Argali
Koninkrijk
Fylum
Onderstam
Klasse
Volgorde
Familie
Onderfamilie
Soort
SOORTEN
Ovis ammon
Grootte van de populatie
80-90 Thou
Levensduur
10-13 years
Top snelheid
60
37
km/hmph
km/h mph 
Gewicht
43-328
94.6-721.6
kglbs
kg lbs 
Hoogte
85-135
33.5-53.1
cminch
cm inch 
Lengte
136-200
53.5-78.7
cminch
cm inch 

De argali (Ovis ammon), een wild schaap, is een evenhoevig zoogdier uit de familie der holhoornigen (Bovidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd als Capra ammon in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. De argali is de grootste schapensoort ter wereld. Argali's leven op de hoogvlakten en steppen van Centraal-Azië.

Uiterlijk

Argali's hebben een gewicht tussen 65 en 220 kilogram. De lichaamslengte ligt tussen 120 en 200 centimeter en de staart voegt hier nog eens ongeveer 14 centimeter aan toe. De schouderhoogte ligt tussen 90 en 135 centimeter. In de regel zijn de zuidwestelijke ondersoorten kleiner dan de noordoostelijke ondersoorten.

Laat meer zien

De kleur van de vacht varieert. In de winter is de grondkleur bruin, waarin roodbruine, donkerbruine en beigekleurige variaties voorkomen. In de zomer worden de dieren roder van kleur. Van de hals tot het midden van de rug loopt een zwarte streep, die alleen in de zomer zichtbaar is. De buik is gelig tot grijswit. Tussen de lichtgekleurde buik en donkere flanken loopt een bruine of zwarte streep, die vaak echter slecht zichtbaar is of onderbroken wordt. De kont en staart zijn wit van kleur. Bij twee ondersoorten (de gobi-argali en de altai-argali) komen witte vlekken op de rug voor. Ook de hals en punt van de neus kunnen wit van kleur zijn. De poten zijn aan de buitenzijde bruin, vaak iets donkerder dan de flanken en rug. Aan de binnenzijde zijn ze wit. De vrouwtjes (ooien) zijn gemiddeld genomen vaker lichter van kleur dan de mannetjes (rammen).

De horens zijn groter en zwaarder dan die van andere wilde schapensoorten. Ze zijn geelbruin tot grijsbruin van kleur en groeien bij de mannetjes in een spiraal, die tot twee maal rond kan lopen alvorens naar buiten om te buigen. Aan de basis hebben de horens een omvang van ongeveer 40 cm. Bij de mannetjes van de pamirargali kunnen de horens 164 cm lang worden, bij andere ondersoorten ligt de lengte tussen de 110 en 120 cm. In de regel kunnen de horens een gezamenlijke breedte van 75 cm bereiken, maar bij de pamirargali kan dat oplopen tot 130 cm. Samen met de schedel kunnen de horens 22 kg wegen. De horens zijn sterk geribbeld en zijn door onderlinge gevechten aan de toppen vaak afgebroken. De vrouwtjes hebben veel kleinere horens, die 30 tot 45 cm lang worden en ongekromd op de kop staan.

De dieren bewegen zich voort op een wijze die vergelijkbaar is met tamme schapen. De mannetjes kunnen snelheden tot 50 km/uur bereiken, de vrouwtjes tot 60 km/uur.

Laat minder zien

Video

Verdeling

Geografie

Meestal is de argali te vinden in alpiene weiden en open plekken in lichte bosschages. Gewoonlijk mijden ze bosrijkere gebieden, maar in sommige streken zijn ze door de veeteelt en jacht teruggedrongen tot buiten de natuurlijke habitat, zodat het bosdieren geworden zijn.

Laat meer zien

un, het Tibetaans Plateau, de Karakoram en de Himalaya, een gebied dat binnen de grenzen van de landen Mongolië, China, Rusland, Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan, Afghanistan, Pakistan, India en Nepal valt. Vondsten van fossielen uit het Plioceen (5,3 tot 2,6 miljoen jaar geleden) hebben aangetoond dat de argali in die tijd ook in de Kaukasus en de Zagros voorkwam. Resten uit Frankrijk en Italië hebben aangetoond dat ze in het Pleistoceen ook in west-Europa voorkwamen.

Habitat

Meestal is de argali te vinden in alpiene weiden en open plekken in lichte bosschages. Gewoonlijk mijden ze bosrijkere gebieden, maar in sommige streken zijn ze door de veeteelt en jacht teruggedrongen tot buiten de natuurlijke habitat, zodat het bosdieren geworden zijn.

