Kleine bijenkastkever
Koninkrijk
Klasse
Volgorde
Familie
Soort
SOORTEN
Aethina tumida

De kleine bijenkastkever (Aethina tumida) is een tot 5 millimeter groot kevertje dat oorspronkelijk alleen voorkwam in Zuid-Afrika, maar zich sinds het eind van de twintigste eeuw over de hele wereld aan het verspreiden is, tot treurnis van bijenhouders want de kever kan grote schade aanrichten in bijenvolken. De kever lijkt enigszins op een zwart lieveheersbeestje. Hij behoort echter tot een andere familie, de glanskevers (Nitidulidae). De kop is duidelijk gescheiden van het halsschild, de pootjes zijn veel breder, en over het hele lijf heeft de kastkever een fijne, fluweelachtige beharing, die bij lieveheersbeestjes ontbreekt.

Laat meer zien

Twee of drie kevertjes zijn in staat een bijenvolk in luttele weken te ruïneren. Het beestje heeft zich in amper vier jaar tijd over alle Verenigde Staten verspreid en werd in september 2004 in Portugal opgemerkt. Nederlandse en Belgische imkers en entomologen zijn uitermate bezorgd om het oprukken van deze gevaarlijke parasiet.

De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1867 gepubliceerd door Andrew Dickson Murray.

Laat minder zien

Bioom

Klimaatzones

Gewoonten en leefwijze

Dieet en voeding

Paringsgewoonten

De eitjes van Aethina tumida zijn melkwit, 1,4 millimeter lang bij 0,26 mm breed – vergelijkbaar met de eitjes van de honingbij maar ca 30% kleiner. Het wijfje legt eitjes in onregelmatige hoopjes eender waar in de korf. Het verkiest weliswaar spleten of holtes maar een raatcel is geen noodzaak of wordt soms genegeerd. De incubatieperiode varieert van 1 tot 6 dagen met een gemiddelde van 2 tot 4 dagen. Er worden tussen de 1000 en 2000 eitjes ineens afgezet terwijl de kevers relatief lang (tot 180 dagen) kunnen leven, wat de capaciteit om eitjes af te zetten nog bevordert. Twee of drie kevers kunnen zo een ernstig probleem voor een bijenvolk veroorzaken.

Populatie

Bevolkingsnummer

In Europa waar bijenteelt voornamelijk een hobby vormt, is er vooralsnog geen plaag van de kleine kastkever. Sinds in september 2004 in Portugal echter een geïsoleerd geval werd geconstateerd, bestaat er een invoerverbod voor bijen en een meldingsplicht bij besmetting. De Europese imkers trachten via open water rond de kasten en korven vooreerst de larven op zoek naar grond om zich te verpoppen te detecteren en te verdrinken om zo de voortplantingscyclus te doorbreken.

Laat meer zien

Daarnaast wordt extra aandacht besteed aan het zeer schoon houden van de bijenhal en slingeromgeving zodat kevers niet aangetrokken worden door de geur van honingrestanten.

Invriezen en koken doden elk stadium van de kleine kastkever. Besmet materiaal kan dus behandeld worden, maar het blijft vervuild met feces.

In principe kan men ook vervuilde honing behandelen en opnieuw als voer aan honingbijen aanbieden, die op hun beurt pure honing zullen produceren. Dit houdt echter duidelijke risico’s op besmetting in bij onzorgvuldige behandeling van het voer. En op termijn zal het aan onbesmette bijenvolken ontbreken teneinde de vervuilde honing om te zetten.

Laat minder zien

Referenties

1. Kleine bijenkastkever artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Kleine_bijenkastkever

Meer fascinerende dieren om over te leren