De zonneral (Eurypyga helias) is een vogelsoort uit de monotypische familie Eurypygidae die tot de orde Eurypygiformes gerekend wordt. De familie telt één soort.
Deze sierlijke vogel is 43 tot 48 cm lang en 200 gram zwaar. Hij heeft een lange snavel en rode ogen.
De zonneral komt voor in Midden- en Zuid-Amerika van Guatemala tot in Brazilië. Voor de eeuwwisseling waren er ook waarnemingen uit het zuiden van Mexico (Chiapas). Het is een vogel van regenwoud met wat ondergroei, vaak in de buurt van rivieren en beken.Er worden binnen dit verspreidingsgebied drie ondersoorten onderscheiden:
De zonneral heeft een ruim verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op uitsterven uiterst gering. De grootte van de wereldpopulatie geschat op 0,5 tot 5 miljoen individuen. Er is aanleiding te veronderstellen dat de soort in aantal achteruitgaat. Echter, het tempo ligt onder de 30% in tien jaar (minder dan 3,5% per jaar). Daarom staat de zonneral als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.
Het is een zeer schuwe vogel, die alleen of in paren leeft. Het voedsel bestaat uit kleine waterdiertjes, vissen en insecten, die hij in ondiep water wadend besluipt en met een snelle uitval aan de snavel spietst. Hij voert dansen uit en baltst in een dreigende houding met gespreide (bruingrijs met zwart getekende) vleugels en staart.
Mannetje en wijfje bouwen het grote nest, dat een halfronde ingang heeft. De twee à drie jongen zijn bij het uitkomen al vrij ver ontwikkeld.Het nest bevindt zich in een boom of struik en er worden 2 of 3 eieren gelegd. Beide ouders bebroeden de eieren, die na ongeveer 28 dagen uitkomen. De jongen blijven minstens 3 weken op het nest en worden daar door beide ouders gevoerd.