De dwerglederkop (Philemon meyeri) is een zangvogel uit de familie van de honingeters. Het is een endemische vogelsoort uit Nieuw-Guinea.
De dwerglederkop is 22 cm lang, het is de kleinste soort lederkop. Het is een onopvallende soort, die vaker gehoord dan gezien wordt. Van alle lederkoppen is hij het donkerst, van boven is de vogel donker grijsbruin, op de borst iets lichter, naar de buik toe geleidelijk lichter tot grijs. De kop is donkerbruin en grotendeels beverderd. De snavel is relatief lang en gebogen.
De soort komt voor op het hoofdeiland Nieuw-Guinea behalve in Vogelkop, het zuiden in het gebied van de Fly en het centrale bergland hoger dan 500 tot 1000 m boven de zeespiegel.
De dwerglederkop heeft een enorm groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op de status kwetsbaar (voor uitsterven) uiterst gering. De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd, maar de vogel is plaatselijk algemeen, hoewel er weinig bekend is over trends. Om deze redenen staat deze lederkop als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.
