Da
DagdierenVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Te
TerrestrischePr
Precociale dierenRo
RoofdierenPredatie is het vangen, doden en opeten door een organisme, meestal een dier, van een ander dier, het prooidier. Predatoren worden ook natuurlijke ...
Le
LevendbarendOvoviviparie is het verschijnsel waarbij dieren zich voortplanten door middel van eieren die in het lichaam van de moeder worden bevrucht en uitgeb...
Gi
GiftigSo
Solitaire dierenIn
In winterslaapDe winterslaap, ook wel hibernatie is een staat van voortdurende hypothermie. Deze kan een lange periode duren, een aantal dagen, enkele weken en s...
Ge
Geen migrantA
begint metDe kleur is grijsbruin tot roodbruin met meestal smalle donkere strepen op de rug die soms neigen naar een V-vorm. Achter het oog zit een lange donkere vlek met daaronder een witte streep, ook de buik en keel zijn wit. In Zwitserland, delen van Italië en Sicilië en Montecristo echter komen met grote regelmaat melanische exemplaren voor, dieren die geheel zwart zijn. Waarschijnlijk is dat gerelateerd aan de hoogte waarop ze voorkomen; als de lucht kouder wordt haalt de slang minder energie uit het zonlicht. Een donkere kleur echter heeft meer rendement waardoor dit 'hoogte-nadeel' wordt opgeheven en ze een voordeel hebben ten opzichte van andere soorten slangen. Een echte punt op de neus heeft deze soort niet, wel bredere opstaande randschubben waaraan de soort het best te herkennen is. De staart is kort, vooral bij de mannetjes die ook meer afstekende kleuren hebben dan de vrouwtjes. De lichaamslengte bedraagt maximaal 75 centimeter, de meeste exemplaren worden tot 60 cm lang.
Deze slang komt voor in Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië, Slovenië, Kroatië en Zwitserland. De habitat bestaat uit gematigde bossen en scrublands. Ook in door de mens aangepaste streken zoals akkers, weilanden, plantages, landelijke tuinen en stedelijke gebieden kan de slang worden gevonden. De soort is aangetroffen tot op een hoogte van ongeveer 3000 meter boven zeeniveau.
De biotoop bestaat uit steile heuvelruggen, vochtige bergstreken en bosranden met veel open plekken en vegetatie. Liefst met omgevallen boomstammen of stenen waar de slang onder kan schuilen, klimmen doet de aspisadder niet.
Op het menu staan zoogdieren, zoals knaagdieren en insecteneters. De vrouwtjes zetten geen eieren af maar zijn eierlevendbarend, de jongen komen levend ter wereld. Er komen vier tot 18 jongen per worp geboren die een lichaamslengte hebben van 18 tot 20 centimeter. De jongen eten voornamelijk insecten en hagedissen.
De aspisadder is giftig, het gif wordt gebruikt om de prooi te doden zodat deze zonder veel tegenstand in een keer kan worden doorgeslikt. Het gif breekt weefsels af en vernietigt bloedcellen, dit wordt ook wel hemotoxisch gif genoemd. Volgens de legendes zou de Egyptische koningin Cleopatra met het gif van deze slang zelfmoord gepleegd hebben. Omdat deze soort niet in Egypte en omstreken voorkomt is het waarschijnlijker dat hiervoor een Egyptische cobra is gebruikt, waar in die tijd ook ter dood veroordeelden mee werden geëxecuteerd.