Mantelgrondeekhoorn

Mantelgrondeekhoorn

Goudmantelgrondeekhoorn

Koninkrijk
Fylum
Onderstam
Klasse
Volgorde
Familie
SOORTEN
Callospermophilus lateralis
Grootte van de populatie
Unknown
Levensduur
5-7 years
Gewicht
120-394
4.2-13.9
goz
g oz 
Lengte
235-295
9.3-11.6
mminch
mm inch 

De mantelgrondeekhoorn of goudmantelgrondeekhoorn (Spermophilus lateralis) is een grondeekhoornsoort uit het westen van Noord-Amerika.

Uiterlijk

De mantelgrondeekhoorn heeft een grijze, bruine of gelige rug en een roomkleurige buik. De staart is zwartbruin. De kop en schouders zijn gelig koperrood van kleur, en vormen een "gouden" mantel. Over beide zijden loopt één witte streep, die aan de boven- en onderkant wordt begrensd door zwarte strepen. De mantelgrondeekhoorn is te onderscheiden van de wangzakeekhoorns door de grootte (een mantelgrondeekhoorn wordt veel groter) en het ontbreken van strepen in het gezicht.

Laat meer zien

De mantelgrondeekhoorn wordt 23 tot 30,8 centimeter lang, waaronder een 6,3 tot 11,8 centimeter lange staart. Hij weegt 170 tot 276 gram.

Laat minder zien

Verdeling

Geografie

De mantelgrondeekhoorn leeft in vochtige naald- en gemengde wouden. Ook wordt hij aangetroffen in struikgebieden, rotsachtige weilanden en in bergen tot boven de boomgrens.

Laat meer zien

De mantelgrondeekhoorn komt voor in het westen van Canada en de Verenigde Staten, tot ver in de Rocky Mountains. De noordelijke grens van zijn verspreidingsgebied loopt door het zuidoosten van Brits-Columbia en het zuidwesten van Alberta, de zuidelijke grens door Californië, Nevada en Zuid-New Mexico en de oostelijke grens door Zuidoost-Wyoming, West-Colorado en West-New Mexico.

Laat minder zien
Mantelgrondeekhoorn leefomgevingskaart
Mantelgrondeekhoorn leefomgevingskaart

Gewoonten en leefwijze

De mantelgrondeekhoorn voedt zich met pijnboompitten en andere zaden en noten en vruchten, aangevuld met groene plantendelen, insecten en ondergrondse paddenstoelen, die hij kan vinden dankzij zijn reuk. In de herfst vormen de zaden van naaldbomen een derde van zijn dieet.

Laat meer zien

Als verblijfplaats dient een zelfgegraven ondiep ondergronds hol. Dit hol kan wel dertig meter lang zijn. Ingangen naar het hol liggen vlakbij of onder boomstronken, boomwortels of keien. Het nest wordt bekleed met droge grassen en ander droog plantaardig materiaal. De mantelgrondeekhoorn kent een grote verscheidenheid aan geluiden, maar is over het algemeen stil. Waar leefgebieden overlappen, komt de soort samen voor met de Uintachipmunk (Tamias umbrinus).

De mantelgrondeekhoorn houdt een winterslaap van oktober tot mei (het langst in noordelijke gebieden, het kortst in zuidelijke gebieden). Voor de winterslaap legt het dier een dikke vetlaag aan. Ook legt hij een voedselvoorraad in zijn eigen nest aan, waar hij van eet na het ontwaken in de herfst. Het voedsel wordt vervoerd in de wangzakken. Sommige dieren ontwaken van tijd tot tijd uit hun winterslaap. Deze dieren kunnen bovengronds worden aangetroffen, zoekende naar voedsel.

Om zijn vacht te verzorgen rolt de mantelgrondeekhoorn eerst door stof, om daarna het te kammen met zijn klauwen en tanden.

Laat minder zien
Seizoensgebonden gedrag

Dieet en voeding

Paringsgewoonten

PARINGSGEDRAG

Een vrouwtje kent één worp per jaar, begin zomer. Na een draagtijd van 26 tot 33 dagen worden 4 tot 6 jongen geboren.

Populatie

Referenties

1. Mantelgrondeekhoorn artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Mantelgrondeekhoorn
2. Mantelgrondeekhoorn op de IUCN Rode Lijst-site - http://www.iucnredlist.org/details/42468/0

Meer fascinerende dieren om over te leren