5
27.6-36
cminch
cm inch 
Lengte
95-166
37.4-65.4
cminch
cm inch 

De gevlekte hyena (Crocuta crocuta) is een groot, wijdverspreid landroofdier dat in groepen leeft waarin de vrouwtjes dominant zijn. Het dier jaagt vooral 's nachts, alleen of in groepen en leeft voornamelijk van grotere hoefdieren, maar staat er ook om bekend dat het kadavers eet. De soort komt voor in Afrika, tussen ongeveer 17° noorderbreedte en 28° zuiderbreedte, van zeeniveau tot zo'n 4000 meter hoogte, en het dier leeft daar in verschillende habitats, van savannes tot moerassen, maar niet in de regenwouden van het Kongobekken. De soort staat wereldwijd op de lijst van de IUCN als niet-bedreigde soort (2014).

Uiterlijk

De gevlekte hyena is een groot, 40–80 kg zwaar landroofdier dat leeft in groepen waarin de vrouwtjes dominant zijn. De vrouwtjes zijn wat zwaarder gebouwd en gemiddeld iets groter dan de mannetjes in hetzelfde gebied. De totale lichaamslengte is 145–180 cm bij vrouwtjes en 144–174 cm bij mannetjes, met een schouderhoogte van 73–89 cm bij vrouwtjes en 70–87 cm bij mannetjes. De grondkleur van de vacht varieert sterk, van licht grijsbruin via geelbruin tot roodbruin, met donkerbruine tot zwarte vlekken. De vlekken vervagen echter naarmate de dieren ouder worden. De vacht van de volwassen dieren voelt ruw aan. Jongere individuen hebben echter een zachte en pluizige vacht. De ronde oren zijn ongeveer 11 cm lang, staan rechtop en hebben kort, vuilwit en grijs haar aan de binnenkant. De neus is zwart en glad. Elke poot eindigt in vier tenen, met klauwen die niet ingetrokken kunnen worden. De goed ontwikkelde nek en langere voorpoten geven het dier een naar achter hellende rug die het duidelijkst is wanneer het dier wegrent. Deze bouw stelt het de gevlekte hyena ook in staat grote stukken vlees van de grond af mee te nemen en zware karkassen weg te slepen. Vrouwtjes hebben 2 of soms 4 tepels van 2,5 cm lang en 1-1,5 cm dik op de buik, die zwart gekleurd zijn in de zoogtijd. Op de piek van de melkgift is elke borstklier ongeveer 26 cm lang, 10 cm breed en 5 cm dik. Het borstweefsel krimpt na het spenen, maar verdwijnt niet volledig. De clitoris en penis hangen beide naar onder en iets naar voren, kunnen een erectie krijgen, zijn vergelijkbaar in vorm en grootte (zo'n 17 cm lang), beide met een voorhuid, en een eikel met de opening van de urinebuis aan de punt. Die eikel is echter breed en stomp bij vrouwtjes en loopt taps toe bij mannetjes. De gelijkenis gaat nog verder omdat bij het vrouwtje de schaamlippen zijn vergroeid tot een soort balzak. Plinius dacht daarom ten onrechte dat hyena's hermafrodiet zijn.

