Een beekforel (Salmo trutta fario) is een vissensoort die leeft in stromend zoet water.
Cr
CrepusculairEen schemeractief dier of crepusculair dier is een dier dat in de schemering actief zijn, maar niet 's nachts. In feite zijn zelfs veel dieren die ...
Da
DagdierenIn
InsectenetersEen insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
Vi
VisetersPiscivoor betekent visetend, en is een term in de biologie die gebruikt wordt voor carnivore dieren die vrijwel uitsluitend leven van vissen. Het g...
Vl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Ko
KosmopolietKosmopolitische verspreiding is dat een soort, geslacht of familie bijna overal ter wereld voorkomt. Kosmopolieten zijn taxa die verspreid zijn ove...
Ei
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Po
PolygynandrieS
begint metDe beekforel wordt ongeveer 40 cm lang, maar bij een goed voedsel aanbod kan hij wel een meter lang worden. Het maximale gewicht is 20 kg. Hij heeft zwarte en rode vlekken die vaak een blauwe of witte rand hebben, deze vlekken ontbreken op de staartvin. De beekforel heeft ook een vetvin.De kleuren van de beekforel kunnen nog opvallender worden in het paaiseizoen in de herfst.
De beekforel komt van oorsprong voor in Europa en Azië. Het voedsel van de beekforel is insecten(larven), kleine kreeftachtigen en visjes.De beekforel wordt beschouwd als een niet-trekkende vorm van de forel (S. trutta). Uit onderzoek blijkt dat iedere forel zich, naargelang de omstandigheden, kan ontwikkelen tot ofwel migrerende vorm (zeeforel) of een vis die zijn hele leven in het opgroeigebied in het zoete water verblijft (beekforel). Het onderscheid in ondersoorten (S. trutta fario en S. trutta trutta) is daarom onjuist. In het Engels wordt deze niet-trekkende vorm (samen met een andere niet-trekkende vorm, de meerforel) brown trout genoemd. Daarom komt de naam bruine forel regelmatig voor in slecht vertaalde publicaties over forel.
Er wordt gepaaid in snelstromende beken en rivieren, waar de eieren met bodemmateriaal worden bedekt. De paaitijd is van september tot februari. Dan worden er door de vrouwtjes nestkuiltjes gemaakt in goed doorstroomde grindbakken. Daarin worden de 4-5 mm grote, roodachtige eitjes afgezet. De mannetjes bevruchten daarna de eitjes en bedekken die met grind. De larven komen uit na 2-4 maanden, in het voorjaar.Het eerste wat ze eten is de dooierzak van hun ei, vervolgens gaan ze op zoek naar kleine kreeftjes en insectenlarven.
Hoewel beekforel en zeeforel volgens huidige inzichten worden beschouwd als vormen van dezelfde soort (Salmo trutta), onderscheidt de wetgever (Visserijwet) nog steeds beekforel en zeeforel als aparte soorten. Voor de beekforel geldt een minimummaat van 25 cm en een gesloten tijd tussen 1 oktober en 31 maart. Verder staat de beekforel op de rode lijst. Omdat de oorspronkelijke wilde populatie is uitgestorven heeft de beekforel de rodelijststatus 'Verdwenen uit Nederland'.
Een zichzelf in stand houdende populatie van beekforellen is een indicatie van een natuurlijk, schoon milieu waarin grind en zand bescherming voor de eitjes bieden. De opgroeiende vis zal dan stroomafwaarts trekken tot in zee. Uitgezette exemplaren komen voor in de rivieren tot in het Veerse Meer.