De kwartel (Coturnix coturnix) is een vogel uit de familie van de fazantachtigen (Phasianidae) en de enige trekvogel uit de orde der hoendervogels.
Da
DagdierenPl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Gr
GranivoorAl
Allesetende dierenEen omnivoor of alleseter is een dier dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel kan eten om te overleven.Een overwegend carnivoor dier dat ten min...
Te
TerrestrischePr
Precociale dierenTe
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Ei
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Ov
Over het algemeen solitaire dierenMi
MigrerendC
begint metDe kwartel is een schuwe en gedrongen vogel, circa 17 centimeter en 100 tot 150 gram, met korte staart en relatief grote vleugels. Hij verbergt zich vaak en vliegt zelden op. Hij is aardekleurig en bruingestreept met een witte oogstreep. Op de rug vormen langere lengtestrepen twee duidelijke banden. Het mannetje heeft een donkerder kop dan het vrouwtje en is iets groter.
De kwartel is een echte trekvogel die broedt in het grootste deel van Europa, behalve Scandinavië, en in Azië. Hij verbergt zich bij voorkeur in erwten-, graan-, hooi-, klaver-, luzerne- en onkruidvelden in moerasgebieden.
De soort telt vijf ondersoorten:
De vogel voedt zich met al wat op de grond te vinden valt: insecten zoals meelwormen, en groenvoer zoals gras en zaden.Buiten de trek vliegt de kwartel weinig en stuntelig. Wanneer hij tussen de begroeiing betrapt wordt, zal hij zich voor dood tegen de grond drukken, weglopen al of niet zonder eerst te zijn opgesprongen en pas in uitzonderlijke gevallen wegvliegen.
De kwartel zingt niet echt, hij slaat. De mannetjes produceren midden in de zomer een karakteristiek en krachtig kwik-me-dit om hun territorium af te bakenen. De vrouwtjes roepen een lager "priet, priet".
De tweede helft van mei tot juni worden zeven tot veertien bruingevlekte, geelachtige eitjes in een grondnest gelegd. De hen broedt zeventien dagen alleen. Ze voert de jongen alleen. De jongen kunnen na twee dagen vliegen. In gevangenschap kunnen de jongen, uitgebroed in broedmachines, vanaf de eerste dag zelfstandig eten.
Rond 1900 bestond er nog een profijtelijke jacht op kwartels in Nederland, deze werd in 1925 verboden. Tussen 1940 en circa 1970 is de stand van de vogel sterk achteruitgegaan door de veranderingen in het agrarisch landschap. In de jaren 1980 en 1990, in het bijzonder in 1989 en 1997, waren er oplevingen. Volgens SOVON bedroeg het aantal broedparen in de periode 1990-2007 2000-6500 paar. Sinds 1985 is het aantalsverloop grillig, maar eerder stijgend dan dalend, daarom heeft de kwartel geen vermelding op de Nederlandse Rode Lijst voor vogels. De soort staat met de notitie 'gegevens ontbreken' op de Vlaamse Rode Lijst. In Nederland geniet de kwartel, net als bijna alle vogelsoorten, bescherming krachtens de Wet natuurbescherming.
BirdLife International doet haar best om de jacht op deze soort in heel Europa verboden te krijgen, ook op Malta. Het behoud van het traditionele voorrecht om op vele soorten vogels, waaronder de kwartel, op hun laatste pleisterplaats tijdens de oversteek van de Middellandse Zee te kunnen jagen, was een van de voorbehouden die het eiland bij toetreden tot de Europese Unie stelde.