Bultrug
Koninkrijk
Fylum
Onderstam
Klasse
Volgorde
Infraorde
Familie
Soort
SOORTEN
Megaptera novaeangliae
Grootte van de populatie
60,000
Levensduur
100 years
Top snelheid
17
11
km/hmph
km/h mph 
Gewicht
25-30
55115.5-66138.6
tlbs
t lbs 
Lengte
13-16
42.7-52.5
mft
m ft 

De bultrug (Megaptera novaeangliae), ook wel bultrugwalvis genoemd, is een zeezoogdier uit de onderorde van de baleinwalvissen (Mysticeti). Het is een relatief grote vinvis, die zich van andere vinvissen onderscheidt door zijn lange borstvinnen, zijn gedrongen lichaam en de knobbels op zijn bek en onderkaak. Volwassen bultruggen variëren in lengte van 12 tot 16 meter en wegen zo'n 25 à 30 ton.

Laat meer zien

De bultrug staat bekend om het gezang dat de mannetjes in de paartijd laten horen en dat dagenlang kan duren. Bij walvisspotters en toeristen zijn bultruggen populair om hun spectaculaire vertoningen aan de wateroppervlakte; ze slaan met hun grote borstvinnen op het water en maken sprongen waarbij ze soms geheel boven de waterspiegel komen. De bultrug kent een groot aantal inventieve jachttechnieken waarbij hij vaak nauw samenwerkt met zijn soortgenoten. Elk jaar leggen bultrugpopulaties duizenden kilometers af wanneer ze migreren van de koude, voedselrijke poolstreken naar warmere wateren om daar te paren en te kalven.

In het verleden werd de bultrug in zijn voortbestaan bedreigd door de walvisvaart. Sinds de jacht in 1966 verboden werd, neemt het aantal bultruggen weer gestaag toe. Dit ondanks het feit dat er elk jaar exemplaren sterven door aanvaringen met schepen, verstrikking in visnetten en de gevolgen van geluidsoverlast. Hoewel de bultrug tot de meest bestudeerde walvissen behoort, blijven veel aspecten van zijn levenswijze nog onbegrepen. Wel is duidelijk geworden dat het een intelligent dier is en mede daardoor is de bereidheid om deze soort te beschermen in de loop van de tijd toegenomen.

Laat minder zien

Uiterlijk

De bultrug heeft veel overeenkomsten met de overige vinvissoorten, maar is dankzij een aantal specifieke kenmerken toch gemakkelijk te herkennen. Hij heeft een relatief gedrongen lichaamsbouw met lange borstvinnen. Vrijwel alle bultruggen zijn aan de bovenzijde blauwzwart gekleurd, maar het kleurpatroon aan de onderzijde is regiogebonden. In de zuidelijke wateren is de onderzijde vrijwel helemaal lichtgekleurd tot wit, in de noordelijke wateren loopt het blauwzwart aan de onderzijde door. Sommige bultruggen zijn hier vrijwel helemaal blauwzwart. Er is slechts één witte bultrug bekend, die sinds 1991 in de wateren rond Australië wordt aangetroffen. Hij kreeg de naam Migaloo, wat een inheems dialect is voor 'witte kerel'. Uit onderzoek bleek dat Migaloo een albino is.

Laat meer zien

De bultrug heeft een brede ronde kop. De onderkaak is gebogen en steekt een eind onder de bovenkaak uit. Anders dan bij andere vinvissen zijn de bovenkant van de kop en de onderkaak bedekt met dertig tot zestig knobbels. Deze lijken op het eerste gezicht op parasitaire woekeringen zoals bij de noordkaper, maar in werkelijkheid zijn dit tuberkels (wratachtige vergroeiingen) die fungeren als haarzakjes en in een symmetrisch patroon zijn gerangschikt. Onderzoek heeft aangetoond dat elk haarzakje een korte stijve tasthaar (vibrissae) bevat, die verbonden is met een dicht netwerk van zenuwen. Bultruggen gebruiken deze tastharen om bewegingen in het water te detecteren en te lokaliseren.