Laat meer zien

De hersenen van C. crocuta zijn ongeveer 8 cm lang, 7 cm breed en hebben een inhoud van omstreeks 160 cm3, waarbij frontale kwabben van de grote hersenen zo'n 40 cm3 innemen, de pariëtale, temporale en occipetale kwabben ongeveer 90 cm3 en de kleine hersenen en hersenstam samen omstreeks 25 cm3. De lengte van de schedel van de volwassen dieren is 21-22,5 cm. De tandformule van de volwassen gevlekte hyena is 3.1.4.13.1.3.1 × 2 = 34, dat wil zeggen drie snijtanden, een hoektand, vier valse kiezen en een ware kies in elke helft van de bovenkaak, en dezelfde tanden in de onderkaak maar daar slechts drie in plaats van vier valse kiezen aan elke kant. De tandformule van het melkgebit is 3.1.0.03.1.0.0 × 2 = 16, dus drie snijtanden en een hoektand in elke helft van zowel de boven- als de onderkaak, maar nog geen valse en ware kiezen. De gebitselementen die worden gebruikt om botten te versplinteren zijn de derde bovenste en onderste valse kiezen, terwijl met de bovenste vierde valse kies en de ware kiezen dikke stukken huid of pees kunnen worden doorgesneden. De bijtkracht neemt toe tot ongeveer 5 jaar oud. Adolescenten kunnen dus veel minder zware botten aan dan volwassenen. De tong is langwerpig, afgeplat en dun, met aan de bovenzijde in het midden een ovaal gebied met stompe papillen en een rand met teruggebogen papillen. De keelamandelen zijn ovaal met schuine ribbels van klieren. Het korte, zacht verhemelte mist een huig. Het strotklepje sluit het kraakbeenachtige strottenhoofd af, dat overgaat in de 28 cm lange luchtpijp met 49 kraakbeenringen van verschillende breedte. De twee niet-verbonden helften van de schildklier strekken zich uit van het ringkraakbeen van het strottenhoofd tot de zesde kraakbeenring. De rechterlong heeft zes lobben, terwijl de linkerlong er maar drie heeft. Tussen de linker- en rechterkamer van het hart is de plaats waar voor de geboorte een doorgang zat (het foramen ovale) duidelijk omlijnd. De nieren zijn bolvormig zonder lobben. De peervormige blaas is 7 cm lang als hij leeg is. De dikgespierde slokdarm kan worden verwijd en heeft een dichte, taaie slijmlaag met plooien in de lengterichting. De maag heeft dikke wanden en is aan de binnenkant bedekt met kriskras lopende plooien van verschillende diktes, en leeg is hij ongeveer 23 cm lang en 18 cm doorsnede op het breedste punt. De opening van de maagportier heeft een diameter van ongeveer 0,3 cm. De dunne darm is ongeveer 82 cm lang en heeft vernauwingen op onregelmatige afstanden. Het inwendige van het darmslijmvlies is bedekt met darmvlokken. De acht Peyerse platen - ovale, verdikte delen van de darmwand met veel lymfklieren - worden groter van de maag tot het onderste deel van de dunne darm. De blindedarm is ongeveer 15 cm lang en bevindt zich bij de overgang van de dunne en de dikke darm. Deze dikke darm is zo'n 67 cm lang en goed gespierd. Beide geslachten hebben uitgebreide anaalklieren, waaronder een paar grote klieren, één aan weerszijden van het rectum en talrijke kleinere klieren, die een pasteuze afscheiding produceren. De twee segmenten van de lever zijn elk verdeeld in lobben. Er is een peervormige galblaas, een lange, smalle alvleesklier van ongeveer 3 bij 3 cm en een langwerpige, tongvormige milt van 41 cm lang en 3–8 cm breed. In elk van de normale cellen van deze soort bevinden zich 40 chromosomen (2n = 40).

Laat minder zien

Video

Verdeling

Geografie

De gevlekte hyena is wijdverspreid in Afrika ten zuiden van de Sahara, maar komt niet voor in de regenwouden van het Kongobekken en in een groot deel van zuidelijk Afrika. Dit gebied beslaat de zone tussen ongeveer 17° noorderbreedte en 28° zuiderbreedte. Daarbinnen kan het dier worden aangetroffen van zeeniveau tot nabij de sneeuwgrens op de Kilimanjaro en tot 4000 m hoogte.

Gevlekte hyena leefomgevingskaart

Klimaatzones

Gevlekte hyena leefomgevingskaart
Gevlekte hyena
Attribution-ShareAlike License

Gewoonten en leefwijze

De gevlekte hyena is 's nachts vaker actief dan overdag. In de Masai Mara vindt bijna alle activiteit plaats tussen zes uur 's avonds en 9 uur 's morgens, maar dieren waren niet continu actief. Vrouwtjes rusten ongeveer 75% van de tijd en mannetjes 65%. In andere gebieden in Kenia en Tanzania zijn de dieren ook voornamelijk 's nachts actief, maar er wordt ook overdag gejaagd. In de Kalahari werd 69,0% van de tijd besteed aan rusten, 23,6% aan foerageren, 5,1% aan eten en 2,3% aan sociale contacten. De gevlekte hyena loopt vaak in telgang.

