De taigagaai (Perisoreus infaustus) is een vogel uit de familie van de kraaien. De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 als Corvus infaustus gepubliceerd door Carl Linnaeus.
Da
DagdierenAl
Allesetende dierenEen omnivoor of alleseter is een dier dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel kan eten om te overleven.Een overwegend carnivoor dier dat ten min...
Ei
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Te
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Bo
BoombewonendeTe
TerrestrischeMo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
Sa
SamenscholendeSo
Sociale dierenDo
Dominantie hiërarchieGe
Geen migrantS
begint metDe taigagaai wordt 26 tot 29 cm lang; de spanwijdte is ruim 40 cm. Hij weegt ongeveer 75 tot 90 gram. Mannetje en vrouwtje zien er hetzelfde uit. De grondkleur is beigebruin, het verenkleed is grijzig met een donkere kopkap; de stuit, staart en delen van de vleugels zijn roestrood. Juveniele vogels hebben meer bruinachtige bovendelen. Als de taigagaai vliegt, is met name op de borst duidelijk een rode vlek te zien. De taigagaai kan niet zingen; hooguit kan hij, net als de Vlaamse gaai, een krassend geluid produceren bij schrik of gevaar.
De taigagaai komt voor in de taiga van Noord-Europa en de noordelijke delen van Canada en Rusland. Alleen al in Europa wordt de populatie op enkele honderdduizenden geschat. Het is een uitgesproken standvogel. De taigagaai leeft al met al tamelijk teruggetrokken, maar is bij ontmoeting met mensen niet overdreven schuw; in de winter komt hij vaak in de buurt van dorpen.
Er worden 8 ondersoorten onderscheiden:
Taigagaaien zijn alleseters: ze eten onder andere zaden, noten, bessen en insecten, maar ook aas. Net als de Vlaamse gaai en de notenkraker verstopt hij zaden en noten in de grond als wintervoorraad. De taigagaai is bijna altijd in staat om zijn voorraad terug te vinden, ook als er sneeuw ligt.
Het nest wordt gebouwd tegen de stam van naaldbomen op een hoogte van 3 tot 5 meter. Het wordt goed geïsoleerd met dennentakken, mossen en haren. Het vrouwtje legt in april of mei gemiddeld drie tot vier groene of grijsachtige eieren die bedekt zijn met bruine vlekken. De eieren komen na 16 tot 17 dagen uit. Kuikens kunnen al snel zelf vliegen, maar blijven desondanks nog geruime tijd bij hun ouders. Een paar blijft het hele leven samen.