Atlantische, Europese zalm
De Atlantische of Europese zalm (Salmo salar) is een anadrome vis die als volwassen dier hoofdzakelijk in noordelijke zeeën en de Noord-Atlantische Oceaan leeft. De zalm kwam voor de industriële revolutie in alle grote Europese rivieren voor, maar is daar nu praktisch uitgestorven. Veruit de meeste Atlantische zalm die wordt geconsumeerd is kweekvis. De zalm heeft een belangrijke culinaire en economische waarde. Ze kenmerkt zich onder meer door de rode kleur van het vlees.
Vi
VisetersPiscivoor betekent visetend, en is een term in de biologie die gebruikt wordt voor carnivore dieren die vrijwel uitsluitend leven van vissen. Het g...
In
InsectenetersEen insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
Vl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Ei
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Mi
MigrerendA
begint metDe zalm is een vrij slanke gestroomlijnde vis. Er zijn echter enkele ondersoorten die groot en zwaar kunnen worden, tot ca. 1 meter en 36 kilogram.
De zalm die in zee zwemt, is een zilveren verschijning met kleine x-vormige zwarte stipjes die zich boven de zijlijn bevinden. Afhankelijk van het aantal weken dat hij zich in zoetwater bevindt, neemt de zilveren schijn af, worden de wijfjes donker en krijgen de mannetjes een oranje marmering. In deze fase ontwikkelen de mannetjes ook een paaihaak aan de onderkaak.
De jonge visjes die nog in zoet water voorkomen, worden parr genoemd. Ze kunnen worden onderscheiden van de kleine forel aan de gevingerde tekening met tussen de vingers steeds een rood stipje.
Het onderscheid met de zeeforel is lastig zonder directe vergelijking. De zeeforel is forser dan de zalm en heeft ook een wat minder slanke kop. De bek is groter bij de zeeforel en loopt door tot onder het oog. De staartwortel van de zeeforel is dikker, waardoor de vis niet aan de staart kan worden opgetild.
Er komt ook een zoetwatervorm van de zalm voor die Sebago genoemd wordt. In het Vänermeer in Zweden en het Ladogameer in Rusland worden deze dieren blanklax genoemd en in het St. John-Meer in Canada ouananiche. Deze dieren zijn wat meer gedrongen dan de normale vorm en hebben grotere zwarte stippen. De blanklax en de ouananiche worden 1 meter lang. Ook een dwergzoetwatervorm met de naam blegen komt in het stroomgebied van de Otra voor.
De Atlantische zalm komt voor in de noordelijke Atlantische Oceaan en aangrenzende zeeën. In de paaitijd zwemt hij via rivieren het binnenland van Noord-Amerika en Europa in. Vóór menselijk ingrijpen werden de natuurlijke paaigronden van de Atlantische zalm in rivieren van Europa en de Amerikaanse oostkust gevonden. Met name de watertemperatuur was bepalend in de afbakening van het verspreidingsgebied. Vooral in dunbevolktere gebieden, zoals Canada, Groenland en delen van Scandinavië, komt de zalm nog zoals vanouds in groten getale voor tijdens de paaitijd.
De soort is regionaal ook geïntroduceerd buiten zijn natuurlijke verspreidingsgebied. Dit is onder andere het geval in de (noordelijke) Stille Oceaan en Nieuw-Zeeland. De vestiging is niet steeds succesvol gebleken.
De kuit van de zalm is voor een vis bijzonder groot, zo'n 5 tot 7 mm. Het duurt ook erg lang tot de eieren uitkomen, tussen de 70 en 200 dagen (afhankelijk van de watertemperatuur). Daarna duurt het nog eens zo'n 45 dagen voordat de larven hun dooierzak hebben opgebruikt en zelf voedsel op gaan nemen. De paaiperiode is zo afgestemd dat de fase waarin de larven voedsel op gaan nemen samenvalt met een groot natuurlijk aanbod van voedsel.
De zoetwaterfase wordt parr genoemd en duurde in de Rijn één jaar. In Noorwegen kan deze fase wel vijf jaar duren. In deze periode leven de zalmen solitair en territoriaal, zoals kleine forellen.
De fase waarin de jonge vissen naar zee gaan trekken wordt de smolt genoemd. De dieren trekken waarschijnlijk heel snel de rivier af (de zeeforel sneller dan de gemiddelde stroomsnelheid). Na een korte aanpassingsperiode in brak water beginnen de zalmen aan hun leven op zee.
Om de zalm terug te brengen in de Europese rivieren is een uitgebreid programma in gang gezet.
De zalm stond als verdwenen (als wilde soort) op de Rode Lijst maar is in 2004 afgevoerd van deze lijst omdat de paaigebieden buiten Nederland liggen. Wel is de zalm krachtens Europese milieuwetgeving beschermd, zoals in bijlagen 2 en 5 van de Habitatrichtlijn. Daarom heeft de Nederlandse overheid de taak om beschermingszones voor de zalm aan te wijzen. Verder wordt de zalm genoemd in bijlage 3 van de Conventie van Bern. Op de internationale Rode Lijst van de IUCN kreeg de zalm in 1996 de status veilig, met de notatie dat herziening van deze status gewenst is.