De witkapnoddy (Anous minutus) is een zeevogel uit de familie van de meeuwen (Laridae) en de geslachtengroep sterns Sternini. De soort lijkt op de noddy (Anous stolidus), maar de witkapnoddy heeft een donkerder verenkleed, een lichtere kap, een kortere staart en een rechtere snavel.
Da
DagdierenVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Vi
VisetersPiscivoor betekent visetend, en is een term in de biologie die gebruikt wordt voor carnivore dieren die vrijwel uitsluitend leven van vissen. Het g...
Te
TerrestrischeCo
CongregatoirOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Zeevogel is een informele biologisch-ecologische term voor die soorten vogels die zich hebben aangepast op een leven langs of in de buurt van de ku...
Mo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
Ko
KoloniaalEen kolonie is in de biologie een groep van organismen die tot dezelfde soort behoren en die bij elkaar wonen. Het dicht bij elkaar leven biedt ver...
So
Sociale dierenSa
SamenscholendeGe
Gedeeltelijke migrantB
begint metDe witkapnoddy komt over de hele wereld voor boven oceanen in zowel de tropen als subtropen. De kolonies bevinden zich voornamelijk op eilanden in de Grote Oceaan, maar zijn ook te vinden in het Caraïbisch gebied. Dit betreft voornamelijk de bovenwindse eilanden (zoals Sint Maarten), op de benedenwindse eilanden komt de witkapnoddy alleen als dwaalgast voor.Verder bestaat het broedgebied uit eilanden in het tropische deel van de Atlantische Oceaan en het noordoostelijke gedeelte van de Indische Oceaan.
De soort telt zeven ondersoorten:
Het nest van de witkapnoddy wordt gebouwd op boomtakken door een opeenstapeling van uitwerpselen en bladeren. Ieder broedseizoen wordt er een ei per broedpaar gelegd en de nesten worden gedurende opeenvolgende broedseizoenen hergebruikt. De vogels zijn gewoonlijk binnen een straal van 80 km van hun broedkolonie te vinden. Ze overnachten altijd op land, dat kan in hun broedkolonie zijn, maar ook op enig ander eiland binnen hun bereik.