Maleise bladneusvleermuis

Maleise bladneusvleermuis

Diadeembladneus

Koninkrijk
Fylum
Onderstam
Klasse
Volgorde
Soort
SOORTEN
Hipposideros diadema
Levensduur
4-7 years
Gewicht
34-50
1.2-1.8
goz
g oz 
Lengte
6-10
2.4-3.9
cminch
cm inch 
spanwijdte
15-22
5.9-8.7
cminch
cm inch 

De Maleise bladneusvleermuis of diadeembladneus (Hipposideros diadema) is een vleermuis uit het geslacht Hipposideros die voorkomt in Zuidoost-Azië, Melanesië en Noordoost-Australië. Het is een van de meest wijdverbreide soorten van zijn familie, de bladneusvleermuizen van de Oude Wereld (Hipposideridae).

Laat meer zien

Het dier onderscheidt zich van andere Hipposideriae door de vorm van het neusblad, de grote puntige oren en de kleine ogen. Hij voedt zich vooral met grotere insecten en foerageert in diverse omgevingen. De soort wordt verdeeld in een relatief groot aantal ondersoorten; de geldigheid van veel van deze ondersoorten is echter onduidelijk.

De vleermuis is een carnivoor die leeft van kleine ongewervelden maar soms ook grotere dieren zoals vogels buitmaakt. Het is net als andere soorten vleermuizen een bewoner van grotten die vooral 's nachts actief is. In vergelijking met andere soorten die in het leefgebied voorkomen is het een vrij grote soort die een lichaamslengte bereikt tot 96 millimeter en tot 57 gram zwaar kan worden.

Laat minder zien

Uiterlijk

Bladvleermuizen zijn vernoemd naar de complexe structuur van de neus, die dient ter ondersteuning van de voor vleermuizen kenmerkende echolocatie.

Laat meer zien

De Maleise bladneusvleermuis is een zeer grote bladneusvleermuis; in veel delen van zijn verspreidingsgebied is H. diadema de grootste van alle daar voorkomende Hipposideridae. De kop-romplengte bedraagt ongeveer 74 tot 96 millimeter, het lichaamsgewicht is ongeveer 31 tot 57 gram. Bij volwassen exemplaren zijn mannetjes meestal wat groter dan vrouwtjes. De rug is veelal donker- of goudbruin, zoals in de Filipijnen; de Australische exemplaren hebben daarentegen een lichtbruine rug. De buikzijde van de vleermuis heeft een witte tot lichtbruine kleur. Op de schouders en de rug komen vaak witte vlekken voor.

De vorm van het neusblad verschilt van die van andere soorten: er zijn namelijk drie kleine neusbladen aanwezig aan de zijkant en in het midden is een grote, ronde knopachtige structuur te zien. Een opstaande richel in het midden van de neus, de sella of zadel genoemd, ontbreekt bij de Maleise bladneusvleermuis. De vleermuis heeft grote, puntige oren dankzij de sterk vergrote antitragus, dit is een stuk kraakbeen aan de buitenzijde van het oor. Een tragus, eveneens een kraakbeen dat meer aan de binnenzijde van het oor is gelegen, ontbreekt. De vleermuis heeft relatief zeer kleine ogen. De oorlengte bedraagt 23 tot 35 millimeter.

De achterpoten dragen grote klauwen, terwijl de voorpoten slechts een enkele klauw bezitten de vingers bestaan uit twee kootjes. De voorarmlengte is 65 tot 93 mm, de tibialengte 31 tot 36 mm. De vleugelspanwijdte is 15 tot 22 centimeter. De staart is vrij kort, de staartlengte varieert van 41 tot 60 millimeter. De staart is grotendeels verborgen onder het uropatagium, dit is de vlieghuid tussen de achterpoten.

In onderstaande tabel zijn de lengtematen en het lichaamsgewicht van H. diadema in een gedetailleerde opgave naar verspreidingsgebied opgenomen; ter vergelijking zijn ook gegevens over de verwante soorten H. demissus en H. inornatus in de tabel geplaatst. Het gemiddelde wordt tussen haakjes na de extremen gegeven. Voor de meetwaarden uit Nieuw-Guinea en Nieuw-Brittannië en voor H. demissus zijn de gemiddelden voor mannetjes en vrouwtjes apart aangegeven. Enkele waarden zijn niet in de tabel opgenomen omdat er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn. Dat geldt voor de lichaamslengte, die alleen voor H. d. natunensis is gepubliceerd (144 mm) en de achtervoetlengte, die alleen voor Nieuw-Guinese populaties (10,8-17,7, gemiddelde voor vrouwtjes 15,4 en voor mannetjes 14,6) en de populatie op Mount Isarog op Luzon is gepubliceerd (17-19, gemiddeld 18).

Laat minder zien

Verdeling

Geografie

In Australië zoekt en vindt de vleermuis voedsel in allerlei habitats, van regenwoud tot eucalyptusstruiken. In de Filipijnen is het dier actief in diverse omgevingen; het foerageert zowel in de bergen als in laaglandbossen, zelfs in de meest door de mens verstoorde gebieden, en ook in landbouwgebieden. De soort is aangetroffen van zeeniveau tot op een hoogte van ongeveer 1300 meter boven zeeniveau.

Laat meer zien

n en Noordoost Australië. In sommige landen is de soort algemeen, zoals in en rondom Nieuw-Guinea en in de Filipijnen; in Australië is de soort minder algemeen. In Australië komt een ondersoort van de vleermuis (Hipposideros diadema reginae) alleen voor in het noordwestelijke deel van de staat Queensland. In India leeft de vleermuis alleen op de uiterst zuidoostelijk gelegen eilandengroep de Nicobaren. In Maleisië en Brunei is het dier in het gehele land te vinden. De soort komt op het Aziatische vasteland verder voor in de landen Cambodja, Thailand en Laos. Over sommige verspreidingsgebieden is gedetailleerde informatie gepubliceerd.

