De Borneogoudkat (Catopuma badia of Pardofelis badia) is een katachtige uit Borneo. Deze kat heeft het formaat van een huiskat, hij lijkt op de Aziatische goudkat, maar heeft een egaal bruine of grijze vacht met een lange staart. Het is een van de minst bekende katachtigen. Er zijn weinig of geen gegevens over het voortplantingsgedrag en de leefwijze. Men veronderstelt dat deze kat leeft in onaangetast regenwoud, waar hij jacht maakt op kleine dieren, bijvoorbeeld knaagdieren.
Deze kat is vooral bekend door middel van huiden en schedels die in het bezit zijn van musea van natuurlijke historie. Beschrijvingen zijn bijna volledig gebaseerd op een enkel exemplaar dat bij toeval in 1992 werd gevangen.
De vacht van de Borneogoudkat kan twee verschillende kleuren hebben, rood of grijs. Uit onderzoek bleek niet welke kleur overheersend is. Wel werden sporen gevonden met vlekken op het lichaam. De buik is lichter en enigszins gevlekt. De onderzijde van de staart heeft een lange, doorlopende witachtige streep.
De kop is afgerond en de oren staan relatief laag geplaatst op de kop. Er lopen twee donkere strepen van de bovenkant van het oog, verticaal omhoog en komen aan de achterkant van de schedel samen en vormen de letter M.
Het lichaam, inclusief de kop meet 50 tot 69 cm, terwijl de staart een lengte heeft van 35 tot 43 cm. De totale lengte wordt geschat op 85 cm. De schouderhoogte is 28 tot 30 cm en het gewicht van de Borneogoudkat is naar schatting twee tot vijf kilo.
Men weet weinig over het gedrag van de Borneogoudkat. Hij wordt beschouwd als een zeer wild en fel dier dat waarschijnlijk solitair leeft. Hij voedt zich met kleine zoogdieren zoals ratten of muizen, maar ook insecten, kleine apen en vogels. Mogelijk kan het dier prooien aan die groter zijn dan hijzelf, maar waarschijnlijk is het ook een aaseter. Hij jaagt waarschijnlijk overdag, waarbij de grootste activiteit in de vroege morgen ligt.De Borneogoudkat komt voor in heel Borneo, vooral in primair oerwoud, maar er zijn ook waarnemingen in secondair oerwoud (Dipterocarpaceaebossen) en in moerasgebied. De meest waarnemingen werden gedaan in de buurt van rivieren en in heuvelland onder de 500 meter boven de zeespiegel. Een waarneming in het Nationaal park Kinabalu boven de 1800 m is nooit officieel bevestigd.Mogelijk is de Borneogoudkat in staat zich aan te passen in selectief gekapt bos, waar hij dan in een nog lagere dichtheid kan voorkomen. De populatie werd in 2008 geschat op hoogstens 2500 dieren.
De achteruitgang van de populatie in aantal wordt geschat op meer dan 20% in de komende 12 jaar (bijna 2% per jaar). Het verkeer is de belangrijkste doodsoorzaak, maar een grote bedreiging vormt ook de stroperij. Het dier is gewild om zijn vacht en om als zeldzaam huisdier te houden en kan op de zwarte markt 10.000 dollar opleveren. Daarnaast is de ontbossing een belangrijke oorzaak van de achteruitgang van de populatie van de Borneogoudkat.
Formeel is de Borneogoudkat beschermd en staat het dier op aanhangsel II van het CITES-verdrag en sinds 2005 als bedreigd op de rode lijst van de IUCN.