Coloradokever
Koninkrijk
Klasse
Volgorde
Familie
Soort
SOORTEN
Leptinotarsa decemlineata

De coloradokever (Leptinotarsa decemlineata) is een kever die behoort tot de familie van de bladkevers (Chrysomelidae). De kever wordt ongeveer een centimeter lang en lijkt door zijn bolle en ronde lichaam wat op een lieveheersbeestje. Het onderscheid is dat de coloradokever vijf zwarte strepen heeft op elk van de dekschilden, die verder een geel tot geeloranje kleur hebben. De coloradokever voedt zich uitsluitend met bladeren en bloemen van planten uit de nachtschadefamilie. De kever overwintert onder de grond en in de lente leggen de vrouwtjes honderden eitjes. Hoewel de kevers en hun larven giftig zijn, hebben ze in hun oorspronkelijke verspreidingsgebied verscheidene natuurlijke vijanden.

Laat meer zien

De soort kwam oorspronkelijk alleen voor in zuidelijk Noord-Amerika. Vanaf 1850 is de coloradokever meegereisd met de aardappelplant, toen die over een groot deel van de wereld verspreid raakte. In 1876 werd de Amerikaanse oostkust bereikt en na de Eerste Wereldoorlog kreeg de kever vaste voet aan de grond in Europa. Inmiddels omvat het verspreidingsgebied zo'n acht miljoen vierkante kilometer in Noord-Amerika en zes miljoen in Europa, Azië en Noord-Afrika. Biologen verwachten dat het verspreidingsgebied zich verder zal uitbreiden in gebieden in Azië, Afrika en in gematigde delen van het zuidelijk halfrond.

In nieuw gekoloniseerde gebieden komen geen vijanden voor, waardoor de coloradokever zich daar zeer snel kan vermenigvuldigen. De kevers kunnen in deze gebieden een geduchte plaag vormen voor onder andere de aardappelteelt. Met name de larven zijn erg vraatzuchtig en kunnen aardappelvelden geheel ontbladeren. Men heeft op uiteenlopende manieren getracht om de kevers uit te roeien, bijvoorbeeld door natuurlijke vijanden van de coloradokever te introduceren en door het leger, kinderen en werklozen in te zetten om de insecten te verzamelen en te vernietigen, maar deze pogingen hebben zonder uitzondering gefaald.

Laat minder zien

Uiterlijk

De coloradokever bereikt een lichaamslengte van 8,8 tot 11,3 millimeter en een breedte van ongeveer zeven millimeter. Het lichaam heeft van bovenaf gezien een ovale omtrek en is zoals de meeste bladkevers opvallend bolrond en dik. De lichaamskleur is geel tot geelbruin of -oranje.

Laat meer zien

De kop is oranjegeel van kleur en ligt verscholen onder het kopschild, dat ter bescherming dient. De ogen zijn zwart en langwerpig. De antennes en palpen (tasters) zijn gesegmenteerd. De antennes zijn korter dan het lichaam. Het uiteinde van de maxillaire palp is cilindrisch en korter dan het voorafgaande segment.

Het borststuk draagt aan de onderzijde drie paar poten en wordt aan de bovenkant beschermd door het halsschild of pronotum aan de voorzijde en de dekschilden of elytra aan de achterzijde. De dekschilden bedekken ook het gehele achterlijf. De drie lichaamsdelen van de kever (kop, borststuk en achterlijf) zijn dus niet direct te onderscheiden vanaf de bovenzijde. Onder de dekschilden is het achterlijf bruin van kleur en het borststuk heeft een zwarte kleur. Hoewel de dekschilden ook wel voorvleugels worden genoemd, zijn ze stijf en dik en kunnen ze niet worden gebruikt om mee te vliegen. Onder de dekschilden zijn de achtervleugels gelegen die dun en vliezig zijn. Deze achtervleugels hebben een donkerrode kleur en komen alleen tevoorschijn als de kever zijn dekschilden optilt om te vliegen.