Laat meer zien

De gevlekte hyena komt voor in diverse habitats, van halfwoestijnen tot dicht tropische woud. Overdag rusten de dieren meestal in dicht struikgewas, lang gras, rotsspleten, gegraven holen of natuurlijke holtes. De dieren vergraven holen die oorspronkelijk door andere dieren zijn uitgegraven, zoals aardvarkens of wrattenzwijnen en wrattenzwijnen kunnen soms holen blijven gebruiken die ook in gebruik zijn bij gevlekte hyena's. Welpen graven zelf gangen die te smal zijn voor volwassen exemplaren en andere grote roofdieren. Soms zijn vele holen gegroepeerd in een gebied van 15 tot 30 m groot. Individuele holen zijn vaak 1,5 tot 3 m lang en breder dan hoog, met een ingang die tussen 25 en 100 cm breed. Gemiddeld verplaatst een clan zijn gemeenschappelijke hol elke maand, maar holen kunnen jarenlang in gebruik blijven of later opnieuw in gebruik worden genomen. Soms worden holtes gebruikt in kalksteen of andere gesteenten.

Laat minder zien
Seizoensgebonden gedrag

Dieet en voeding

De gevlekte hyena is een vleesetend roofdier met als belangrijkste prooi hoefdieren van 50 tot 180 kg en hun nakomelingen. De prooikeuze verschilt per gebied. In de Serengeti kunnen gnoes, gazelles en zebra's 95% uitmaken van zijn dieet. In de Namibwoestijn zijn gemsbokken goed voor 80% van het voedselpakket en komen bergzebra's op een verre tweede plek met zo'n 12%. In de Kalahari vormen jonge gemsbokken, blauwe gnoes, elandantilopen en springbokken zo'n 65% van het voedsel. Andere hoefdieren die soms worden gevangen zijn de Kaapse buffel, gewone duiker, impala, hartebeesten, klipspringer, grote koedoe, steenbokantilope, lierantilope, wrattenzwijn, waterbok, en vee zoals runderen en geiten. Naast hoefdieren eet C. crocuta ook termieten, vissen, schildpadden, slangen, struisvogels, kalveren van zwarte neushoorn, nijlpaard en Afrikaanse savanneolifant, en andere carnivoren zoals de leeuw, goudjakhals, hond, grootoorvos, civetkatachtigen, mangoesten, maar ook kleinere dieren als klipdassen, aardvarkens, apen, hazen, muizen, springhazen en stekelvarkens. Een secundaire voedselbron is aas, inclusief soortgenoten die bijvoorbeeld gedood zijn in clangevechten of door leeuwen. Het dier vangt vliegende termieten, vis in ondiep water, en eet fruit. De belangrijkste voedselconcurrenten zijn leeuwen, wilde honden en gieren. Als gevlekte hyena's in de minderheid zijn staan ze soms een karkas af aan een roedel hyenahonden. Ze volgen echter gieren om karkassen te vinden. Leeuwen zullen hyena's doden wanneer die de strijd aangaan om een karkas. In gebieden waar vee graast, neemt de leeuwenpopulatie vaak af, waardoor de populatie gevlekte hyena's toe kan nemen. De gevlekte hyena kan soms meer dan 30 km verwijderd van zoet water leven. Een wijfje dronk negen keer in 12 dagen. Er wordt zelden langer dan een halve minuut aan een stuk gedronken. Wanneer water schaars is, kunnen hyena's hun water aanvullen met vloeistoffen uit hun prooien.

Paringsgewoonten

PARINGSGEDRAG

De geboorte van hyenawelpen wijkt nogal af van die bij andere zoogdieren, omdat ze naar buiten komen door de urinebuis die door de hele lengte van de clitoris loopt. De urinebuis is uiteraard heel erg rekbaar. Vrouwtjes bevallen vaak in de ingang van een zelfgegraven hol en verplaatsen hun welpen na enkele weken naar een locatie waar de hele clan bij elkaar komt. De holen waar de jongen geboren worden kunnen slechts 100 m verwijderd zijn van het gemeenschappelijke hol, maar soms wel 25 km. Af en toe veranderd het geboortehol in het gemeenschappelijke hol. Als de welpen klein zijn, slapen de moeders in de buurt van het hol en blijven daar veel van hun tijd, maar als de welpen ouder worden, bezoeken de moeders het hol meestal alleen 's morgens en 's avonds om te zogen. Als de welpen niet buiten het hol zijn, zal een moeder ze roepen. Vrouwtjes en welpen liggen allemaal op hun zij tijdens het zogen. Een welp ligt evenwijdig aan de moeder met de staart naar haar hoofd gericht; de tweede welp, indien aanwezig, ligt in een rechte hoek met de moeder.

Populatie

Coloring Pages

Referenties

1. Gevlekte hyena artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Gevlekte_hyena
2. Gevlekte hyena op de IUCN Rode Lijst-site - http://www.iucnredlist.org/details/5674/0

Meer fascinerende dieren om over te leren