Dankzij keelgroeven die tot aan de navel lopen kan de bultrug zijn keel enorm uitzetten als hij zich voedt. Het aantal keelgroeven is minder dan bij andere vinvissen, gemiddeld 14 tot 22. Dit aantal kan echter variëren van 12 tot 36. De bultrug voedt zich met vis en kreeftachtigen zoals krill, die hij uit het water zeeft met zijn 270 tot 400 zwarte baleinplaten die vanaf zijn bovenkaak naar beneden hangen. De lengte van de baleinen varieert van ongeveer 45 centimeter aan de voorkant van de bek tot ongeveer 90 centimeter achteraan.

De hersenen van de bultrug verschillen weinig van die van andere baleinwalvissen. Het gewicht van de kleine hersenen (cerebellum), die onder andere de bewegingen van het dier coördineren, maakt 20 procent van het totaalgewicht van de hersenen uit. De ogen zijn klein, om grote waterdruk te kunnen doorstaan. Desondanks hebben bultruggen een goed zicht, zowel boven als onder water. Vlak achter de ogen bevinden zich de smalle openingen van de gehoorgang. De bultrug heeft twee spuitgaten achter op de kop, die tijdens het uitademen een brede, hartvormige waterstraal van ongeveer drie meter hoog produceren. In tegenstelling tot de meeste landdieren kunnen bultruggen niet onbewust ademen. Om te voorkomen dat ze stikken, schakelen ze in de slaap slechts één hersenhelft uit. De reukzintuigen zijn klein en waarschijnlijk kunnen bultruggen hier nauwelijks geuren mee waarnemen.

De bultrug heeft een relatief stijf lichaam dat gestroomlijnd is, maar minder dan bij andere vinvissen. Wanneer een bultrug aan land wordt gehaald, vervormt zijn lichaam ten gevolge van de grote massa. Volwassen bultruggen kunnen een gewicht bereiken van 40 ton, maar gemiddeld wegen ze 25 tot 30 ton. Volwassen mannetjes bereiken een lengte van 13 tot 14 meter, bij de wijfjes is dit 15 tot 16 meter. De grootste gedocumenteerde bultrug was een wijfje van 19 meter lang met borstvinnen van zes meter. Walvisvaarders beweren echter een 27 meter groot vrouwtje van bijna 90 ton te hebben gedood in het Caribisch gebied, maar dit is niet gestaafd door wetenschappers.

Behalve in grootte verschillen mannetjes en vrouwtjes uiterlijk slechts weinig van elkaar. De geslachtsorganen van beide seksen bevinden zich in een genitale sleuf, maar een vrouwtje is te herkennen aan een halfronde kwab van 15 centimeter in de genitale regio. Bultruggen hebben relatief gezien de dikste laag blubber (een isolerende vetlaag) van alle walvissen. Alleen de blauwe vinvis heeft een dikkere laag, maar is tweemaal zo zwaar als de bultrug.

Laat minder zien

Video

Verdeling

Geografie

Volgens een schatting van de International Union for Conservation of Nature and Natural Resources (IUCN) bedroeg het aantal bultruggen in 2008 ruim 60.000. Ze komen in alle wereldzeeën voor, van de 77e breedtegraad in het noorden tot aan de Antarctische ijsgrens in de Zuidelijke Oceaan. Bultruggen leven in afzonderlijke populaties, waarbij onderlinge interacties weinig voorkomen. Boven de evenaar leven twee populaties in de noordelijke Atlantische Oceaan en twee in de Grote Oceaan. In de zuidelijke oceanen komen ten minste zeven populaties voor. Er is geen bewijs voor territoriumgedrag, alhoewel sommige individuen en groepen een voorkeur lijken te hebben voor bepaalde broed- of voedsellocaties.