Op ieder dekschild zijn vijf zwarte lengtestrepen aanwezig, dus tien in totaal. Ook de middennaad waar de dekschilden tegen elkaar aan liggen is zwart van kleur. De eerste streep ligt dicht tegen de buitenrand van het dekschild, de tweede streep is duidelijk korter dan de eerste. De derde en vierde streep komen samen aan de achterzijde van het dekschild. De vijfde streep ten slotte is dicht bij de middennaad op de bovenzijde gelegen. Langs de zwarte lijnen zijn kleine, in onregelmatige rijen gelegen putjes aanwezig die met het blote oog moeilijk zijn te zien. Op het halsschild zijn onregelmatige zwarte vlekjes aanwezig, meestal zijn het er veertien.

De poten zijn vrij lang. Ze kunnen onder het achterlijf worden geborgen, maar blijven – in tegenstelling tot bij lieveheersbeestjes bijvoorbeeld – dan wel nog zichtbaar. De poten zijn oranjebruin van kleur, aan het einde van de dij is een zwarte vlek aanwezig. De uiteinden van de poten worden klauwtjes of tarsi genoemd en bestaan bij ieder potenpaar uit vijf segmenten. De tarsi van mannetjes en vrouwtjes zijn niet geheel identiek. De haartjes op de tarsi van de mannetjes zijn speciaal aangepast om zich vast te haken aan de dekschilden van een vrouwtje. De tarsi van vrouwtjes zijn meer geschikt om zich aan de bladeren van voedselplanten te hechten.

Laat minder zien

Verdeling

Geografie

Opmerkelijk is dat de coloradokever in tegenstelling tot de meeste insecten niet gebonden is aan een bepaalde habitat. Ook het klimaat van een gebied speelt nauwelijks een rol voor de kever. Zowel in woestijnachtige gebieden in zuidelijk Noord-Amerika als in koele streken in Canada kan de soort worden aangetroffen. De larven en eieren van de coloradokever kunnen niet tegen vorst en in landen waar de bodem regelmatig bevriest zal de kever niet in staat zijn zich te handhaven. De enige voorwaarde waar een gebied daarnaast aan moet voldoen om coloradokevers te laten overleven is de aanwezigheid van aardappelplanten.

Klimaatzones

Gewoonten en leefwijze

De coloradokever kent geen vormen van actieve verdediging, afgezien van het opbraken van voedsel of het uitscheiden van fecaliën. Die zijn giftig omdat de bladeren van nachtschade-achtigen die het insect eet, zeer giftige glycoalkaloïden bevatten.

Laat meer zien

De volwassen kever en de larven kennen wel vormen van passieve verdediging. Volwassen kevers laten zich met ingetrokken pootjes naar beneden vallen als de planten waarop ze verblijven worden aangeraakt. De felrode kleur van de larven houdt vijanden op afstand; dit verschijnsel wordt aposematische kleuring genoemd. Zowel de volwassen kever als de larve zijn giftig. Het gif uit het voedsel dat ze eten wordt niet opgenomen: van zowel de kever als de larve is bekend dat ze alle glycoalkaloïden die ze binnenkrijgen weer uitscheiden. Hun bloedvloeistof of hemolymfe is giftig door de aanmaak van de giftige stof leptinotarsine. De officiële naam is β-leptinotarsine-d. De toevoeging 'd' verwijst naar de soortnaam decemlineata.

Laat minder zien

Dieet en voeding

De coloradokever voedt zich uitsluitend met bladeren en bloemen van planten uit de nachtschadefamilie. Een dergelijke voorkeur voor een bepaalde groep van voedselplanten wordt oligofagie genoemd. Van de larven is bekend dat ze soms niet genoeg hebben aan bladeren en bloemen, en knagen aan bladstelen of zelfs aan houtige stengels.

