De wilde eend (Anas platyrhynchos) is een vogel uit de familie van de eendachtigen (Anatidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. De naam 'platyrhynchos' nam hij over van Ulisse Aldrovandi. Het woord is samengesteld uit het Griekse πλᾶτύς (platys = breed) en ρυγχός (rhynchos = snavel). De naam is in Systema naturae te vinden op pagina 125, en betreft een mannetje in zomerkleed. Op pagina 127 van hetzelfde werk publiceerde Linnaeus de naam Anas boschas, voor een vrouwtje of mannetje in eclipskleed van dezelfde soort. Die naam raakte daarna algemeen voor de wilde eend in gebruik. In 1906 redeneerde Einar Lönnberg echter dat de naam platyrhynchos, op basis van de nog niet zo lang daarvoor aangenomen internationale nomenclatuurregels, prioriteit moest krijgen omdat die twee pagina's eerder was gepubliceerd. Die opvatting heeft algemeen navolging gekregen.
Da
DagdierenAl
Allesetende dierenEen omnivoor of alleseter is een dier dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel kan eten om te overleven.Een overwegend carnivoor dier dat ten min...
Se
Semiaquatische dierenWa
WatervogelsPr
Precociale dierenCo
CongregatoirEi
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Mo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
So
Sociale dierenSa
SamenscholendeGe
Gedeeltelijke migrantM
begint metDe lengte bedraagt 51 tot 62 cm en de spanwijdte 91 tot 98 cm. Een volwassen eend weegt tussen de 700 en 1500 gram. Gemiddeld wordt een wilde eend vijftien jaar oud. De oudst bekende wilde eend werd negenentwintig jaar. De wilde eend is de stamouder van de gedomesticeerde tamme eend, die waarschijnlijk voor het jaar 1000 in Zuidoost-Azië gedomesticeerd is.
Het mannetje (de woerd) is kleurrijk met een glanzend groene kop en een witte halsband, er zijn echter ook woerden zonder deze witte halsband. Verder hebben woerden een kastanjebruine borst en gekrulde zwarte veren aan de staart. Na het broedseizoen lijkt de woerd meer op het vrouwtje. Aan de kleur van de snavel zijn ze dan nog te onderscheiden: zeemkleurig bij de eend, geel bij de woerd. Het donkerbruine vrouwtje en de eendenkuikens (pullen) hebben een schutkleur. De woerd en het vrouwtje hebben een ding gemeen: de blauw-paarse vleugelspiegel. Sommige dieren zijn (gedeeltelijk) wit; door rasveredeling is de schutkleur vervangen door een geselecteerde kleur. De witte delen bij de volwassen dieren waren geel toen ze nog eendenkuiken waren. Een eendenkuiken dat helemaal geel was, wordt later een witte eend of een bijna volledig witte eend.
Deze soort is veelvoorkomend in de gematigde en subtropische wateren in Noord-Amerika, Azië en Europa. De vogel komt ook wel voor in Centraal-Amerika en het Caribisch gebied. In Europa is de wilde eend de meest voorkomende soort eend. De wilde eend komt hier voor in stad en platteland in vijvers, moerassen, meren, parken, sloten in akkers en weilanden. De soort is zeer tolerant ten aanzien van menselijke aanwezigheid of verstoring.
Er worden 2 ondersoorten onderscheiden:
Het voedsel bestaat uit een rijk palet aan plantaardig voedsel, in de zomermaanden voornamelijk zaden (van kroos), in de wintermaanden toenemend wortels (van), grassen en mossen, allerlei soorten kleine visjes, slakken en wormen.
Het vrouwtje bouwt een nest in het lange gras, in een knotwilg of in een holte. De acht tot tien vuilgroene eieren broedt ze uit in 24 tot 32 dagen.