Laat meer zien

De grootste concentraties bultruggen bevinden zich in de Atlantische en Grote Oceaan en in de Noordelijke IJszee. Ook in de zeeën rond Europa komen veel bultruggen voor, met name in de Golf van Biskaje. De laatste jaren worden ook in kleinere Europese zeeën steeds vaker bultruggen gerapporteerd, bijvoorbeeld in het oosten van de Middellandse Zee, de Baltische Zee en in Scandinavische wateren, waaronder het Skagerrak en het Kattegat ten noorden van Denemarken en in de wateren tussen fjorden, zoals die van Kvænangen. Al sinds de 18e eeuw zijn er waarnemingen gedocumenteerd van aangespoelde bultruggen op de kust van België en Nederland. Zo beschreef de kunstenaar en historicus Pieter Le Doulx een stranding in 1751, aan de kust bij het Belgische plaatsje Blankenberge. Sinds het begin van de 21e eeuw worden levende bultruggen in de kustwateren van Nederland en België waargenomen, zoals in 2007 in het Marsdiep in Nederland en in 2011 voor de kust van Zeebrugge in België.

Laat minder zien
Bultrug leefomgevingskaart
Bultrug leefomgevingskaart
Bultrug
Attribution-ShareAlike License

Gewoonten en leefwijze

Net als alle walvissen gebruikt de bultrug om zich voort te bewegen alleen zijn staartvin. De normale kruissnelheid is 5 tot 14 kilometer per uur; tijdens het foerageren is de snelheid ongeveer 2 tot 5 kilometer per uur. Bij gevaar kan de snelheid van een bultrug oplopen tot 24 à 27 kilometer per uur. Tijdens de migratie zwemmen eenzame bultruggen sneller en wijfjes met kalfjes aanmerkelijk langzamer dan bultruggen in een groep.

Laat meer zien

maar dit is slechts zelden waargenomen. Toch is de bultrug een sociaal dier op zijn eigen manier. Wetenschappers ontdekten bijvoorbeeld dat groepen vrouwtjes elkaar elke zomer ontmoeten in de Saint Lawrencebaai aan de oostkust van Canada. Zulke reünies kunnen meerdere opeenvolgende jaren plaatsvinden, vooral tussen vrouwtjes van gelijke leeftijd. Van één groep zijn zeven opeenvolgende ontmoetingen geregistreerd.

Net als alle walvissen gebruikt de bultrug om zich voort te bewegen alleen zijn staartvin. De normale kruissnelheid is 5 tot 14 kilometer per uur; tijdens het foerageren is de snelheid ongeveer 2 tot 5 kilometer per uur. Bij gevaar kan de snelheid van een bultrug oplopen tot 24 à 27 kilometer per uur. Tijdens de migratie zwemmen eenzame bultruggen sneller en wijfjes met kalfjes aanmerkelijk langzamer dan bultruggen in een groep.

De bultrug staat bekend om zijn opvallende gedrag aan de wateroppervlakte. Hij maakt bijvoorbeeld achterwaartse en voorwaartse sprongen waarbij hij soms geheel uit het water komt. Deze sprongen hebben meerdere functies; het is onder andere een manier om van parasieten af te komen, het kan ook een middel zijn om met andere bultruggen te communiceren of (voor mannetjes) om vrouwtjes te imponeren. Een ander typisch gedrag is het slaan op het water met de staartvin of, terwijl de bultrug op zijn rug drijft, met de borstvinnen. Dit dient onder andere als communicatie met soortgenoten en om het gedrag van prooidieren te beïnvloeden. Net als veel andere walvisachtigen, waaronder de orka en de grijze walvis, steekt de bultrug regelmatig zijn kop verticaal uit het water om de omgeving te kunnen verkennen. De duik van een bultrug duurt meestal 7 tot 15 minuten, maar kan ook 30 minuten duren, waarbij hij een diepte van 150 tot 200 meter onder zeeniveau kan bereiken.

