Sterneusmol
De stermol of sterneusmol (Condylura cristata) is een kleine Noord-Amerikaanse mol die voorkomt in het oosten van Canada en het noordoosten van de Verenigde Staten. Het is de enige soort in het geslacht Condylura. De wetenschappelijke naam van de soort werd als Sorex cristatus in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus.
De stermol is bedekt met een dikke, zwartbruine, waterafstotende vacht. Het dier heeft een lange dikke staart, en grote graafhandige poten. Deze staart dient als voedselreserve voor het broedseizoen in de lente. Een volwassen stermol is 15 tot 20 cm lang, weegt ongeveer 55 gram en heeft 44 tanden. De stermol dankt zijn naam aan zijn ster van 22 vlezige tentakels aan het einde van zijn snuit.
Men weet slechts weinig over het sociaal gedrag van deze soort, maar men vermoedt dat hij leeft in kolonies. De stermol leeft in natte gebieden en eet aquatische insecten, wormen, weekdieren en kleine vissen. Hij is een goede zwemmer en kan foerageren tot op de bodem van meren. Net zoals de andere mollen graaft de stermol tunnels om in te jagen, die vaak onder water uitmonden. De stermol is dag en nacht actief en blijft actief tijdens de winter.
Deze diertjes paren in de late winter of de vroege herfst. De vrouwelijke stermol heeft dan een nest van 4 of 5 jongen in het vroege voorjaar of de late herfst.
Deze mol wordt als prooi gegeten door verschillende roofdieren, zoals de roodstaartbuizerd (Buteo jamaicensis), de Amerikaanse oehoe (Bubo virginianus), stinkdieren en wezels en zelfs door grote vissen.