De druppelschildpad (Clemmys guttata) behoort tot de familie moerasschildpadden (Emydidae). Het is tegenwoordig de enige soort uit het geslacht Clemmys. De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Johann Gottlob Schneider in 1792. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Testudo guttata gebruikt.
Da
DagdierenAl
Allesetende dierenEen omnivoor of alleseter is een dier dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel kan eten om te overleven.Een overwegend carnivoor dier dat ten min...
Se
Semiaquatische dierenRo
RoofdierenPredatie is het vangen, doden en opeten door een organisme, meestal een dier, van een ander dier, het prooidier. Predatoren worden ook natuurlijke ...
Pr
Precociale dierenHo
Holbewonende dierenEen graafgang is een holte of een tunnel die een dier in de grond heeft gegraven als tijdelijk verblijf, als schuilplaats of als bijproduct van ond...
Te
TerrestrischeOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Ov
Over het algemeen solitaire dierenGe
Geen migrantIn
In winterslaapDe winterslaap, ook wel hibernatie is een staat van voortdurende hypothermie. Deze kan een lange periode duren, een aantal dagen, enkele weken en s...
Estivatie is bij dieren een zomerslaap, de tegenhanger van de winterslaap. Bij planten gaat het om de knopligging, de wijze van onderlinge plaatsin...
S
begint metDe druppelschildpad wordt niet erg groot; het schild of carapax bereikt een maximale lengte tot 12,5 centimeter, de soort heeft een vrij rond schild en is eenvoudig te herkennen aan de uniform zwarte lichaamskleur met kleine, heldere witte stippen op het rugschild. Bij jonge exemplaren zijn deze vlekken wat groter en meestal geel, en ook hebben de juvenielen een rode tekening op de buik, die na enkele jaren verdwijnt.
De schildpad komt voor in het oosten van Noord-Amerika in de Amerikaanse staten Georgia, North Carolina, South Carolina, Florida, Virginia en New England, en in Zuidoost-Canada. Deze soort is niet kieskeurig en houdt van alle wateren, als het maar niet te snel stroomt, een modderbodem aanwezig is en er zowel onder water als boven water groeiende waterplanten zijn. De schildpad komt regelmatig op het land, maar blijft in de buurt van een poel zodat hij er snel in kan duiken bij gevaar.
De druppelschildpad is een omnivoor, het voedsel bestaat uit insecten, visjes en andere kleine waterdiertjes maar ook wel waterplanten. Ze houden een zomerslaap in de modderige bedding van meren en rivieren of in holen van bisamratten. Soms houden ze ook nog een winterslaap op vergelijkbare plaatsen.
Het vrouwtje zet meestal niet meer dan vier eieren af die in mei of juni uitkomen.