Gaai
Koninkrijk
Fylum
Klasse
Volgorde
Familie
Soort
SOORTEN
Garrulus glandarius
Grootte van de populatie
33-65.1 Mlnlnn
Levensduur
3-17 years
Gewicht
150-190
5.3-6.7
goz
g oz 
Lengte
32-36
12.6-14.2
cminch
cm inch 
spanwijdte
55
22
cminch
cm inch 

De gaai (Garrulus glandarius) roep (info / uitleg) en zang (info / uitleg), ook wel Vlaamse gaai, 'schreeuwekster', 'Spaanse ekster', 'hannebroek' of 'meerkol' genoemd, is een opvallend gekleurde kraaiachtige. De wetenschappelijke naam van de soort werd als Corvus glandarius in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus.

Uiterlijk

De gaai is 32 tot 35 cm lang. De nominaatvorm van de vogel, die onder andere in de Benelux voorkomt, is overwegend grijsbruin met een roze tint. De keel, onderbuik, anaalstreek, de stuit en een gedeelte van de handpennen zijn wit. Kenmerkend zijn een brede zwarte snorstreep en een blauw vleugelveld dat bestaat uit lichtblauwe veertjes met daarin een fijne, zwarte bandering. De vogel kan bij opwinding de kruinveren opzetten, deze zijn afwisselend licht van kleur met zwart.

Gaai leefomgevingskaart
Gaai
Attribution-ShareAlike License

Gewoonten en leefwijze

Seizoensgebonden gedrag
De roep van een vogel

Dieet en voeding

Voedsel vindt de gaai in bomen en struiken, in de lucht en op de grond; het betreft een breed spectrum van dierlijk en plantaardig dieet: insecten en ongewervelden (waaronder veel plaagdieren), eikels, beukennootjes, hazelnoten en andere zaden en noten, vruchten als bramen, kersen, frambozen en lijsterbessen. Ook kleine of jonge zangvogels en eieren behoren tot het dieet, evenals kleine knaagdieren. Met de sterke snavel hakt de gaai gaten in harde omhulsels als slakkenhuizen, notendoppen en eierschalen en doorwoelt hij bodem, dierenpoep en menselijk afval.

Laat meer zien

De eik is afhankelijk van de gaai voor het verspreiden van eikels: de gaai vervoert ze in zijn keel en tussen zijn snavel naar plaatsen met een zachte ondergrond, waarna hij ze in de aarde duwt. Zo legt hij een wintervoorraad aan. Hij vergeet alleen een aantal plekjes. Wat niet teruggevonden wordt, kan uitgroeien tot een nieuwe eik. Om deze reden wordt de gaai ook wel 'de grootste bosbouwer' genoemd. De Duitse naam voor de gaai (Eichelhäher) typeert het gedrag. De wetenschappelijke naam Garrulus glandarius valt vrij te vertalen als voortdurend krassende eikelzoeker.

Laat minder zien

Paringsgewoonten

PARINGSGEDRAG

De gaai bouwt zijn nest het liefst in bomen en legt eenmaal per jaar 5 tot 7 eieren, van half april t/m mei. De broedtijd bedraagt 16 dagen. De eieren zijn lichtgroen tot lichtblauw met zwarte spikkeltjes en een donkere krans aan de stompe kant. De jongen vliegen na 15-17 dagen uit.

Populatie

Referenties

1. Gaai artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Gaai
2. Gaai op de IUCN Rode Lijst-site - https://www.iucnredlist.org/species/103723684/118779004
3. Xeno-canto vogelgeluid - https://xeno-canto.org/707403

Meer fascinerende dieren om over te leren