Migratie

In de zomer voeden bultruggen zich in de koude, maar voedselrijke wateren in en nabij de poolgebieden, waarbij ze vet opslaan in hun blubber. In de winter hebben ze voldoende vetreserves opgebouwd en trekken weer richting de evenaar, waar ze paren en kalven in warme, maar voedselarme wateren. Onderzoekers hebben in de wateren van Antarctica ook 's winters bultruggen aangetroffen. Vermoedelijk gaat het hier om onvolwassen vrouwtjes die zich extra voeden voordat hun eerste zwangerschap begint.

De meeste bultrugpopulaties migreren tweemaal in het jaar en volgen daarbij zoveel mogelijk de kustlijn, al worden ze ook in de open zee aangetroffen. Mogelijk gebruiken ze in het laatste geval de invloed van het aardmagnetisch veld om te kunnen navigeren. In een jaar tijd kunnen bultruggen afstanden afleggen van wel 16.400 kilometer, een afstand die voor zover bekend alleen door de grijze walvis wordt overtroffen. In 2010 zwom een bultrugvrouwtje van een broedgebied in Brazilië naar een broedgebied in Madagaskar, een enkele reis van ten minste 9800 kilometer. In de Arabische Zee leeft echter een kleine populatie van enkele honderden bultruggen die niet migreert; daar is gedurende het hele jaar voldoende voedsel beschikbaar.

Op het zuidelijk halfrond vindt de paring plaats van juni tot oktober, nabij tropische kusten en rond eilandjes in de Grote Oceaan. Een uitzondering wordt gevormd door een populatie van ongeveer 2000 bultruggen die elk jaar van juli tot oktober van de Zuidelijke Oceaan voorbij de evenaar naar de kustwateren van Costa Rica en Panama zwemt. In 2007 werd onderzoek gedaan naar zeven bultruggen en ontdekt dat ze een reis hadden gemaakt van ten minste 8.300 kilometer, van Antarctica tot de westkust van Costa Rica.

Op het noordelijk halfrond volgen de populaties de volgende patronen:

  • Bultruggen uit de noordelijke Atlantische Oceaan paren in de Caraïben. In de lente trekken ze naar het westen van de oceaan, in de zomer naar de voedselrijke gebieden van de Golf van Maine en IJsland.
  • Een kleinere populatie trekt tussen Noorwegen in het noorden en West-Afrika en de Kaapverdische Eilanden in het zuiden.
  • Grote populaties trekken vanuit het noorden van de Stille Oceaan naar broedgebieden rond Hawaï, Zuid- Japan en de westkust van Mexico. Onderweg naar het zuiden voedt een groot aantal bultruggen zich in de kustwateren van Noord-Amerika en Azië.
  • Een kleine populatie van ongeveer 300 bultruggen trekt van december tot maart naar de kustwateren van Panama en Costa Rica. Zij gebruikt hetzelfde broedgebied als de zuidelijke populatie een half jaar ervoor.

Laat minder zien
Seizoensgebonden gedrag

Dieet en voeding

Populaties bultruggen voeden zich voornamelijk in de zomer en bouwen een aanzienlijke hoeveelheid vetreserves op, die ze opslaan in hun blubber. Tijdens de winter leven ze in de warme, voedselarme wateren en teren ze voornamelijk op hun vetreserves. De hoeveelheid blubber neemt in deze periode enorm af, want bultruggen zullen hier alleen jagen als zich de gelegenheid voordoet.

Laat meer zien

De bultrug is, net als de dwergvinvis en de gewone vinvis, een opportunistische jager en is niet kieskeurig. Hij eet vooral kreeftachtigen zoals krill en kleine vissen als haring, Atlantische zalm, lodde en zandspiering, maar ook inktvis als de kans zich voordoet. Bultruggen in de noordelijke Atlantische Oceaan voeden zich ook met makreel, koolvis en schelvis, in het oostelijke gedeelte van de noordelijke Grote Oceaan maken Japanse makreelgepen en Pleurogrammus azonus het grootste deel van het dieet uit.

