De zwartstaartprairiehond (Cynomys ludovicianus) is een wezelachtig knaagdier uit het geslacht der prairiehonden (Cynomys). Hij komt voor op de prairies van Noord-Amerika.
Da
DagdierenPl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Fo
FolivoorEen folivoor is een dier dat zich vrijwel uitsluitend met bladeren voedt. Folivoren zijn specialisten binnen de groep herbivoren. Folivore dieren v...
Gr
GraminivoorIn de zoölogie is een graminivoor een herbivoor dier dat zich voornamelijk voedt met gras. Het woord is afgeleid van het Latijnse graminis, wat 'g...
Te
TerrestrischeAl
Altrische dierenFo
Fossoriale dierenTe
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Le
LevendbarendViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Ho
Holbewonende dierenEen graafgang is een holte of een tunnel die een dier in de grond heeft gegraven als tijdelijk verblijf, als schuilplaats of als bijproduct van ond...
To
TorporaalTorpor is een toestand van verminderde fysiologische activiteit die wordt waargenomen bij enkele kleine zoogdieren en vogels. Het wordt over het al...
Po
PolygyniePo
PolygynandrieKo
KoloniaalEen kolonie is in de biologie een groep van organismen die tot dezelfde soort behoren en die bij elkaar wonen. Het dicht bij elkaar leven biedt ver...
Do
Dominantie hiërarchieZe
Zeer sociaalGe
Geen migrantB
begint metAm
Amerikaanse Staten dierenDe zwartstaartprairiehond heeft een zandkleurig bruine vacht, met een wittige buik. De oren zijn kort en rond en de ogen groot en zwart. De dunne, korte staart heeft een zwarte punt. Hieraan dankt de soort zijn naam. Hij wordt ongeveer dertig centimeter lang en 900 tot 1360 gram zwaar.
De prairiehond heeft een voorkeur voor met kort gras begroeide prairies, en komt voor van Oost-Montana, het zuidwesten van North Dakota en het zuiden van Saskatchewan, zuidwaarts tot Zuidoost-Arizona, New Mexico, Noordwest-Texas en het uiterste noorden van Mexico. Vroeger kwamen ze voor over de gehele Great Plains.
De zwartstaartprairiehond leeft van de groene delen van de plant, vooral grassen, maar ze eten ook insecten als sprinkhanen en zelfs een enkele keer aas. Ze eten eerst alle vegetatie rond het hol weg, om zo eventuele schuilplaatsen van roofdieren te verwijderen.
De zwartstaartprairiehond is een dagdier. Onder normale omstandigheden is hij de gehele dag actief, maar in heet weer komt de prairiehond alleen 's ochtends en 's avonds buiten zijn hol. Overdag schuilt hij dan voor de zon in de ondergrondse gangen. In koude winters blijft hij enkele dagen in zijn hol, en gaat dan voor enkele dagen in torpor. De prairiehond teert dan op een vetlaag die ze in de herfst hebben opgebouwd.
De paartijd is in februari en maart. Na een draagtijd van dertig dagen worden vier tot vijf jongen geboren. De jongen worden doof, blind en naakt geboren. Prairiehonden krijgen slechts één nestje per jaar. Na zes weken verlaten de dieren voor het eerst het ouderlijk nest. Als ze tien weken oud zijn, kunnen ze voor zichzelf zorgen, en na zes maanden zijn ze volgroeid. Als de jongen twee jaar oud zijn, verlaten ze het ouderlijk nest en stichten ze hun eigen coterie.