Fluwijn
De steenmarter of het fluwijn (Martes foina) is een roofdier uit de familie der marterachtigen (Mustelidae). Hij lijkt veel op de boommarter. De steenmarter leeft in een groot gedeelte van Europa. Het is een omnivoor met vleesetende inslag. De steenmarter is een opportunist en hij past zich makkelijk aan aan verscheidene omstandigheden.
De kop-romplengte van de steenmarter is 40 tot 50 centimeter, waarbij de staart circa 25 centimeter lang is. De mannetjes zijn zwaarder dan de vrouwtjes en wegen 1,5 à 2 kilo. De vrouwtjes wegen 0,7 à 1,7 kilo. Steenmarters zijn bruin van kleur en hebben een witte keelvlek.
Het natuurlijk leefgebied van steenmarters is voornamelijk het loofwoud, aan bosranden en op open rotsheuvels. Nesten worden gemaakt in holle bomen of steenhopen. In de Alpen kan hij tot ver boven de boomgrens voorkomen, tot op 2400 meter hoogte. De steenmarter leeft in een groot gedeelte van Europa, met uitzondering van Noord-Europa als Scandinavië en IJsland en de Britse eilanden. Hij komt ook voor op eilanden in de Middellandse Zee, als de Balearen, Corsica, Rhodos, Korfu en Kreta. Ook in Azië komt hij voor, in Klein-Azië, de Kaukasus, de Himalaya en het Altajgebergte.
"/nl/corsica">Corsica, Rhodos, Korfu en Kreta. Ook in Azië komt hij voor, in Klein-Azië, de Kaukasus, de Himalaya en het Altajgebergte.
De steenmarter is beschermd en met een duidelijk herstel bezig. Waar hij vroeger voornamelijk in het oosten voorkwam, heeft de soort zich uitgebreid naar andere delen van Nederland. Er wordt onderzoek gedaan naar de mate waarin de steenmarter bijdraagt aan de achteruitgang van de weidevogelstand. Door de provincie Friesland is vanaf 2018 voor sommige locaties een ontheffing afgegeven om steenmarters te vangen en te doden. Zogende vrouwtjes worden hierbij ontzien. Enkele exemplaren werden voor onderzoek van een zender voorzien en weer vrijgelaten.
De steenmarter is overwegend een carnivoor. Muizen, ratten, woelmuizen en eekhoorns staan op het menu. Ook eet hij vruchten, bessen, kersen, vogels en eieren. Soms eet hij ook kikkers en hagedissen. Op sommige plaatsen eet hij juist voornamelijk vruchten, insecten en aas. Het dier heeft het soms ook voorzien op pluimvee en weidevogels.
De steenmarter leeft meestal solitair. Marters in dorpen jagen soms in kleine groepjes van vier à vijf dieren. Deze dieren hebben ook een kleiner woongebied dan marters in de natuur, waar woongebieden gemiddeld 80 hectare bedragen. De steenmarter is luidruchtiger dan de boommarter.
De Britse bioloog George Rolleston meende dat steenmarters door de oude Grieken gedomesticeerd zouden zijn. We weten dat men in de Oudheid nog geen kat als huisdier hield. Kleine roofdieren als fretten, hermelijnen en misschien marters namen hun plaats in als bestrijders van knaagdieren.
De paartijd is in het midden van de zomer. De draagtijd duurt slechts 30 dagen, maar door een verlengde draagtijd van 230 tot 275 dagen worden de jongen pas in de lente geboren. De steenmarter krijgt meestal drie à vier jongen, maar dit kan verschillen van één tot acht jongen per worp. Ze zijn bij de geboorte blind. De moeder zorgt alleen voor de jongen. De zoogtijd duurt acht weken. Jongen verlaten het nest na acht tot tien weken.
De dieren zijn na één à twee jaar geslachtsrijp. Ze worden in gevangenschap tot achttien jaar oud.