De bultrug staat bekend om zijn actieve en complexe jachttechnieken; geen andere baleinwalvis heeft zoveel manieren om aan voedsel te komen. Zo slaat de bultrug bijvoorbeeld met zijn borstvinnen of staart op het wateroppervlak om zijn prooi te verdoven. In 2013 is ontdekt dat sommige bultruggen zich ook op de oceaanbodem voeden, maar welke techniek ze daarvoor gebruiken is niet precies bekend. Net als sommige andere vinvissen voedt de bultrug zich ook door met opengesperde bek op een school krill of vis in te zwemmen. Dit doet hij door horizontaal aan de oppervlakte door het water te 'ploegen' of verticaal omhoog te zwemmen, waarbij hij meer snelheid kan maken. Dankzij zijn keelgroeven kan de bultrug vele duizenden liters water in zijn bek verzamelen, tot wel twee derde van zijn eigen lichaamsgewicht. Nadat hij zijn bek heeft gesloten perst hij met zijn tong het water weer naar buiten, waarbij de meeste prooidieren door de baleinen worden tegengehouden.

In tegenstelling tot andere baleinwalvissen jagen bultruggen vaak in groepen. Een typerende jachttechniek voor deze walvis staat bij wetenschappers bekend als het bubbelnet. Twaalf tot maximaal 24 bultruggen zwemmen in een steeds kleinere cirkel rond de prooidieren, terwijl ze gezamenlijk een gordijn van luchtbellen uit hun spuitgaten blazen. De prooidieren raken gevangen in de steeds smallere cilinder en worden vervolgens gegrepen door de bultruggen die met opengesperde bek verticaal omhoog zwemmen. Een onderwatercamera die was bevestigd op de rug van een bultrug liet zien dat het samenwerkingsverband soms complexer in elkaar steekt dan aanvankelijk werd gedacht. Op de filmbeelden is te zien hoe tijdens het maken van het luchtbelgordijn meerdere bultruggen naar beneden duiken om vis naar het luchtbelgordijn te jagen, terwijl andere bultruggen prooidieren lokken met hun gezang.

Om hun prooidieren in te sluiten gebruiken bultruggen ook wel een cirkel van schuim, die ze creëren door in een cirkel te zwemmen terwijl ze met hun borstvinnen op het water slaan. Dergelijke technieken veroorzaken veel turbulentie in het water en trekken vaak zeevogels en roofdieren aan. Deze voeden zich met de prooidieren die naar de oppervlakte zijn gejaagd of door de baleinen van de bultruggen weer naar buiten zijn geglipt.

In 2013 publiceerde het wetenschappelijk tijdschrift Science een studie naar een techniek die omschreven werd als lobtail feeding, een uitbreiding op de bubbelnetmethode. Deze techniek werd voor het eerst geobserveerd in 1980 en is sindsdien honderden malen waargenomen. Voordat een groep een gordijn van luchtbellen maakt rondom een school zandspieringen, slaan enkele bultruggen met hun staart een tot vier maal krachtig op het wateroppervlak. Hierdoor voorkomen ze dat de vluchtende zandspieringen uit het water zullen springen. Biologen menen dat bultruggen zich deze methode eigen hebben gemaakt nadat de haringstand daalde. Veel bultruggen begonnen zich op de vangst van de energiekere zandspiering toe te leggen en moesten daarom hun jachttechnieken aanpassen.

