De fitis (Phylloscopus trochilus) ( zang P. t. acredula (info / uitleg)) is een zangvogel uit de familie Phylloscopidae.
Da
DagdierenIn
InsectenetersEen insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
Vl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Te
TerrestrischeEi
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Bo
BoombewonendeMo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
Po
PolygynieSo
Solitaire dierenMi
MigrerendW
begint metDe fitis en de tjiftjaf zijn tweelingsoorten, dat wil zeggen, dat ze uiterlijk zeer op elkaar lijken. Ze zijn wel te onderscheiden door de zang. Deze is bij de fitis muzikaal, vloeiend en aflopend, terwijl bij de tjiftjaf de zang bestaat uit het herhaaldelijk roepen van tjif-tjaf. Fitissen hebben een grijsgroene rug, gelige onderzijde, witte oogstreep en doorgaans lichte poten. De lichaamslengte bedraagt 11 tot 12 cm.
De fitis komt tijdens het broedseizoen (maart tot augustus) in geheel Midden- en Noord-Europa voor, met uitzondering van IJsland. Ook in Nederland en België zijn de vogels waar te nemen.
De soort telt drie ondersoorten:
De fitis is een trekvogel. Hij overwintert in Afrika ten zuiden van de Sahara, een hele trek dus, en in tegenstelling tot de tjiftjaf die slechts tot het Middellandse Zeegebied trekt en in zachte winters zelfs gewoon helemaal niet wegtrekt. De fitis arriveert begin april in Nederland, duidelijk later dan de tjiftjaf.
Het op de grond gebouwde nest heeft een kleine vliegopening, waardoor de eieren nauwelijks zichtbaar zijn. De binnenbekleding bestaat uit een dikke laag veren.