Argali's kunnen aangetroffen worden op hoogtes tussen 300 en 5.750 m. 's Winters dalen de dieren af naar lagere hellingen. De rammen kunnen beter tegen koude en keren vroeger in het voorjaar terug naar de hogere delen van de helling dan de ooien en lammetjes. Liefst grazen argali's op niet al te steile hellingen, hoewel vrouwtjes met jongen vaak steilere delen opzoeken, omdat vijanden ze daar moeilijker kunnen volgen.

Laat minder zien
Argali leefomgevingskaart
Argali leefomgevingskaart
Argali
Public Domain Dedication (CC0)

Gewoonten en leefwijze

De argali is een kuddedier, dat in groepen van enkele tot tientallen dieren leeft. De mannetjes en vrouwtjes leven in gescheiden groepen. De grootste groepen bestaan uit vrouwtjes, jongen en nog niet geslachtsrijpe mannetjes. Deze kuddes kunnen bij de tiensjanargali tot 90 dieren groot zijn, bij de altai-argali wel 200 dieren groot. In het Kazachse Natuurreservaat Aksoe-Dzjabagli varieert de grootte tussen vijf en vijftien dieren. Niet de sterkste vrouwtjes, maar de niet-geslachtsrijpe mannetjes zijn de dominante dieren in deze groepen. Geslachtsrijpe mannetjes vormen groepen van twee tot 27 dieren. Bij de tiensjanargali zijn deze groepen gemiddeld vier dieren groot, bij de altai-argali acht dieren groot. Soms leven mannetjes ook alleen.

Laat meer zien

Argali's kunnen 13 jaar oud worden, maar de gemiddelde leeftijd ligt rond de 4 tot 5 jaar.

Het dieet van de argali bestaat uit grassen en kruiden, vooral zegge. Op lagere hellingen worden ook bladeren van struiken gegeten. Een volwassen argali werkt op een dag 16 tot 18 kg voedsel naar binnen.

Laat minder zien
Seizoensgebonden gedrag

Paringsgewoonten

PARINGSGEDRAG

De bronsttijd duurt in Mongolië van september tot oktober, in de Altaj van november tot december en in Tibet van december tot januari.

Laat meer zien

Aan het begin van de bronst verdwijnen de mannelijke kuddes omdat de mannetjes zich bij de vrouwelijke kuddes proberen aan te sluiten. Elke kudde vrouwtjes neemt één of meerdere rammen op, maar maximaal ongeveer zes.

In de eerste weken van de bronst bepalen de rammen door gevechten een onderlinge hiërarchie. Het op elkaar stoten van de horens kan 400 tot 800 m verderop nog te horen zijn. Bij de gevechten kunnen de dieren elkaar verwonden (vooral aan de neus) en vaak raken de horens beschadigd.

Na dit eerste deel van de bronsttijd houden de gevechten op en dulden de rammen elkaar beter, maar liefst niet in elkaars naaste omgeving. Na het besnuffelen van de genitaliën van de vrouwtjes komt het tot de paring. Aan het einde van de bronst blijven de mannetjes nog een of twee maanden in de kudde, om daarna weer hun eigen weg te gaan.

Laat minder zien

Populatie

Bedreigingen van de bevolking

De grootste natuurlijke vijand van de argali is de wolf (Canis lupus). Afhankelijk van het gebied is bij 3% tot 73% van alle overleden dieren de doosoorzaak aan de wolf toe te schrijven. Andere predators die op argali's jagen zijn het sneeuwluipaard (Panthera uncia), de veelvraat (Gulo gulo), de Euraziatische lynx (Lynx lynx) en de bruine beer (Ursus arctos). De lammetjes kunnen daarnaast ook ten prooi vallen aan steenarenden (Aquila chrysaetos) en vossen (Vulpes vulpes). Als een lammetje door een vijand bedreigd wordt die voor de volwassen dieren geen gevaar biedt, zullen de moeders proberen het lammetje te beschermen.

Laat meer zien

Een andere doodsoorzaak is koude. In koude winters kunnen complete kuddes aan de kou bezwijken. Zo stierf in de strenge winter van 1996 in Tibet ongeveer de helft van alle argali's.

Laat minder zien

Coloring Pages

Referenties

1. Argali artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Argali
2. Argali op de IUCN Rode Lijst-site - http://www.iucnredlist.org/details/15733/0

Meer fascinerende dieren om over te leren