Laat minder zien

Paringsgewoonten

PARINGSGEDRAG

Rond het begin van de winter migreren mannetjes en vrouwtjes naar de wateren richting de evenaar. Ze hebben dan voldoende vetreserves opgebouwd om te overleven in de voedselarme warme wateren. Daar aangekomen beginnen de mannetjes de vrouwtjes het hof te maken. Ze zijn hierbij weinig kieskeurig en soms worden er ook avances gemaakt naar een vrouwtje dat nog een kalf zoogt. De mannetjes achtervolgen gezamenlijk een vrouwtje wanneer ze met hoge snelheid wegzwemt of proberen haar te imponeren. Dit doen ze onder andere door sierlijk te zwemmen of door middel van acrobatische capriolen, zoals sprongen uit het water en het slaan op het wateroppervlak met de borstvinnen of de staart. Ook laten mannetjes hun gezang horen, maar het is nog onzeker of ze dit alleen doen om een wijfje te imponeren of ook om zich te meten met andere mannetjes. Sommige wetenschappers zijn van mening dat een vrouwtje de mannetjes onder andere beoordeelt op hun gezang. De samenstelling van een groep rond een wijfje verandert voortdurend, want veel mannetjes geven het na verloop van tijd op, terwijl anderen arriveren om ook een poging te wagen. Er bestaat veel concurrentie tussen de mannetjes en vaak gaan ze elkaar te lijf door op elkaar in te springen. De gevechten kunnen behoorlijk fel zijn en bij dergelijke krachtmetingen raken vaak mannetjes gewond. Als het wijfje uiteindelijk haar keus bepaald heeft, geven de afgewezen mannetjes zich gewonnen.

Laat meer zien

Volwassen vrouwtjes krijgen meestal elke twee of drie jaar een kalf. De draagtijd is normaal gesproken 11½ maand, maar er zijn ook langere draagtijden geregistreerd, oplopend tot twee jaar. De geboorte van een tweeling is zeldzaam, minder dan één procent van het totaal aantal geboorten. Pasgeboren kalveren wegen gemiddeld 1800 kilo en zijn zo'n zes meter lang. Meteen na de geboorte beginnen de zwemlessen, waarbij de moeder met haar kop haar kalf ondersteunt en regelmatig naar het wateroppervlak brengt voor zuurstof. Het kalf wordt het eerste jaar gezoogd en drinkt dagelijks 200 tot 350 liter roze moedermelk, die voor vijftig procent uit vet bestaat en veel proteïnen bevat. Wanneer het wijfje kort na de geboorte weer wordt bevrucht, kan ze ondanks haar zwangerschap borstvoeding blijven geven. In de tweede helft van dit jaar zal het kalf beginnen met daarnaast zelf te foerageren. In de tijd dat de jonge bultrug nog afhankelijk is, concentreert de moeder zich vooral op haar jong en vinden interacties met andere bultruggen weinig plaats. Door het drinken van de vette moedermelk heeft het kalf na een aantal maanden genoeg isolerende blubber opgeslagen om met zijn moeder en andere soortgenoten naar de koude poolstreken te trekken. Doordat de moeder vrijwel geen voedsel tot zich heeft genomen in de broedwateren en desondanks zoveel moedermelk heeft geproduceerd, heeft ze tot wel 65 procent van haar lichaamsgewicht verloren. In de poolstreken kan ze eindelijk weer aansterken.

Wanneer een wijfje met een kalf zich in een groep bevindt, worden de twee vaak door een aantal mannetjes beschermd en geëscorteerd. Wanneer dan bultruggen van buiten de groep, potentiële vijanden of zelfs schepen deze groep naderen, kunnen de bultruggen agressief gedrag vertonen. Vaak blazen ze bubbels rondom de groep, slaan ze met hun vinnen op het water of springen zelfs op andere bultruggen in. Wanneer het kalf eenmaal gespeend is zal het de moeder verlaten, waarna sociale interacties tussen beiden nog slechts sporadisch voorkomen.

Bultruggen worden normaal 45 à 50 jaar oud, maar kunnen waarschijnlijk de leeftijd van 95 jaar bereiken. Vrouwtjes zijn geslachtsrijp wanneer ze vier of vijf jaar oud zijn, bijna een jaar voordat ze volgroeid zijn. Mannelijke bultruggen zijn over het algemeen geslachtsrijp wanneer ze zeven jaar oud zijn.

