De Australische krokodil (Crocodylus johnsoni) is een krokodilachtige uit de familie echte krokodillen (Crocodylidae) en de onderfamilie Crocodylinae.
De mannelijke Australische krokodil wordt 2,5 tot 3,5 meter lang, er zit een ruim verschil tussen de mannetjes en de vrouwtjes, de vrouwtjes worden ongeveer twee meter lang. De snuit van de Australische krokodil is smaller en langer dan die van andere echte krokodillen. Het aantal tanden varieert van 68 tot 72: 5 rijen voortanden (premaxillair) en 14 tot 16 rijen tanden (maxillair) in de bovenkaak en 15 rijen kiezen (mandibulair) in de onderkaak.
De Australische krokodil is endemisch in Australië, de krokodil leeft in het noorden van Australië in de staten West-Australië, Queensland, en in het Noordelijk Territorium. In deze staten komt de krokodil echter alleen voor in de noordelijke streken. De habitat bestaat uit verschillende typen draslanden, zowel tijdelijke wateren als gebieden die tijdens het natte seizoen overstromen. De krokodil kan in brak water worden gevonden. De soort leeft vooral in kleine riviertjes, poelen en moerassen. Het verspreidingsgebied wordt gedeeld met de zeekrokodil, maar er wordt gejaagd op andere prooien, waardoor er weinig voedselconcurrentie is.
Australische krokodil is een van de weinige krokodilachtigen die ook op het land goed uit de voeten kunnen. De buik van een rennende krokodil komt los van de grond en het reptiel kan snelheden bereiken tot 18 kilometer per uur. Zijn voedsel bestaat voornamelijk uit kleine zoogdieren, vis, vleermuizen en kleine reptielen. Na 20 jaar is de krokodil volwassen en kan uiteindelijk een leeftijd van 50 jaar bereiken.
Over het algemeen laten Australische krokodillen mensen met rust, maar als ze zich bedreigd voelen kunnen ze overgaan tot de aanval. Grotere exemplaren die in recreatiegebieden leven worden daarom soms in natuurgebieden uitgezet.