De zwartgerande tuinslak (Cepaea nemoralis) is een slak uit de familie Helicidae. Andere benamingen zijn duinslak of roze tuinslak.
Na
NachtelijkFo
FolivoorEen folivoor is een dier dat zich vrijwel uitsluitend met bladeren voedt. Folivoren zijn specialisten binnen de groep herbivoren. Folivore dieren v...
Fr
FrugivoorEen frugivoor of fructivoor is een dier dat voornamelijk vruchten eet. Frugivoren komen veelvuldig voor in gematigde streken, maar aangezien de mee...
Pl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Li
LignivoorTe
TerrestrischePo
PolygynandriePo
Polygame dierenPolygamie is een huwelijksvorm waarbij één persoon tegelijkertijd gehuwd is met twee of meer personen.
Ko
KoloniaalEen kolonie is in de biologie een groep van organismen die tot dezelfde soort behoren en die bij elkaar wonen. Het dicht bij elkaar leven biedt ver...
In
In winterslaapDe winterslaap, ook wel hibernatie is een staat van voortdurende hypothermie. Deze kan een lange periode duren, een aantal dagen, enkele weken en s...
Ge
Geen migrantG
begint metDeze bekende tuinslak is iets groter dan de witgerande tuinslak (Cepaea hortensis), maar deze laatste soort is meer geel van kleur, de zwartgerande tuinslak meestal roze tot bruin. Het huisje is bolvormig, wordt ongeveer 2,5 centimeter in diameter en heeft vijf wentelingen, eigenlijk vijf-en-een-half. Het huisje is gestreept en heeft geen tot vijf donkerbruine strepen die de wentelingen volgen, de witgerande tuinslak heeft er meestal minder en is te herkennen aan de witte rand rond de opening, hoewel er bij de zwartgerande tuinslak soms ook witgerande exemplaren voorkomen. Exemplaren met veel strepen leven in meer begroeide plaatsen, minder gestreepte slakken leven vaak in open plekken als graslanden. Het waterige lichaam is grijs van kleur en iets doorzichtig. De bovenste twee steeltjes hebben ogen, de onderste dienen om geuren mee te herkennen en zijn waarschijnlijk veel belangrijker bij het vinden van voedsel.
Het voedsel bestaat voor een groot deel uit dode bladeren, maar deze soort heeft een voorkeur voor levende planten als brandnetel en boterbloem; twee soorten die in de tuin meestal als ongewenst worden beschouwd. Ook dode dieren als regenwormen en andere slakken worden gegeten, de zwartgerande tuinslak is dus voornamelijk een afvaleter van plantaardig en dierlijk materiaal. Deze soort leeft vooral in wat open terreinen als graslanden, heide, duinen en ook in tuinen, minder in bossen en bosranden. Niet alleen in Europa, maar ook in Noord-Amerika komt deze soort voor, die wel over meer werelddelen is verspreid doordat exemplaren of eitjes met de export van bloemen en planten zijn meegekomen.
De zwartgerande tuinslak is net als alle landslakken hermafrodiet, dus mannetje en vrouwtje tegelijk. Ze bevruchten elkaar wederzijds en zetten de eitjes in pakketjes af. Jonge slakken hebben bij de geboorte al een huisje en zijn na twee of drie jaar geslachtsrijp. Het slakkenhuis zorgt voor bescherming tegen oververhitting en tegen predatie. Tuinslakken worden gegeten door egels, muizen, zanglijsters en merels. Ze kunnen ongeveer zeven jaar oud worden.