De kleine blinkslak (Aegopinella pura) is een slakkensoort uit de familie van de Oxychilidae. De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1830 voor het eerst geldig gepubliceerd door Joshua Alder.
Het rechts-gewonden slakkenhuisje is laag taps toelopend met 3½ tot 4½ matig convexe windingen die langzaam en gelijkmatig toenemen. De naad is erg vlak. De kast is 3,5 tot 5 mm breed en 2,0 tot 2,7 mm hoog. De omtrek is zeer licht geschouderd tot zeer licht gekield. De topwinding wordt in het laatste kwart iets breder naar de mond toe, maar valt niet af. De mond is enigszins schuin elliptisch, afgezien van de snede door de voorgaande winding. De mondrand is recht en puntig. De navel is breed en enigszins excentriek; het neemt ongeveer een kwart van de breedte van de behuizing in beslag.
De schaal is dunwandig en doorschijnend, en is kleurloos tot licht hoornkleurig. Het oppervlak vertoont duidelijke groeistrepen die elkaar kruisen met onderbroken spiraalvormige strepen (alleen zichtbaar met de microscoop bij een vergroting van 35-40x). Het oppervlak glanst slechts zwak. Het zachte lichaam van de slak zelf is lichtgrijs tot donkergrijs met twee zwarte lijnen langs de zijkanten, vaak met zwarte vlekken. Het hoofd en de bovenste tentakels zijn donkergrijs van kleur.