Knobbelzwaan
Koninkrijk
Fylum
Klasse
Volgorde
Familie
Soort
SOORTEN
Cygnus olor
Grootte van de populatie
500,000
Levensduur
19-40 years
Top snelheid
80
50
km/hmph
km/h mph 
Gewicht
6.5-13
14.3-28.6
kglbs
kg lbs 
Lengte
140-160
55.1-63
cminch
cm inch 
spanwijdte
3
8
mft
m ft 

De knobbelzwaan (Cygnus olor) is een vogel uit de familie van de eendachtigen (Anatidae). Hij leeft voornamelijk van waterplanten, waar hij met zijn lange hals naar grondelt, maar hij eet ook grassen.

Da

Dagdieren

Pl

Plantenetende dieren

Gr

Granivoor

Fo

Folivoor

Gr

Graminivoor

Se

Semiaquatische dieren

Pr

Precociale dieren

Wa

Watervogels

Na

Natatoriaal

Te

Territoriaal

Co

Congregatoir

Ei

Eierleggend

Gr

Grazende dieren

Di

Dieren met een lange nek

Se

Seriële monogamie

So

Sociale dieren

Sa

Samenscholende

Ko

Koloniaal

Ge

Gedeeltelijke migrant

M

begint met

Sn

Sneeuwwit
(collectie)

Uiterlijk

De knobbelzwaan kan een spanwijdte van 2,40 meter bereiken. Hij is 140 tot 160 cm lang. Met zijn lange nek kan hij ver onder water reiken. Met 10 tot 12 kg behoort de knobbelzwaan tot de zwaarste vliegende dieren. Hij is ongeveer even groot als de wilde zwaan, maar veel groter dan de kleine zwaan.De knobbelzwaan is wit en heeft een oranjerode snavel. De kop en hals hebben een lichtgele schijn. De onbevederde huid aan de snavelwortel en om het oog, onder de voorhoofdsknobbel, is zwart. Ook de poten zijn zwart.De ruglijn is sterk gebogen. De hals wordt bijna altijd in een S-vorm gehouden. Die hals heeft het grootste aantal halswervels van alle vogels (26). De kop wordt altijd iets omlaag gebogen. De snavel is relatief breed.Er is weinig maar duidelijke seksuele dimorfie. Het mannetje is groter; hij heeft ook een zwaardere nek. Het mannetje heeft een knobbel bovenop de snavel; bij vrouwtjes ontbreekt die. In de lente zwelt die knobbel aan en wordt de snavel roder.

Video

Verdeling

Geografie

In West-Europa is de knobbelzwaan de talrijkst voorkomende zwaan.'s Winters komen de knobbelzwanen samen in groepen op beschutte plekken langs zeekusten, riviermondingen en op meren. In strenge winters is de knobbelzwaan talrijk. Noordoostelijke populaties trekken van november tot april naar het zuiden en het westen. Het aantal broedparen in Nederland vertoont een stijgende trend. Na de broedtijd leven de zwanen vaak in grote groepen.In de meeste gebieden van noordelijk Europa (Zuid-Scandinavië, Denemarken, Oost-Pruisen) tot oostelijk Azië, over de Donaulanden, Zuidoost-Europa en Midden- en Zuid-Rusland leven halftamme parkvogels en hun verwilderde nakomelingen. Nabij stilstaande of langzaam stromende voedselrijke binnenwateren en parken is het een algemene broedvogel.

Laat meer zien

De knobbelzwaan kwam oorspronkelijk in het noorden van Centraal-Europa, het zuiden van Scandinavië en het gebied rond de Zwarte Zee voor. Verder naar het oosten was hij tot in Noord-China te vinden. Zijn verspreidingsgebied is echter aanzienlijk uitgebreid doordat de mens hem op verschillende plaatsen heeft uitgezet. Zelfs in Zuid-Afrika heeft hij een tijdlang geleefd, maar daar is hij inmiddels weer uitgestorven.

Laat minder zien
Knobbelzwaan leefomgevingskaart
Knobbelzwaan leefomgevingskaart
Knobbelzwaan
Public Domain Dedication (CC0)

Gewoonten en leefwijze

Knobbelzwanen hebben een territorium, dat heel groot kan zijn. Zeker als ze aan het broeden zijn, wordt het nest agressief verdedigd. In dreighouding buigen ze hun hals naar achteren en bollen hun vleugels om uiteindelijk naar hun indringer te lopen of zwemmen.Ze zijn agressief tegenover alle soorten watervogels.Buiten het broedseizoen vormen ze af en toe groepen met kleine en wilde zwanen.

Seizoensgebonden gedrag
De roep van een vogel

Dieet en voeding

Het voedsel van de knobbelzwaan bestaat hoofdzakelijk uit waterplanten. Met de brede snavel kan hij waterplanten gemakkelijk afbreken. De knobbelzwaan duikt nooit zo diep dat hij volledig onder water gaat. Soms zijn alleen de staart en de achterpoten te zien, als de zwaan op zijn kop staat en met de poten trappelt om de diepste planten op te vissen (grondelen). Ook graast hij op weiden.

Paringsgewoonten

PARINGSGEDRAG

Knobbelzwanen nestelen op de grond, dicht bij de waterrand van moerasgebieden en weinig stromende waters, bij estuaria en in steden. Hun nest is een groot bouwsel van plantenmateriaal (voornamelijk riet en waterplanten) met een holte in het midden. Het wijfje broedt tot 38 dagen op de 5 tot 8 ovale eieren van ongeveer 11 cm. In het begin van de broedtijd zijn de eieren nog mat en grijsgroen, maar na een paar weken worden ze glanzend en bruinig. Broedpartners blijven dikwijls hun hele volwassen leven bij elkaar. Knobbelzwanen hebben per jaar maar één broedsel.

Laat meer zien

De jongen blijven een heel jaar bij hun ouders. Voor vogels is dat erg lang. De jongen verlaten wel spoedig het nest en kunnen na 4 tot 5 maanden vliegen. De ouders dragen hun jongen, zoals bij futen, af en toe op de rug. Donsjongen zijn grijs of wit. Ze worden door beide ouders verzorgd. Wanneer ze het verenkleed van een volwassen zwaan krijgen, verjagen de ouders de jongen. Volgroeide jonge vogels hebben eerst een lichtbruin kleed, bruiner dan de jongen van de wilde zwaan, dat, naarmate ze ouder worden, witter wordt. Ze missen de knobbel en hun snavel en poten zijn nog donkergrijs. Later worden die rozegrijs en vervolgens krijgt de snavel de oranjerode kleur van een volwassen zwaan.In het derde jaar zijn de vogels echt volwassen. Daarna vormen de jonge vogels groepen.

Laat minder zien

Populatie

Coloring Pages

Referenties

1. Knobbelzwaan artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Knobbelzwaan
2. Knobbelzwaan op de IUCN Rode Lijst-site - http://www.iucnredlist.org/details/22679839/0
3. Xeno-canto vogelgeluid - https://xeno-canto.org/706778

Meer fascinerende dieren om over te leren