De netschildpad (Deirochelys reticularia) is een schildpad uit de familie moerasschildpadden (Emydidae), en is de enige soort uit het geslacht Deirochelys.
Da
DagdierenAl
Allesetende dierenEen omnivoor of alleseter is een dier dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel kan eten om te overleven.Een overwegend carnivoor dier dat ten min...
Na
NatatoriaalEi
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Pr
Precociale dierenSe
Semiaquatische dierenHo
Holbewonende dierenEen graafgang is een holte of een tunnel die een dier in de grond heeft gegraven als tijdelijk verblijf, als schuilplaats of als bijproduct van ond...
Po
PolygynandrieSo
Solitaire dierenAe
AestivatieEstivatie is bij dieren een zomerslaap, de tegenhanger van de winterslaap. Bij planten gaat het om de knopligging, de wijze van onderlinge plaatsin...
In
In winterslaapDe winterslaap, ook wel hibernatie is een staat van voortdurende hypothermie. Deze kan een lange periode duren, een aantal dagen, enkele weken en s...
Ge
Geen migrantC
begint metDe netschildpad heeft een typische lichte nettekening van het rugschild, dat enigszins lijkt op een honingraatmotief. Het schild is peer-vormig en meestal olijfgroen of bruin tot bijna zwart, de tekening is lichter tot geel. De soort lijkt uiterlijk sterk op de sierschildpad (Chrysemys picta), maar is er ook eenvoudig van te onderscheiden door de veel langere en geel gestreepte nek, ook op de voor- en achterpoten zit een gele streep. De schildlengte maximale is ongeveer 25 centimeter.
De netschildpad leeft in een groot aantal staten in het zuidoostelijke deel van de Verenigde Staten. De schildpad leeft in ondiepe wateren als vijvers, meren, rivieren en greppels, stromend water wordt vermeden. Soms wordt de schildpad massaal in tijdelijke poeltjes aangetroffen maar kan ook kan vrij ver van water worden gevonden. De soort is omnivoor en leeft voor een belangrijk deel van kikkervisjes en kreeftachtigen, maar ook planten worden gegeten. Het vlees van de schildpad werd vroeger gegeten, de Engelse naam is 'kipschildpad'. Tegenwoordig is de schildpad beschermd en mag niet meer worden gevangen.
De schildpad kent twee voortplantingsseizoenen en zet ten minste twee keer per jaar eitjes af, maar het laatste legsel is meestal kleiner in aantal eitjes, dit varieert van 2 tot 19 per keer. Na ongeveer 80 tot 90 dagen kruipen de juvenielen uit het ei, en zijn dan ongeveer drie centimeter lang, het rugschild is geplooid en heeft een lengtekiel. De eerste vijf jaar zijn de jonge schildpadjes voornamelijk carnivoor, maar gaan later meer planten eten.