Laat minder zien

Populatie

Bedreigingen van de bevolking

Al vanaf de prehistorie werd op de walvis gejaagd door Eskimo's, Indianen en andere volken die aan de kust leven. In Europa werd al in de 9e eeuw op walvissen gejaagd. Aanvankelijk gebeurde dit door Vikingen in Scandinavië en later, in de 12e eeuw, ook door Basken in de Golf van Biskaje. Hoewel deze walvisvaarders zich voornamelijk toelegden op trage walvissen als noordkapers en Groenlandse walvissen, is het niet uitgesloten dat ze bij gelegenheid ook bultruggen doodden. Walvissen werden in die tijd vrijwel alleen gedood voor levensbehoeften als voedsel, (waterdichte) kleding, olie en materiaal voor gereedschappen. Deze kleinschalige walvisvangst vormde daarom waarschijnlijk geen risico voor de instandhouding van de soort.

Laat meer zien

De eerste gedocumenteerde bultrugvangsten dateren uit de 17e eeuw; vanaf de oostkust van Noord-Amerika werd sporadisch commercieel gejaagd op noordkapers en bultruggen die langs de kust migreerden. In het begin van de 19e eeuw naam de commerciële walvisvaart enorm toe en werden bultruggen gedood in de Atlantische Oceaan en, in mindere mate, in de Grote Oceaan en de Indische Oceaan. Ze vormden een makkelijk prooi, aangezien ze vaak dicht langs de kust migreren en in de broedgebieden in grote groepen samen komen. In 1870 patenteerde de Noorse walvisvaarder Svend Foyn de granaatharpoen, waardoor de vangst van bultruggen werd vereenvoudigd en als gevolg daarvan snel toenam. In 1904 werd het jachtgebied uitgebreid naar de Zuidelijke Oceaan en was de bultrug dus ook in de zomer niet veilig. Tot 1911 vormden bultruggen het grootste deel van de vangst van walvisvaarders.

Na verloop van tijd begonnen steeds meer mensen in te zien dat het aantal bultruggen gevaarlijk aan het slinken was. In 1939 werd het daarom verboden om bultruggen in de wateren rond Antarctica te vangen, maar dit verbod werd in 1949 weer opgeheven. Op 2 december 1946 werd de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) opgericht om afspraken omtrent de walvisvaart onder de loep te nemen en eventueel te herzien. Doordat walvisvaarders zonder systeem te werk gingen, hadden sommige walvissoorten veel meer te lijden dan andere. In eerste instantie hadden dus ook de walvisvaarders baat bij regulering door deze commissie. In de jaren 60 echter ging de IWC ertoe over om bepaalde walvissoorten volledig te beschermen, omdat ze in hun voortbestaan werden bedreigd. Het aantal bultruggen bedroeg op dat moment al minder dan 5000. In 1966 werd de jacht op de bultrug wereldwijd verboden. Toch worden bultruggen nog steeds illegaal gevangen door walvisvaarders uit landen als Japan, Noorwegen en IJsland, vaak onder het mom van wetenschappelijk onderzoek. In 2010 kreeg de inheemse bevolking van Groenland toestemming om drie jaar lang een klein aantal bultruggen te doden voor eigen gebruik.

Ondanks de afname van de walvisvangst vinden nog steeds veel bultruggen de dood als gevolg van menselijk handelen, zoals door overbevissing, aanvaringen met schepen en verstrikking in vissersgerei. Zo zagen aan het einde van de jaren 70 veel bultruggen zich gedwongen om dicht langs de kust van Newfoundland en Labrador te jagen omdat de scholen lodde steeds minder op open zee voorkwamen. Aan de kust kwamen ze echter in het gedrang met de talrijke vissersboten. Van de bultruggen die in de netten verstrikt raakten stierf de helft.