Laat meer zien

De coloradokever leefde oorspronkelijk op de stekelnachtschade (Solanum rostratum) en in mindere mate op bitterzoet (Solanum dulcamara), Solanum carolinense, Solanum sarrachoides, Solanum elaegnifolium, Solanum dimidiatum en bilzekruid (Hyoscyamus niger). Toen de mens aardappelen ging telen in het natuurlijke verspreidingsgebied van de coloradokever, maakte de kever de overgang van de stekelnachtschade als belangrijkste waardplant naar de aardappel. De kever eet ook bladeren en bloemen van andere nachtschade-achtigen die commercieel worden geteeld, zoals tomaat (Solanum lycopersicum), aubergine (Solanum melongena), en soms ook die van pepers (Capsicum annuum) en tabak (Nicotiana tabacum).

Laat minder zien

Paringsgewoonten

PARINGSGEDRAG

De kevers ontwaken in de lente uit hun ondergrondse winterslaap; in België en Nederland gebeurt dit vanaf april. Ze gaan direct op zoek naar aardappelplanten en als deze niet in de buurt zijn leggen ze vele kilometers af op zoek naar voedsel. Mannetjes vliegen vervolgens uit op zoek naar een partner terwijl vrouwtjes vooral gaan zoeken naar voedselplanten voor het nageslacht, en de mannetjes afwachten. De vrouwtjes worden niet visueel gelokaliseerd maar op reuk doordat de mannetjes zoeken naar geurstoffen die door waardplanten worden uitgescheiden. Het mannetje zit tijdens de paring op het vrouwtje terwijl ze aan de achterzijde contact maken. De vrouwtjes paren met meerdere mannetjes gedurende het jaar, maar de paring in de lente bevrucht de meeste eitjes.

Laat meer zien

De kever kan jaarlijks vele honderden eitjes afzetten op planten. In Nederland en België komt meestal slechts één generatie voor, maar in andere delen van de wereld kunnen zich twee of drie generaties ontwikkelen. Onder gunstige omstandigheden zoals hogere temperaturen en voldoende voedselaanbod kunnen de larven van de coloradokever zich binnen twee tot drie weken ontwikkelen van jonge larve tot pop. Een enkele kever kan zo in één seizoen voor duizenden nakomelingen zorgen.

De eieren worden afgezet vanaf de maand juni, en alleen als de temperatuur boven de 17 °C is. Coloradokevers leggen gedurende twee tot drie weken hun eitjes op de onderkant van de bladeren van de aardappelplant. De eitjes hebben een oranjegele kleur en zijn klein, ongeveer 1,7 tot 1,8 millimeter lang en 0,8 millimeter breed. Een vrouwtje kan 300 tot 800 eieren produceren die in groepjes worden gelegd, ongeveer 12 tot 25 eieren per legsel.

De eieren van elk legsel worden in een gerangschikte structuur afgezet en worden met de punt aan het blad gekleefd. De eieren van de meeste insecten zijn tweezijdig symmetrisch, maar de eieren van de coloradokever hebben een gekromde, nierachtige vorm; ze zijn aan beide uiteinden afgerond waarbij de ene zijde korter is dan de andere. Als de eitjes volledig zijn ontwikkeld kleuren ze donkerder. De eitjes van een legsel ontwikkelen zich onder dezelfde omstandigheden en komen vrijwel tegelijkertijd uit.

Laat minder zien

Populatie

Bedreigingen van de bevolking

De coloradokever heeft alleen in zijn oorspronkelijk verspreidingsgebied natuurlijke vijanden; in de nieuw gekoloniseerde gebieden leven geen predators die bestand zijn tegen het gif van de kever en zijn larven. Tot de natuurlijke vijanden behoren vogels, spinnen, hooiwagens en meer dan dertig verschillende insecten. Voorbeelden van insecten die de kever of zijn larven aanvallen zijn loopkevers, weekschildkevers, wespen, wantsen en vliegen.

Laat meer zien

De meeste van deze insecten zijn generalisten die ook vele andere soorten eten. Er zijn echter ook insecten die specifiek de coloradokever aantasten. Voorbeelden daarvan zijn de roofwants Perillus bioculatus die de kever en de larven met zijn naaldvormige zuigsnuit leegzuigt en de loopkever Lebia grandis die voornamelijk jaagt op eieren en larven van de coloradokever. Ook de larven van deze loopkever jagen op de coloradokever.

