De steltkluut (Himantopus himantopus) is een waadvogel met zeer lange poten uit de familie van de kluten (Recurvirostridae). De Australische, Zuid-Amerikaanse en Amerikaanse steltkluut worden vaak als ondersoorten van deze soort beschouwd.
Deze vogel heeft enorm lange, roze poten (bijna de helft van de totale lengte), een zwart-wit verenkleed en een lange, rechte naaldfijne snavel. De mantel en vleugels zijn zwart, de kop en kruin zijn wit (vaak grijs bij mannetje). Mannetjes zijn meer zwart dan vrouwtjes, met name in de zomer. Vrouwtjes hebben vaak een bruinige kleur. Juveniel lijkt op adult, maar de bovenzijde is bruiner en de poten vuilroze of grijzig. In de vlucht steken de poten ver buiten de staart uit en contrasteren de zwarte ondervleugels sterk met het witte lichaam. Als hij niet in het water loopt, moet hij diep doorbuigen om voedsel op te pikken.
De steltkluut komt als broedvogel voor in Frankrijk, Spanje, Portugal, Griekenland, Turkije en Afrika. Verder ook op Madagaskar en grote delen van Midden- en Oost-Azië, India en Sri-Lanka en Indochina. Vogels uit Europa en Midden-Azië overwinteren in Afrika en Zuid-Azië en de Indische Archipel.
De vogel broedt in zoetwatermoerassen, langs meren en ondergelopen riviervlakten, soms in zoutpannen en in Turkije is de vogel bij meren in hoogvlakten tot op 2000 m boven zeeniveau aangetroffen.
Het voedsel bestaat uit insecten, slakken en wormpjes.
Het legsel bestaat uit drie tot vier grijsbruingele tot zandkleurige, peervormige eieren met paarse ondervlekken met donkerbruine vlekken.