Habitat

In Australië zoekt en vindt de vleermuis voedsel in allerlei habitats, van regenwoud tot eucalyptusstruiken. In de Filipijnen is het dier actief in diverse omgevingen; het foerageert zowel in de bergen als in laaglandbossen, zelfs in de meest door de mens verstoorde gebieden, en ook in landbouwgebieden. De soort is aangetroffen van zeeniveau tot op een hoogte van ongeveer 1300 meter boven zeeniveau.

In Australië brengt de vleermuis de dag door in grotten, mijnen of gebouwen; in de Filipijnen gebruikt de vleermuis grotten, boomholtes en tunnels. Op Nieuw-Ierland en Nieuw-Brittannië is deze soort in grotten gevonden. Ook is bekend dat het dier zich tussen palmbladeren schuilhoudt. De dieren hangen daar apart, op dertig tot vijftig centimeter van elkaar. Er lijkt enige territoriale concurrentie te zijn met andere soorten vleermuizen want vaak zijn ze de enige vleermuissoort in een grot. Het aantal individuen binnen een enkele kolonie kan oplopen tot twee- of drieduizend.

Laat minder zien
Maleise bladneusvleermuis leefomgevingskaart

Klimaatzones

Maleise bladneusvleermuis leefomgevingskaart
Maleise bladneusvleermuis
Attribution-ShareAlike License

Gewoonten en leefwijze

Net als veel andere vleermuizen zijn ook de leden van deze soort 's nachts actief. Vanuit zijn slaapplaats vliegt het dier maximaal 10 kilometer naar het gebied waar het foerageert. Zoals de meeste vleermuizen jaagt de Maleise bladneusvleermuis voornamelijk op vliegende insecten, die op de vleugel worden gevangen.

Laat meer zien

De Maleise bladneusvleermuis is een zeer behendige vlieger die zich in veel gebieden heeft aangepast aan het jagen op open plekken in bossen. De vleermuis maakt meestal slechts korte vluchten waarbij het dier in een hinderlaag wacht tot er zich een prooi aandient. Vaak wordt gefoerageerd boven kleine riviertjes in beboste gebieden, vliegen over open water wordt echter vermeden. De vleermuis produceert met behulp van de neus en de neusvleugels een geluid dat varieert van 50 tot 58 kilohertz om prooien op te sporen. Van een aantal vlinders is bekend dat ze eveneens geluiden kunnen waarnemen, variërend van twintig tot vijftig kilohertz, om zo de aanvallende vleermuizen aan te horen komen en zo proberen te ontwijken.

De Maleise bladneusvleermuis speelt een ecologische rol als insectenbestrijder; als een insectenpopulatie te groot wordt kan de vleermuis deze mede onder controle houden. Daarnaast zijn de uitwerpselen van het dier een belangrijke vorm van natuurlijke bemesting voor planten. De uitwerpselen worden door de lokale bevolking actief verzameld om hun gewassen te bemesten. De vleermuis vormt geen bedreiging voor mensen, wel kan het dier pijnlijk bijten als het wordt vastgepakt. De vele parasieten die de vleermuis bij zich kan dragen vormen meestal geen gevaar voor mensen.

Laat minder zien
Seizoensgebonden gedrag

Dieet en voeding

De soort voedt zich vooral met grotere insecten, als sprinkhanen, nachtvlinders en kevers. Het dier kan de gevangen prooi in zijn wangzakken opslaan. Soms worden ook wel spinnen en zelfs kleine vogels buitgemaakt. Bij prooidieren met een hard exoskelet worden alleen de zachtere delen gegeten, de hardere delen zoals de vleugels en poten wordt afgebroken en gedumpt. Op de afbeelding rechts zijn drie geconserveerde exemplaren uit de collectie van het Naturalis Biodiversity Center. A = onderzijde exclusief onderkaak, B = laterale zijde van de schedel, C = bovenzijde van de onderkaak.

Paringsgewoonten

De mannetjes beconcurreren elkaar in de voortplantingstijd door met andere mannetjes te bakkeleien. De Maleise bladneusvleermuis kent slechts een broedseizoen per jaar, per keer wordt slechts een enkel jong geboren. De jongen worden door de vrouwtjes gezoogd. In Australië komt het in november of december ter wereld. In Maleisië verzamelen de vrouwtjes zich in maart en april voor de geboorte van hun jongen. In de Filipijnen zijn in maart en mei zwangere vrouwtjes gevonden. Het broedseizoen valt in in lente, als het aantal beschikbare prooidieren in de vorm van insecten op zijn hoogst is. De jongen blijven bij het moederdier tot ze zijn gespeend, daarna worden ze zelfstandig.

Laat meer zien

De Maleise bladneusvleermuis bereikt een leeftijd van vier tot zeven jaar in het wild. Van in gevangenschap gehouden dieren is bekend dat ze tot twaalf jaar oud kunnen worden. Exemplaren van Hipposideros diadema uit zowel Borneo als Leyte hebben een karyotype (rangschikking van chromosomen) van 2n=32, FN=60, net als veel andere Hipposideros-soorten.

Laat minder zien

Populatie

Referenties

1. Maleise bladneusvleermuis artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Hipposideros_diadema
2. Maleise bladneusvleermuis op de IUCN Rode Lijst-site - https://www.iucnredlist.org/species/10128/3169874

Meer fascinerende dieren om over te leren