De eieren van de coloradokever zijn niet giftig en worden gegeten door verschillende dieren, waaronder roofmijten en lieveheersbeestjes. Een aparte soort bedreiging vormt de sluipwesp Horismenus puttleri die de eieren van de coloradokever aantast door er zelf een ei in af te zetten. Deze sluipwesp is in staat om het grootste deel van de eieren van coloradokevers te vernietigen. Ook de sluipvliegen Myiopharus doryphorae en Myiopharus aberrans zetten eieren af in de larven van de coloradokever.

Een andere vijand is de schimmel Beauveria bassiana. Deze tast de kever aan door het lichaam binnen te dringen en uiteindelijk het dier te doden. Vervolgens wordt de buitenzijde van het dode lichaam bedekt met een laagje sporenvormende lichaampjes die weer andere insecten besmetten. De kever wordt ook bezocht door parasieten als de mijt Chrysomelobia labidomerae. Deze mijt vestigt zich onder de dekschilden en zuigt de lichaamssappen van de kever op.

Laat minder zien

Bevolkingsnummer

In 1877 werd de kever voor het eerst vanuit de Amerikaanse staat Colorado naar Europa gebracht. Beginnende haarden in Engeland en Duitsland in de omgeving van havens werden steeds uitgeroeid. Rond 1900 werden de kevers per ongeluk met zakken aardappelen ingevoerd in Duitsland.

Laat meer zien

Decennialang lukte het in Europa om de kevers te isoleren en uit te roeien totdat de coloradokever in 1922 werd aangetroffen in Le Taillan-Médoc, in het Franse departement Gironde. De kever was naar alle waarschijnlijkheid meegekomen met voedseltransporten vanuit de VS naar de havens van Bordeaux en Pauillac. Deze transporten waren begonnen in 1917, toen Amerikaanse troepen gingen meevechten in de Eerste Wereldoorlog en hadden jaren aangehouden. Toen de kever in 1922 ontdekt werd, had deze zich in de tussentijd verspreid over een oppervlakte van 250 vierkante kilometer. Pogingen om de insecten te bestrijden met loodarsenaat mislukten. Ook een vervoersverbod voor aardappelen, aubergines en tomaten mocht niet baten. De coloradokever verspreidde zich vanuit de Gironde met een snelheid van 50 kilometer per jaar en veroverde in 40 jaar geheel Europa.

Laat minder zien

Relationship with Humans

De coloradokever vormt een bedreiging voor de teelt van nachtschadeachtigen. De volwassen kevers knagen alleen stukjes uit de bladrand, maar de vraatzuchtige larven eten het blad geheel op. Bij de aangevreten planten komen chemische signaalstoffen vrij die de plant stimuleren om nieuwe bladeren aan te maken. Soms vindt zelfs een vorm van overcompensatie plaats waarbij er veel meer extra bladeren worden gevormd dan er worden opgegeten.

Laat meer zien

De larven van de coloradokever kunnen echter zo massaal voorkomen dat ze in korte tijd hele velden vrijwel kaalvreten waardoor het reparatiemechanisme van de planten tekortschiet. Veel planten hebben dan te weinig bladoppervlak om met behulp van fotosynthese voldoende voedingsstoffen aan te maken. Het gevolg hiervan is dat knollen (bijvoorbeeld de aardappel) of vruchten (zoals de tomaat) onvolgroeid blijven of zelfs geheel niet tot ontwikkeling komen waardoor de oogst als verloren moet worden beschouwd.

De combinatie van de expansiedrang en vraatzucht van de coloradokever met zijn voorkeur voor aardappelvelden heeft ertoe geleid dat het insect fel bestreden wordt. Maar deze eigenschappen maakten de kever ook een potentieel middel voor biologische oorlogvoering.

Laat minder zien

Referenties

1. Coloradokever artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Coloradokever

Meer fascinerende dieren om over te leren