De ringmus (Passer montanus) is een zangvogel uit de familie van mussen en sneeuwvinken (Passeridae).
Da
DagdierenPl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Gr
GranivoorVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
In
InsectenetersEen insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
Bo
BoombewonendeTe
TerrestrischeAl
Altrische dierenEi
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Mo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
So
Sociale dierenSa
SamenscholendeGe
Gedeeltelijke migrantE
begint metDe ringmus wordt ongeveer 14 cm groot, een fractie kleiner dan de huismus. Zowel mannetje als vrouwtje hebben een kastanjebruine kruin, een zwarte wangvlek en een witte halsring. De wangvlek is een goed herkenbaar verschil met de huismus. De bovenzijde is bruin met zwarte strepen en de onderzijde lichtgrijs.
In Vlaanderen staat de ringmus sinds 2014 op de gevalideerde Rode Lijst gecategoriseerd als 'achteruitgaand'. Na nieuwe tellingen werd de soort in 2017 door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek opnieuw geëvalueerd en gecategoriseerd als 'ernstig bedreigd' op een nog niet gevalideerde lijst.
De ringmus is een broedvogel die graag nestelt in holten van bomen in de buurt van boerderijen en in parken, akkers en weilanden. Het merendeel van de ringmussen is standvogel, sommige Nederlandse ringmussen gaan in de winter zwerven (naar bijvoorbeeld Frankrijk). Andere ringmussen komen juist van Noord- en Oost-Europa naar Nederland.
casicus: van oostelijk Turkije, de Kaukasus tot Armenië en Iran.
De ringmus is een broedvogel die graag nestelt in holten van bomen in de buurt van boerderijen en in parken, akkers en weilanden. Het merendeel van de ringmussen is standvogel, sommige Nederlandse ringmussen gaan in de winter zwerven (naar bijvoorbeeld Frankrijk). Andere ringmussen komen juist van Noord- en Oost-Europa naar Nederland.
De ringmus staat sinds 2004 als gevoelig op de Nederlandse Rode Lijst. Volgens SOVON vertoonde het aantal broedparen in de periode 1990-2007 een grillig verloop en broedden er in 2007 nog ongeveer 100.000 paar. Uit tellingen die buiten de broedtijd werden gedaan bleek een geleidelijke maar significante achteruitgang.
Het aantal ringmussen neemt af doordat de landbouw steeds grootschaliger en intensiever wordt. De graanteelt is vervangen door maïscultuur, daardoor zijn nog maar weinig stoppelakkers. Heggen en houtwallen, dode bomen en knotwilgen zijn minder algemeen geworden, daardoor is er minder nestgelegenheid. Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is niet bevorderlijk voor deze graaneters.
Het voedsel bestaat uit zaden, graan, insecten en larven.
Het legsel bestaat uit drie tot zes fijngevlekte, witte en glanzende eieren. Het wijfje broedt meestal twee- tot viermaal per jaar.