Fylum

Weekdieren

4910 soorten

De weekdieren of mollusken (Mollusca) vormen een stam van ongewervelde dieren met een week lichaam en in de regel een uitwendig kalkskelet (schelp). Het is na de geleedpotigen de stam met de meeste soorten, waarbij in 2019 schattingen uitgingen van ongeveer 50.000 tot 55.000 zee-, 25.000 tot 30.000 land- en 6000 tot 7000 zoetwaterweekdieren. Het aantal fossiele soorten is minder nauwkeurig en loopt uiteen van 60.000 tot meer dan 100.000 soorten. De wetenschap die zich bezighoudt met weekdieren heet de malacologie.

Weekdieren kennen een grote morfologische verscheidenheid en zijn onderverdeeld in acht klassen, waarvan de bekendste de slakken (Gastropoda), de tweekleppigen (Bivalvia) en de inktvissen (Cephalopoda) zijn. Er zijn grote verschillen in anatomie, gedrag en habitat, maar de weekdieren hebben een aantal kenmerken gemeen, zoals de bouw van het zenuwstelsel, de open bloedsomloop en de ontwikkeling van het embryo.

Er zijn veel aanwijzingen voor het feit dat de slakken, inktvissen en bivalven ontstaan zijn gedurende het Cambrium, 541 tot 485,4 miljoen jaar geleden. Weekdieren zijn volgens de huidige inzichten geëvolueerd uit voorouderlijke lophotrochozoa.

Een aantal weekdieren wordt ook wel schelpdieren genoemd. Dit zijn onder andere de mossel, kokkel, oester, slak, inktvis en de sint-jacobsschelp.

laat minder zien

De weekdieren of mollusken (Mollusca) vormen een stam van ongewervelde dieren met een week lichaam en in de regel een uitwendig kalkskelet (schelp). Het is na de geleedpotigen de stam met de meeste soorten, waarbij in 2019 schattingen uitgingen van ongeveer 50.000 tot 55.000 zee-, 25.000 tot 30.000 land- en 6000 tot 7000 zoetwaterweekdieren. Het aantal fossiele soorten is minder nauwkeurig en loopt uiteen van 60.000 tot meer dan 100.000 soorten. De wetenschap die zich bezighoudt met weekdieren heet de malacologie.

Weekdieren kennen een grote morfologische verscheidenheid en zijn onderverdeeld in acht klassen, waarvan de bekendste de slakken (Gastropoda), de tweekleppigen (Bivalvia) en de inktvissen (Cephalopoda) zijn. Er zijn grote verschillen in anatomie, gedrag en habitat, maar de weekdieren hebben een aantal kenmerken gemeen, zoals de bouw van het zenuwstelsel, de open bloedsomloop en de ontwikkeling van het embryo.

Er zijn veel aanwijzingen voor het feit dat de slakken, inktvissen en bivalven ontstaan zijn gedurende het Cambrium, 541 tot 485,4 miljoen jaar geleden. Weekdieren zijn volgens de huidige inzichten geëvolueerd uit voorouderlijke lophotrochozoa.

Een aantal weekdieren wordt ook wel schelpdieren genoemd. Dit zijn onder andere de mossel, kokkel, oester, slak, inktvis en de sint-jacobsschelp.

laat minder zien