Nijlrousette
De nijlroezet of nijlrousette (Rousettus aegyptiacus) is een vleermuissoort uit de familie der vleerhonden (Pteropodidae) en het geslacht Rousettus. De nijlroezet heeft een groot, maar verbrokkeld verspreidingsgebied over Afrika en het oosten van het Middellandse Zeegebied.
Na
NachtelijkFr
FrugivoorEen frugivoor of fructivoor is een dier dat voornamelijk vruchten eet. Frugivoren komen veelvuldig voor in gematigde streken, maar aangezien de mee...
Pl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Een insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
Bo
BoombewonendeAl
Altrische dierenZo
ZoochoryBe
BestuiverTe
TerrestrischeTe
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Viviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Po
PolygyniePo
PolygynandrieSo
Sociale dierenKo
KoloniaalEen kolonie is in de biologie een groep van organismen die tot dezelfde soort behoren en die bij elkaar wonen. Het dicht bij elkaar leven biedt ver...
Ge
Geen migrantE
begint metHet is een vleerhond met een donkerbruine tot leigrijze vacht. De buik is rookgrijs tot geel van kleur, en de vleugels zwart. Sommige dieren, vooral mannetjes, hebben een beige of gele kraag. De vacht loopt tot over de onderarmen door. De oren zijn rondvormig en de snuit is stomp. Hij wordt 13,8 tot 16,8 centimeter lang en 135 tot 175 gram zwaar. Hij heeft een voorarmlengte van 89 tot 100 millimeter en een spanwijdte van ongeveer 60 centimeter. Het staartje is 16 tot 24,5 millimeter lang. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes.
Het is een zeer algemene soort met een groot, doch versnipperd, verspreidingsgebied, in Afrika ten zuiden van de Sahara en langs de loop van de Nijl, het zuiden van Arabië, het oostelijke Middellandse Zeegebied, van Egypte tot Turkije, en in Iran en Pakistan. Hij komt ook voor op Cyprus, waarmee het de enige in Europa voorkomende vleerhond is.
De nijlroezet verblijft overdag in grotten, waar kolonies van duizenden dieren kunnen leven. De temperatuur is hier constant en er zijn weinig roofdieren. Door dicht op elkaar te zitten, houden de dieren elkaar warm. Als aanpassing aan het leven in grotten maakt de nijlroezet gebruik van echolocatie, de enige vleerhonden die dit doen. Na zonsondergang vliegen ze uit naar savannes, plantages, halfwoestijnen, bosranden, tuinen en andere biotopen om op zoek te gaan naar sappige, vaak onrijpe vruchten (vijg, sinaasappel, banaan, dadel), en bloemen, nectar en stuifmeel. Ze eten soms ook bladeren en knoppen.
Het vrouwtje krijgt een jong na een draagtijd van 15 weken. Tweelingen zijn zeldzaam. Het jong houdt zich vast aan de buik van zijn moeder en wordt tijdens het vliegen meegedragen. Na negen dagen gaan de ogen open. Na ongeveer drie maanden is het zelfstandig.