De makreel (Scomber scombrus, ook wel "gewone makreel" of "Atlantische makreel" genoemd) is een straalvinnige vis uit de orde van de baarsachtigen (Perciformes).
Pl
PlanktivoorEen planktivoor is een aquatisch organisme dat zich voedt met plankton, waaronder zoöplankton en fytoplankton.
Vl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Ko
KosmopolietKosmopolitische verspreiding is dat een soort, geslacht of familie bijna overal ter wereld voorkomt. Kosmopolieten zijn taxa die verspreid zijn ove...
Ei
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Mi
MigrerendOc
OceanodroomA
begint metDeze vis heeft een rond en langwerpig lichaam met twee rugvinnen en een aantal kleine vinnen, die van de achterste rugvin en de aarsvin naar de staart lopen. De staartvin is halvemaanvormig en heeft een klein kieltje aan de basis van iedere vinlob, maar geen kiel aan de zijkanten van het lichaam voor de staart. De voorste rugvin heeft 11 tot 13 slanke stekeltjes, de staartvin is diep ingesneden. Het maximale geregistreerde gewicht is 3400 gram, de maximaal vermelde leeftijd is 17 jaar. De makreel wordt 30 tot 50 cm lang. Het ontbreken van een zwemblaas is karakteristiek voor deze vis. De makreel heeft een groenblauwe rug die wordt onderbroken door donkere golvende lijnen.
De vis komt voor in de Atlantische Oceaan, Noordzee, Oostzee, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee boven het continentaal plat. In de zomer komen de vissen dicht bij de kust en trekken dan naar het noorden. In de winter bevinden ze zich in diepere wateren.
De makreel is een schoolvis die dicht bij het wateroppervlak zwemt. Het voedsel wordt eveneens aan de wateroppervlakte gezocht. De makreel is een zeer vraatzuchtige vis en voedt zich met organismen die in het plankton voorkomen, kleine kreeftachtigen, garnaalachtigen en vislarven. Ze zwemmen daarbij met geopende bek door de wolken plankton en filteren de kleine kreeftjes, slakjes e.d. uit het water met hun kieuwzeef. De volwassen makrelen jagen ook op kleine vis, meestal sprot en jonge haring.
De paaiperiode loopt van mei tot juni. De makreel paait in de centrale Noordzee en langs de zuidkust van Ierland. Het vrouwtje zet per seizoen tot 450.000 eieren af. De eitjes zweven in het water en de larven groeien binnen een jaar uit tot vissen van ruim 20 cm.