De kastanjenon (Lonchura atricapilla) is een kalm vogeltje uit de familie van de prachtvinken (Estrildidae).
De kop, nek, keel en buik zijn zwart, bovenzijde van de vleugels en staart zijn kastanje- tot chocoladebruin. De snavel is blauwgrijs. Het vrouwtje is qua uiterlijk gelijk aan het mannetje. De totale lengte van kop tot puntje van de staart meet 11 centimeter.
De kastanjenon komt van nature voor in Zuid- en Zuidoost-Azië van de Himalaya tot Malakka, Borneo, Sumatra en de Filipijnen. Verwilderde populaties komen voor op Jamaica, Martinique en Palau. Het leefgebied bestaat uit gebieden met lage, dichte vegetaties, graslanden, struikgewas, rijstvelden maar ook vliegvelden.
De soort telt zeven ondersoorten:
Het menu bestaat uit het normale zaadmengsel voor tropische vogels, trosgierst en onkruidzaden. Water, maagkiezel en grit moeten natuurlijk altijd ter beschikking staan.
De kastanjenon heeft een enorm groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op uitsterven uiterst gering. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de soort in aantal achteruit gaat. Om die redenen staat de kastanjenon als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.