Een andere bedreiging voor de bultrug is door mensen gegenereerd geluid, zoals van schepen, olieboringen en machines. Deze geluiden kunnen bij bultruggen permanente gehoorbeschadiging veroorzaken. Ook als dat niet het geval is verstoren de geluiden een groot deel van de belangrijkste activiteiten van de dieren. Bultruggen gebruiken namelijk hun gehoor en zelfgeproduceerde geluiden voor communicatie, navigatie en het vinden van voedsel. Door het omgevingslawaai kunnen bultruggen dus minder makkelijk aan voedsel komen en wordt de communicatie tussen mogelijke partners en andere soortgenoten bemoeilijkt. Ook kunnen ze gedesoriënteerd raken, waardoor migraties worden onderbroken en sommige bultruggen zelfs op de kust stranden.

Het geschatte aantal bultruggen wereldwijd bedroeg zo'n 125.000 exemplaren voordat de commerciële walvisvaart een aanvang nam. Als gevolg van de toegenomen vangst waren er in 1991 nog slechts 10.000 à 12.000 over. In 2008 was dit aantal volgens de IUCN alweer gestegen tot meer dan 60.000 en in datzelfde jaar werd de status op de Rode Lijst van de IUCN gewijzigd van 'kwetsbaar' naar 'niet bedreigd'. Als de bultrugpopulaties afzonderlijk worden bekeken, komen er echter verschillen aan het licht. Zo is de populatie in het westelijke gedeelte van de noordelijke Atlantische Oceaan zeer gezond, maar elders zijn er ten minste twee populaties waarvan het zeker is dat ze worden bedreigd. Van een aantal gebieden zijn weinig gegevens voorhanden over de bultrugpopulaties en het is het dus niet bekend of deze bedreigd zijn of niet. Dat betreft onder andere de Arabische Zee, de westkust van Afrika en gedeeltes van Oceanië. Het Amerikaanse ministerie van Handel bracht in 2008 een rapport uit getiteld SPLASH: Structure of Populations, Levels of Abundance and Status of Humpback Whales in the North Pacific. In het rapport wordt opgemerkt dat er ook over de bultruggen en hun migratiepatronen in de noordelijke Grote Oceaan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om concrete uitspraken te kunnen doen over de grootte en de groei van die populaties.

De CITES (een internationale overeenkomst over de handel in dieren en planten) heeft de bultrug om deze redenen opgenomen op hun lijst onder categorie I. Dit wil zeggen dat er niet op mag worden gejaagd, omdat de soort met uitsterven wordt bedreigd. Het Biodiversity action plan is een internationaal programma om bedreigde diersoorten en hun habitat te beschermen. Verschillende participerende landen hebben de bultrug hoog op hun lijst gezet, waaronder de Verenigde Staten. In dat land bestaat een aantal nationale parken die fungeren als toevluchtsoorden voor de bultrug, zoals het Glacier Bay National Park and Preserve en de Cape Hatteras National Seashore. Het Nationaal Park Marino Ballena in Costa Rica is zelfs speciaal ontworpen om bultruggen te beschermen.

Bultrugpopulaties worden ook beschermd door actievoerende organisaties die zich inzetten om illegale walvisvangsten te verhinderen. Greenpeace stelde bijvoorbeeld meerdere keren de walvisvangst door Japanse jagers aan de kaak en bracht het onder de aandacht van het publiek. Soms worden er agressievere methoden gebruikt, zoals door de Sea Shepherd Conservation Society. Sinds de oprichting in 1977 slopen medewerkers van deze organisatie fabrieken voor het verwerken van gedode walvissen en worden walvisvaarders door schepen van Sea Shepherd geramd.

Laat minder zien

Coloring Pages

Referenties

1. Bultrug artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Bultrug
2. Bultrug op de IUCN Rode Lijst-site - http://www.iucnredlist.org/details/13006/0

Meer fascinerende dieren om over te leren