Borneose orang-oetan
Koninkrijk
Fylum
Onderstam
Klasse
Volgorde
Onderorde
Infraorde
Familie
Soort
SOORTEN
Pongo pygmaeus
Grootte van de populatie
45-69 Thou
Levensduur
45-60 years
Top snelheid
6
4
km/hmph
km/h mph 
Gewicht
30-100
66-220
kglbs
kg lbs 
Lengte
1-1.4
3.3-4.6
mft
m ft 

De Borneose orang-oetan (Pongo pygmaeus) is een zoogdier uit de familie van de mensachtigen (Hominidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd als Simia pygmaeus in 1760 gepubliceerd door Carl Linnaeus. Lang werd de Sumatraanse orang-oetan (Pongo abelii) ook tot deze soort gerekend, als de ondersoort Pongo pygmaeus abelii. Onderzoek aan het DNA heeft echter aannemelijk gemaakt dat de twee taxa beter als aparte soorten kunnen worden opgevat. Volgens die moderne opvatting komt Pongo pygmaeus enkel voor op het eiland Borneo. Er worden binnen dat verspreidingsgebied nog drie ondersoorten onderscheiden: de Noordwest-Borneose orang-oetan (P. p. pygmaeus), de Centraal-Borneose orang-oetan (P. p. wurmbii) en de Noordoost-Borneose orang-oetan (P. p. morio).

Uiterlijk

De Borneose orang-oetan heeft een donkere oranjerode vacht. Hij heeft zeer lange armen en sterke grijphanden en -voeten, een aanpassing aan het leven in bomen. De Borneose orang-oetan wordt 90 tot 100 centimeter lang en 40 tot 80 kilogram zwaar.

Laat meer zien

Mannetjes worden veel groter dan vrouwtjes. Een mannetje had een lengte van 180 centimeter. Ook hebben mannetjes opvallende grote wangkwabben, een keelzak en een korte, oranje tot rode baard, die bij de vrouwtjes ontbreken. De kwabben zijn kaal en bol, in tegenstelling tot die van de Sumatraanse soort, waarbij de kwabben behaard zijn en langs het gezicht lopen.

Laat minder zien

Video

Verdeling

Geografie

Continenten
Subcontinenten
Regio's
Biogeografische gebieden

De Borneose orang-oetan komt voor in primaire en secundaire laaglandregenwouden op het Zuidoost-Aziatische eiland Borneo, in zowel Sabah en Sarawak, het Maleisische gedeelte, als Kalimantan, het Indonesische gedeelte. De populatie in het zuidwesten van het eiland wordt vaak als een aparte ondersoort, P.p. wurmbii, beschouwd.

Borneose orang-oetan leefomgevingskaart

Klimaatzones

Borneose orang-oetan leefomgevingskaart
Borneose orang-oetan
Public Domain Dedication (CC0)

Gewoonten en leefwijze

De orang-oetan brengt het grootste deel van zijn leven door in bomen. Volwassen mannetjes komen regelmatig (zo'n vijf procent van zijn leven) op de grond, waarschijnlijk omdat er op Borneo geen tijgers en panters, de belangrijkste vijanden voor orang-oetans, voorkomen. Bij ondersoort Pongo pygmaeus morio lijken zowel vrouwtjes als mannetjes, van elke leeftijd, regelmatig op de grond te komen om zich er te verplaatsen. 's Nachts slaapt de orang-oetan in een nest, hoog in de bomen, die hij zelf heeft gemaakt door takken te vlechten.

Laat meer zien

Overdag besteedt de orang-oetan het grootste deel van de tijd aan het zoeken naar vlezige vruchten als vijgen, nangka's en doerians. Omdat de planten verspreid over het bos staan en ieder hun eigen bloeitijd hebben, en daardoor slechts enkele weken per jaar voedzame producten leveren, moet de orang-oetan een goed geheugen hebben om te weten wanneer en waar voedsel te vinden is.

Behalve vruchten eet de orang-oetan ook ander plantaardige kost als boomschors, bladeren (bijvoorbeeld van Pandanus), scheuten, lianen en het merg in takken en stengels. Een enkele keer eet hij ook ander materiaal, als eieren, honing, termieten en andere insecten en kleine gewervelde dieren, waaronder hagedissen, jonge vogeltjes en zelfs plompe lori's, kleine halfaapjes. Daarnaast staat ook vis op zijn menu. Ze eten aangespoelde vissen of jagen de vissen op met stokken zodat die uit het water springen en gevangen kunnen worden.

De orang-oetan kan niet zwemmen. Over het algemeen mijdt hij water, maar sommige groepen waden toch actief door het water.

De Borneose orang-oetan is een solitaire bosbewoner. Toch onderhouden individuen onderling contact. Soms kunnen meerdere orang-oetans in dezelfde boom worden aangetroffen, vooral als deze boom rijk aan vruchten is. Volwassen vrouwtjes leven in kleine, overlappende woongebieden van zo'n honderd hectare, en onvolwassen vrouwtjes trekken soms enkele dagen met elkaar op.

Volwassen mannetjes leven echter geheel solitair, alhoewel zijn woongebied overlapt met de woongebieden van meerdere vrouwtjes. In sommige gebieden overlappen ook de woongebieden van twee mannetjes, in andere gebieden zijn deze gescheiden. Mannetjes mijden elkaar echter meestal, en houden elkaar op een afstand met luide brullen, waarmee ze hun positie aan andere mannetjes doorgeven. De Borneose orang-oetan is echter minder sociaal dan de Sumatraanse soort, voornamelijk omdat Borneo armer aan vruchtdragende bomen is dan Sumatra.

Een paarwillig vrouwtje zoekt het dominante mannetje op, die andere mannetjes bij haar weghoudt. De twee dieren trekken enkele dagen met elkaar op. Vrouwtjes die niet door een dominant mannetje begeleid worden, worden vaak door lagergeplaatste mannetjes tot paring gedwongen. Het jong wordt geboren in het boomnest. Vlak na de geboorte klampt het zich vast aan de moeder. Na acht jaar is het jong onafhankelijk.

Laat minder zien
Seizoensgebonden gedrag

Dieet en voeding

Paringsgewoonten

PARINGSGEDRAG

Populatie

Coloring Pages

Referenties

1. Borneose orang-oetan artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Borneose_orang-oetan
2. Borneose orang-oetan op de IUCN Rode Lijst-site - http://www.iucnredlist.org/details/17975/0

Meer fascinerende dieren om over te leren